Screening the City Seminar, sessie 2

Sessie 2: Content op Locatie
De tweede sessie van Screening the City richtte zich op de beleving van de openbare ruimte en de rol die mobiele technologie hierin kan spelen. Hoe gebruikmakend van bestaand (audiovisueel) materiaal over de stad, zoals documentaires en archiefmateriaal, of uitgaande van publieksparticipatie op locatie, de ervaring van de stad en publieke ruimtes veranderd.

 

Screening the City Seminar Sessie 2: Content op LocatieHermen Maat
Samen met Karen Lancel ontwerpt Hermen Maat “‘ontmoetingsplekken’ voor de publieke ruimte. Deze ‘ontmoetingsplekken’ zijn performances en installaties, die zij ontwerpen als verleidelijke, visuele omgevingen. Elke ‘ontmoetingsplek’ of sociaal sculptuur functioneert als een ‘artistiek sociaal lab’ waarin het publiek deelneemt als ‘co-researcher’. Hier nodigen de kunstenaars het publiek uit om te experimenteren en spelen met sociale technologieën; om zo te reflecteren op hun eigen perceptie van en de stedelijke omgeving, lichaam, identiteit, presence, community.

Saving Face
Hun nieuwste project, Saving Face, speelt bijvoorbeeld met vragen rondom identiteit in de publieke ruimte. Saving Face is een smartphone applicatie gekoppeld aan een urban screen, waarmee je door aanraking van je eigen gezicht een genetwerkte identiteit kunt creëren. Door je gezicht aan te raken ‘schilder’ je het op het urban screen. Je gezicht versmelt hierbij met dat van alle eerdere deelnemers van Saving Face. Op speelse wijze wordt de publieke ruimte weer een zintuiglijke en collectieve ervaring.

Screening the City Seminar Sessie 2: Content op LocatieInteractie in de publieke ruimte
In hun werk staat het publiek en de verschillende rollen die deze kan aannemen, de vorm van interactie, centraal. In de voorbereidingen visualiseren ze dit doormiddel van interactie schema’s waarbij de verhouding tussen publiek, scherm en actor in de publieke ruimte inzichtelijk wordt gemaakt. Hermen benadrukt echter dat de interactie erg afhankelijk is van de context en of het duidelijk is voor het publiek dat er interactie mogelijk is en de wijze waarop. Zo bleek dat hun werk Stalkshow in verschillende landen op andere wijzen gepresenteerd moest worden. In Hongkong was het bijvoorbeeld noodzakelijk om het werk door een lokaal iemand te laten presenteren om het publiek het gevoel te geven dat ze er mee konden interacteren terwijl in Seoel het noodzakelijk was dat een ‘westers’ iemand het presenteerde omdat het anders beschouwd werd als reclame. Hier werd veel meer vanuit de commerciële context gedacht. Hermen benadrukt dus dat de culturele context ook erg belangrijk is.

 

Screening the CityJeffrey Brown
Jeffrey Brown en Billy Schonenberg hebben ‘Docs on the Spot’ ontwikkeld, een web-app waarmee je verhalen over de NDSM werf in Amsterdam op locatie kunt herbeleven, op je eigen mobile met een koptelefoon. Zij zijn geselecteerd uit de Hot100 van Virtueel Platform en kregen een maand de tijd om voor IDFA een applicatie te ontwikkelen.
 
 

Docs on the Spot
Zoals Jeffrey uitlegt was deze tijdslimiet een belangrijk factor in de ontwikkeling van de applicatie. De beperkte tijd dwong hen ertoe zich toe te spitsen tot één specifieke documentaire: Haven. Een documentaire die zich afspeelt op de NDSM werf en de nachtelijke omzwervingen van dokwerkers volgt. De applicatie functioneert als een verrijking van de film, het koppelt locaties uit de documentaire aan historisch archief materiaal en huidige beelden van bijvoorbeeld Flickr die op die zelfde locatie afkomstig zijn. Zo lopen dus verschillende tijdslagen door elkaar en krijg je een beeld van de verschillende periodes, zoals faillissement of het huidige creatieve karakter, die de NDSM werf kenmerken.

De gebruikerservaring
Wat opvalt in het verhaal van Jeffrey is dat ze gedurende het proces steeds voor ogen gehouden hebben wat het doel was van de applicatie en de verschillende partijen die erbij betrokken waren. Zo was het voor hun erg belangrijk dat de applicatie geen barrière werd tussen gebruiker en de ervaring van de locatie. Je moest los van de applicatie kunnen rondlopen, je eigen verhaal kunnen schrijven. Vanuit dit idee hebben ze er bijvoorbeeld voor gekozen om de locaties niet doormiddel van GPS aan te duiden, maar om analoge stickers te plaatsen op de specifieke locaties. Voor hun staat de gebruikservaring hierbij voorop en niet technologische vernuftigheid.

Een specifieke applicatie
Daarnaast bedrukt Jeffrey dat deze applicatie specifiek ontwikkeld is voor de documentaire Haven en de belanghebbende partijen. Als een van deze facetten veranderd moet ook de vorm van de applicatie aangepast worden. De applicatie kan dus niet zonder meer gebruikt worden voor een andere documentaire. Het is dan noodzakelijk om alle verschillende facetten weer te bekijken. Waar gaat de documentaire over, wat is de opbouw en de locatie en is deze applicatie dan wel de oplossing?

 

Screening the CityRobbert Ritmeester
In opdracht van het Stedelijk Museum ontwikkelde het MediaLAB een Augmented Reality tour gebaseerd op “De zachte atlas van Amsterdam” van beeldend kunstenaar Jan Rothuizen. Onder leiding van Robbert Ritmeester ontwikkelden studenten een mobiele web-app en een boek waar een smartphone precies in past. De bezoekers van het Stedelijk kunnen tijdens de tour “het was vroeger vandaag bijzondere en eigenaardige verhalen toevoegen, waarmee ze de tour verrijken.

Augmented reality isn’t always vision-based!
Robbert vertelt over de ontwikkeling van de AR tour, de rol van de studenten hierin en de lastige relatie tot de technologie. De opdracht van het stedelijk was: “maak iets leuks, maar niet met Layar” Net als Jeffrey van Docs on the Spot benadrukt Robbert dat het belangrijk is om de gebruikservaring voorop te stellen en dat de ervaring vloeibaar moet blijven. “Het moet geen technisch ding worden.” Layar was voor hen dus geen optie omdat dit teveel ervaren werd als een drempel voor de ervaring van de omgeving. Daarnaast legt Ritmeester uit hoe hij de studenten probeerde weg te halen van het idee dat AR perse visie gericht moet zijn. Uiteindelijk kwamen ze terecht bij het werk van kunstenaar Jan Rothuizen, waarbij het linken van gevoelens en gedachtes aan specifieke locaties centraal staat. Ze gebruikte zijn kaart ‘de zachte Atlas van Amsterdam’ als uitgangspunt voor de AR tour.

De AR tour
Als gebruiker kan je virtueel over Jans kaart lopen waarbij je links en rechts zijn opmerkingen kan zien. Op bepaalde plekken krijg je pop-ups die jou activeren om zelf te reageren op een analoge manier. Robbert legt uit hoe ze in overleg met Jan ervoor gekozen hebben om een analoge laag toe te voegen aan de AR tour. Ze hebben een boek ontwikkeld waarin de gebruiker zijn telefoon kan vastzetten, maar er zit ook een mapje bij waarin elke gebruiker zijn eigen persoonlijke opmerkingen, gevoelen en gedachtes kan noteren. Deze persoonlijke opmerkingen blijven in het mapje zitten. Zo ontstaat er dus een analoge user-generated laag over Jans kaart heen.

 

Share