Interview met Koen Damhuis over Facebook, Generatie Y en de huidige samenleving

Afgelopen woensdag sprak Serena Westra van het Institute of Network Cultures met auteur Koen Damhuis over zijn boek ‘De Virtuele Spiegel: Waarom Facebook ons Ongelukkig maakt’. In zijn boek werpt hij een sociologische blik op de positie van zijn generatie, Generatie Y, die in de huidige samenleving steeds meer moeite heeft met de hoge prestatiedruk en de vele (schijnbaar) succesvolle vrienden.

Koen Damhuis door Serena Westra

Koen Damhuis door Serena Westra

Koen, veel mensen vragen zich af hoe het jou gelukt is om zo jong al een boek te schrijven en uit te brengen. Hoe heb je dit gedaan?
Eerlijk gezegd heb ik nogal veel mazzel gehad. Ik had simpelweg een artikel gestuurd naar de Volkskrant, omdat dit onderwerp mij erg bezighield, en tot mijn verbazing werd het toen geplaatst. Nog surrealistischer werd het toen er plots twee uitgevers op mijn dak kwamen die interesse hadden in een boek.

Hoe ben je bij dit onderwerp, Generatie Y en Facebook, terechtgekomen?
Na zelf in het buitenland te hebben gestudeerd – waar ik uiteraard de tofste foto’s op Facebook zette – zag ik, terug in Nederland, al mijn virtuele vrienden juist naar de meest geweldige buitenlandse bestemmingen vertrekken – of het nou voor studies, stage of gewoon vakantie was – net toen ik me begon af te vragen wat welke richting ik in hemelsnaam in mijn leven op zou gaan. Het wierp voor mij de vraag op waarom zij, en ikzelf, al die gelukspropaganda met elkaar wilden delen.

Heeft het boek iets te maken met je studie of waar je verder mee bezig bent?
Momenteel doe ik geen onderzoek naar sociale media. Ik vind het fijn om weer iets heel anders te doen. Al eerder ging mijn bachelorscriptiescriptie bijvoorbeeld over de politiek-filosofische clash tussen Sartre en Camus. En nu doe ik onderzoek naar de sociaal-politieke scheiding in de Franse samenleving tussen hoog- en laagopleidingsniveau en de democratische consequenties hiervan.

Kun je nog een keer duidelijk toelichten waarom Facebook ons ongelukkig zou maken?
Nou ja, in feite zou deze stelling moeten zijn: ‘waarom wij ons via Facebook ongelukkig maken.’ Ik leg uiteindelijk in mijn boek uit dat de schuld vooral bij onszelf ligt: met die gelukspropaganda van zo-even jutten we elkaar op, als ware het een wapenwedloop van geluk, status en succes.

    Het onderzoek

Wat heb je precies onderzocht?
‘Waarom zetten wij al die berichten op Facebook?’ was de vraag die ik wilde beantwoorden. Zeker omdat blijkt dat hoe meer mensen achter Facebook zitten, hoe meer ze het idee krijgen dat het leven oneerlijk is en dat het niet is wat het zou kunnen zijn. Voor dat laatste bestaan verschillende verklaringen, onder meer het feit dat we anderen gelukkiger achtten dan we eigenlijk zijn. Hier draagt Facebook, denk ik, vrij direct aan bij. Bovendien is in een samenleving waarin succes is gedemocratiseerd, het vergelijken van jezelf met anderen de enige manier om je eigen positie te bepalen. Ook hierbij is Facebook een zeer handig middel. Maar door de verkleuring op Facebook, of Fakebook zo je wilt, verkleurt ook de plek waar je jezelf in de hiërarchie plaatst.

Heb je er wel eens over nagedacht om een software studies benadering toe te passen? Het boek is voornamelijk sociologisch en het medium zelf wordt niet veel bestudeerd.
Het medium, in dit geval Facebook, verandert heel snel en voor je het weet zijn er al weer nieuwe opties bijgekomen. Het leek mij daarom, en vanwege mijn voorkennis, juist interessant om dit verschijnsel vanaf de sociologische kant te benaderen. Een grappige anekdote is dat ik onlangs werd geïnterviewd door het Vlaamse weekblad Knack, waarbij de vraag werd gesteld: ‘Zou je kunnen zeggen dat jouw boek eigenlijk niet over Facebook gaat?’ Na enig twijfelen, gaf ik toe: Facebook is voor mij vooral een metafoor. Het is een middel. Ik heb uiteindelijk meer over sociale ontwikkelingen geschreven dan over Facebook op zich.

Zou je onderzoek vollediger zijn geweest met een aantal extra mediastudies hoofdstukken?
Het had absoluut gekund om een aantal softwarestudieshoofdstukken toe te voegen, maar eerlijk gezegd ben ik hier niet zo in thuis. Bovendien leek het mij, in de context van mijn boek, erg moeilijk omdat er net zo veel verschillende Facebooken zijn als gebruikers. Ik zou zeggen: ga je gang!

    Identiteit & Maskers op Facebook

Jij schrijft dat we allemaal een masker ophebben en dat Facebook soms meer lijkt op Fakebook. Maar zou je dan wel van een spiegel kunnen spreken?
Nou, ik denk dat juist wanneer je in de spiegel kijkt, je in feite oog in oog staat met een masker dat jouw naam draagt. Heb je daarna bijvoorbeeld een sollicitatiegesprek, dan kijk je anders naar je evenbeeld, dan wanneer je een afspraakje met vrienden in de kroeg hebt. Of een etentje met je moeder. Er bestaat daarom, denk ik, ook niet zoiets als een authentieke zelf; in iedere sociale omgeving spelen we immers een bepaalde rol. Tussen mij en mijzelf staat altijd een ander.

Veel mensen hebben op Facebook honderden ‘vrienden’. Betekend dit dat je maar één masker op hebt en één rol speelt op Facebook?
Hoewel je heel veel verschillende rollen kunt spelen op Facebook, van self promotor tot paparazzi, is het grappige met Facebook dat al die virtuele vrienden er in potentie met z´n allen tegelijk naar jou kijken, waardoor ook al die verschillende maskers samensmelten.

Laten wij op Facebook dan alleen onze positieve kant zien?
Ik geloof zeker dat je alleen maar een deel van jezelf laat zien. De meest nietszeggende dingen worden tot enorme proporties opgeblazen om maar niet in middelmatigheid te verdrinken.

    Een toekomst voorspelling

Hoe denk jij dat de toekomst voor onze generatie eruit zal zien? We leven in een performancemaatschappij waarin de een nog beter is dan de ander en de standaarden erg hoog liggen, blijft dit zo?
Ik denk dat vooral voor de hoger opgeleide Nederlander de prestatiedruk en de performancedwang niet snel zullen verdwijnen en dat Facebook daar aan bijdraagt. Toch verandert er wel iets. Had je een aantal jaren geleden nog het zogenaamde dertigersdilemma, tegenwoordig lijkt het meer een twintigersdilemma. We maken het elkaar steeds moeilijker omdat we de lat steeds hoger leggen. Als de acceptatie erna volgt is het misschien niet zo erg, maar het lijkt steeds meer alsof onze hele maatschappij door een bindingsangst beheerst wordt – jobhoppers op het werk, lovehoppers in de liefde studie en de talloze studieswitchers in het hoger onderwijs. Misschien komt er ooit een tegenreactie op waarin we meer zekerheid dan vrijheid willen.

Denk je dat we in de toekomst nog zoveel op Facebook blijven bouwen en vertrouwen als nu?
Misschien waait Facebook ooit over, maar op dit moment bestaat Facebook al acht jaar en nog altijd een groeiend aantal gebruikers. Stiekem hoop ik ergens op een kleine epidimie van Facebook-vermoeidheid.

    Prestatiedruk & Welvaartsziektes

Hoe ga jij er zelf mee om, met die hoge prestatie druk en het aanzienlijke gebruik van Facebook?
Ik ben nogal terughoudender geworden met wat ik online deel. Op deze manier heb ik wel de voordelen van Facebook, maar confronteer ik niet gelijk de hele wereld met mijn foto’s en berichten.

Denk jij dat we lijden aan Affluenza; de ziekte die veroorzaakt wordt door het enorme aanbod aan informatie?
In zekere zin wel. Net als obesitas is deze ‘infobesitas’ bovenal een welvaartsziekte. We eisen van elkaar dat we altijd online zijn waar we ons onderdompelen in een overdaad aan informatie. Het wordt steeds moeilijker tussen de meuk een bepaalde weg in te vinden, bijvoorbeeld in het luisteren van muziek. Tegenwoordig weet niemand meer wat interessant of goed is. We hebben echt grenzen nodig.

Grenzen? Leg eens uit?
Vroeger, in verzuilde tijden, had je een verhaal om in te wonen; grote verhalen als ideologieen en religies. Verstikkende verhalen vaak, maar je wist ten minste waar je aan toe was. Tegenwoordig schrijven allemaal ons eigen kleine en bovenal persoonlijke verhaaltje – en zetten dat vervolgens online. In die zin is Facebook ook een soort vluchtheuvel, ergens tussen op de digitale snelweg. De keuzes die we dagelijks maken – iets wat vandaag de dag net zo verstikkend kan zijn als de verzuiling toen – en toffe ervaringen die we overal opdoen, kunnen we daar even parkeren. We geven ze een plaats. Midden op straat vooral, zodat ze voor iedereen zichtbaar zijn. Maar juist omdat iedereen aan zo´n vluchtheuvel bouwt blijkt de ene nog hoger en imposanter dan de ander. Dit is een moeilijke situatie, hoe komen we hier uit?

    Individualisme & de Huidige Samenleving

Verdwijnt de anonimiteit?
Nogal. Niet alleen in het dagelijks leven – van virtuele vrienden tot politici, maar ook voor bedrijven is het tonen van persoonlijkheid en alledaagse belevingen namelijk erg interessant. Des te meer individuele, persoonlijke, smaken en voorkeuren wij online aangeven, hoe beter zij hun reclame persoonlijk op ons af kunnen stemmen. De markt stimuleert in die zin een schijnindividualisme: die iPad zou mijn iPad zijn, die iPod mijn iPod, waar mijn favoriete muziek opstaat. Punt is natuurlijk dat dat wat wij goed of mooi vinden eerst door anderen mooi gevonden moet worden: we apen constant anderen na.

Is dit individualisme slecht?
Individuele vrijheid is heel belangrijk, en vooral mooi, denk ik, als er samenwerking en toenadering uit voortkomen. Wat dat betreft is het vrij spijtig dat sociale media vaak zo asociaal blijken te zijn. Als je allenig wakker wordt is Facebook bijvoorbeeld erg fijn, want je staat direct in verbinding met een hele rits vrienden, maar zit je s´avonds met diezelfde vrienden in het café, dan zondert iedereen zich weer af door naar het eigen schermpje te staren.

Hieruit blijkt weer dat de betekenis van begrippen veranderen, denk bijvoorbeeld aan privacy en vriendschap.
Jazeker, en het verandert ook steeds sneller. We staan hier te weinig bij stil, denk ik. Als ik dan ook iets hoop te bereiken met m´n boek is het dat mensen over dergelijke ontwikkelingen iets meer na gaan denken: al je vakantiefoto´s met de halve mensheid delen bijvoorbeeld, waarom zou je dat in hemelsnaam doen?

    Afsluiting & tips

Wil je nog iets zeggen of vragen? Heb je nog een mooie quote?
Nou ja, als er misschien nog een belangrijke boodschap in mijn boek zit, dan is die ongeveer als volgt: hoe meer wij onze middelmatigheid proberen te maskeren, in het dagelijks leven maar bovenal online, hoe moeilijker het wordt om dit te accepteren. Door onszelf almaar op te jutten, waarbij er vanuit gaan dat ieder resultaat een eigen verantwoordelijkheid is, baren we meer en meer ontroostbaren, die zichzelf als loser, kneus of stakker zien. Juist omdat ze denken dat hun leven niet voldoet aan de opgeklopte standaard. Kortom: durf te falen en suf te zijn.

Ben je er nu, na het schrijven van een boek, er achter gekomen wat je wilt worden en doen met je leven?
Haha, helaas is dat probleem met het schrijven van dit boek nog niet direct opgelost. Al hoop ik heel erg dat ik iets in de journalistiek kan doen om dat vervolgens te combineren met het schrijven van andere boeken.

Heb je nog tips over het schrijven van een boek?
Al vrij snel kwam ik tot de pijnlijke ontdekking dat een boek schrijven over dit onderwerp niet zo eenvoudig is als ik van tevoren hoopte. Het is zo groot en allesomvattend, dat ik op een gegeven moment geen idee meer had waar ik nu precies naartoe wilde. Uiteindelijk is dat wel goed gekomen, maar ik raad iedereen aan om van te voren te bedenken wat precies je eindpunt wordt. Je kan echt heel snel verdwalen op alle mogelijke zijpaden. Opnieuw: grenzen stellen dus. Maar bestaat er een moeilijkere opgave?

Meer info:
Boek recensie (ENG): ‘Facebook as Virtual Mirror – Book review‘ door Serena Westra
Informatie over boek/uitgever: De Arbeiderspers – De Virtuele Spiegel

Tags: , , , ,

Share