Interview Peter Olsthoorn: De Macht van Facebook

Na De macht van Google brengt internetjournalist en media expert Peter Olsthoorn nu ook de macht van Facebook voor de lezer in kaart. Dit interview gaat in op een aantal aspecten hiervan, waarbij het concept privacy in relatie tot social media centraal zal staan.

Kunt u iets vertellen over de verschillende onderwerpen die in het boek De macht van Facebook aan bod komen?

Het boek behandelt verschillende vraagstukken en onderwerpen met betrekking tot Facebook, onderverdeeld in zes delen. Ten eerste de vraag: wat is de macht van Facebook en wat betekent dit voor privacy? Vanaf privacy wordt de sprong gemaakt naar marketing: hoe maakt marketing hier gebruik van. Een gedeelte van het boek is geweid aan terrorisme waar ik bijvoorbeeld inga op Anders Breivik en de aanslag die hij pleegde in Noorwegen. Daarnaast komen ook onderwerpen zoals doodgaan en verslaving aan bod en wordt er dus ingegaan op de maatschappelijke gevolgen van Facebook.Ten slotte komen filosofen, technici en schrijvers aan het woord over hun gedachtes en meningen wat betreft Facebook.

Hoewel privacy wel centraal staat, is het zeker niet het enige onderwerp dat dit boek beslaat. Daarnaast draait het hier niet om modder gooien: ik heb ervoor gewaakt om echt puur negatief te zijn over Facebook.

Vaak wordt er met de boze vinger naar Facebook gewezen als het gaat om bijvoorbeeld privacy. En terecht. Echter lijkt men voorbij te gaan aan de gebruikers rol als consument binnen dit machtsproces. Daarnaast heerst er vaak een ontwijkende en / of onverschillige houding als het aankomt op bijvoorbeeld privacy. Wat is uw kijk hierop?

Ooit noemde een vriendin van mij onverschilligheid de ergste eigenschap die er is in de wereld. Mensen kunnen onverschillig zijn maar je moet een mate van intelligentie bezitten om dat te willen en kunnen doorgronden en dan nog.. Als je je aangetrokken voelt tot dienst zoals social media dan neem je die reclame voor lief. Er worden enorme databases met informatie opgeslagen aan de hand waarvan profielen worden opgebouwd en verzameld. Je kunt natuurlijk zeggen: so be it. Ik vind ook dat je dat recht moet hebben en ik ben er niet om dat te veroordelen. In mijn boek voer ik natuurlijk voldoende argumenten aan waarom ik denk dat je er beter voorzichtig mee zou moeten zijn.

Aan de andere kant blijkt uit statistieken dat Nederlanders er wel voorzichtig mee zijn. Hoewel er in januari 2012 het aantal Facebook gebruikers op 6 miljoen is gesteld, is de verbruikstijd op Facebook  aanzienlijk minder dan in andere landen, dan het gemiddelde. Ook zie je dat steeds meer ouderen op Facebook zitten, wat logisch is want je kan zo makkelijk content zoals video delen. Facebook heeft enorme voordelen: het is gewoon geweldig. Het is veiliger dan het gewone internet, als in aanzienlijk minder phishing en virussen. Facebook is in feite een laag over het internet heen wat het een stuk makkelijker maakt. Bovenop dat web  functioneert Facebook en Facebook functioneert helemaal volgens standaarden en loopt niet uit de pas. Ze houden zich ook actief bezig met standaardisatie dus ze willen meedoen met het bouwen van standaarden. Op zich is er met Facebook niet zoveel mis behalve de enorme dataverzameling want die is echt buitensporig.

Max Schrems bekend van Europe versus Facebook project kwam natuurlijk met het bewijs en heeft boven tafel gekregen dat Facebook enorm veel data verzamelt. Die informatie heb ik ook zelf opgevraagd als onderdeel van mijn onderzoek maar dat verzoek is helaas niet ingewilligd.

Olsthoorn wijst op de nieuwe Europese privacy wetgeving die volgens hem Facebook en Google flink aan banden legt: je moet nu eerst toestemming vragen voordat je data mag verzamelen. Dat wordt een enorme clash en Facebook probeert nu al die wetgeving tegen te houden met ongegrond onderzoek dat uitwijst dat ze 32 miljard euro per jaar bijdragen aan de Europese economie. Hiermee willen zij zeggen: kijk eens hoe belangrijk wij zijn, je moet ons niet teveel in de weg zitten. Dat is natuurlijk onderdeel van het lobby circuit. De vraag blijft of de Europese norm over de hele wereld wordt overgenomen wat betreft deze privacywetgeving.

Hoewel sommigen geloven dat Facebook in zijn structuur zo dwingend en perkend is dat mensen daar op een gegeven moment zelf genoeg van kunnen krijgen, ziet Olsthoorn dit niet in nabije toekomst gebeuren:

Ik zie dat Facebook gewoon erg slim is in het bedenken van dingen die mensen prettig vinden. Facebook maakt code die aantrekkelijk is voor ons om handelingen te verrichten en het format dwingt een bepaald gebruik af. Aan de andere kant is Unilever ook een marketingconcern en heb je bijvoorbeeld Robijn voor zwarte kleding, verzin het maar eens! Dan wordt dat ineens heel goed verkocht en dat is de verleiding; een kenmerk van de kapitalistische maatschappij waarin we leven.

Is Facebook dus eigenlijk een wolf verkleed in schaapskleren aangezien zij commerciële doeleinden verkleden als democratische idealen zoals transparantie?

Delen is de norm en transparantie is enorm en als je daarin gelooft, en dat geloven ze, dan doen ze het heel goed. Facebook mag natuurlijk pretenderen dat alles wat je deelt goed is. Daar is ook niks mis mee en daarom ben ik ook een groot voorstander van vrije meningsuiting. Daarnaast mag Facebook contacten bijvoorbeeld ‘friends’ noemen terwijl het niets met vriendschap te maken heeft. In tegendeel, het staat diametraal op vriendschap, maar nog steeds vind ik het hartstikke goed wat ze doen.  Zo’n beursgang is heel veel geld waard en het wordt geëxploiteerd. Ze verdienen nu ongeveer 4 euro per gebruiker per jaar aan reclame en het is nog zeker 10 keer zoveel waard op de beurs. Dat betekent eigenlijk dat elk profiel wordt verhandeld voor 40,-/ 80,- euro, dus dat zijn wij waard. Maar dat is een klant voor Albert Heijn ook waard.

Het gaat op social media om sociale interactie die wordt geëxploiteerd en het feit dat deze comodificatie volgens velen invloed heeft op ons sociaal gedrag en onze privacy. Mag je daar op deze manier profijt van maken?

Ik heb daar niet zoveel moeite mee maar ik schrijf dit boek natuurlijk ook ter bewustwording. Willen mensen dat wel weten? Willen ze weten hoeveel ze waard zijn voor Facebook. Dan nog, kijk bijvoorbeeld naar hoeveel mensen er nog roken in Nederland.

Facebook lijkt handig te zijn om contacten te onderhouden die zwakker van aard zijn, klopt dat?

Natuurlijk is het ook handig om te netwerken, maar het is vooral aapjes kijken.

In het boek wordt ook aandacht geweid aan de verslavende werking van Facebook, kunt u daar alvast iets meer over vertellen?

Deze verslavende werking is nergens groter dan op Facebook natuurlijk. Dat komt door het visuele aspect waar Facebook de aandacht op legt: de foto’s. Er worden veel leuke dingen op Facebook gezet die quasi interessant zijn en dat hoort bij het moderne leven, honderden indrukken per dag. Daarnaast is natuurlijk de manier waarop ze vragen: waar denk je aan (Engels) of wat ben je aan het doen (Nederlands), wat ook onderdeel is van het verleidingsmechaniek.

Facebook is een prachtig fenomeen, het is heel goed opgezet. Ten eerst omdat het goed verleidt en ten twee is het knap geprogrammeerd en er wordt voortdurend met een groep mensen nagedacht: wat is er aan de hand en hoe spelen we hier op in. Bovendien kunnen ze analyseren.

Terugkomend op het begrip privacy, wat verstaat u eigenlijk onder het begrip privacy en specifiek privacy op Facebook ?

Privacy is simpel gezegd: geheimhouding. Dat houdt in dat je geheim kunt houden wat je geheim wilt houden en het recht om vervolgens met rust gelaten te worden. Mensen kennen maar één soort privacy: ten opzichte van hun medemens. En de ongekende privacy is ten opzichte van Facebook. Facebook vult een databank en weet verschrikkelijk veel en daar hebben mensen echt geen benul van. Mensen krijgen gericht reclame en de meesten vinden dat wel aardig. Dat is het uitgangspunt binnen onze maatschappij waarbij er minder verspilling zal zijn omdat er minder reclame terecht komt bij mensen die er toch niet naar kijken of niet in geïnteresseerd zijn. Persoonlijk vind ik deze gerichte reclame wel hinderlijk omdat het de aandacht trekt maar dat heeft niet specifiek met Facebook te maken.

Facebook heeft nog ontzettend veel meer mogelijkheden op het gebied van marketing. Commercieel gezien is het een walhalla. Het is grandioos wat er mogelijk is met Facebook maar hoe langer ze daarmee kunnen wachten, des te beter is het. Facebook is heel goed in het vertrouwen opbouwen van hun gebruikers. Ze zijn gericht op groei bijvoorbeeld door middel van de vriendsuggesties. Het is een heel vreemd concept natuurlijk. De mensen waarmee je op Facebook verbonden bent dat zijn je vrienden niet, dat zijn je kennissen. In mijn boek ga ik ook in op de terminologie waarbij het vaak draait om slecht of lui vertaald Engels. Maar hoeveel tijd wil je besteden aan je kennissen en hoe belangrijk is het om van je kennissen alles te weten? In mijn ogen helemaal niet.

In hoeverre maakt Facebook inbreuk op de privacy van hun gebruikers? 

Aan de ene kant absoluut niet. Wij schenden zelf onze privacy. Aan de andere kant is de privacy kwestie moeilijk en iets wat je persoonlijk moet afwegen. Je kan van privacy heel makkelijk zeggen: het kan me geen worst schelen! Daarnaast kan je je afvragen wat de privacy van een paar personen dan nog waard is en hoe weeg je dat af?  Veel schrijvers en boeken over privacy slagen er niet in om nou echt aan te geven hoe privacyschending is of zou kunnen zijn. Ze komen vaak tot één man wiens leven is verwoest door een foutje in de databank van de overheden waadoor hij geen werk en geen uikering krijgt etc. Dat is één fout en dat is 1 op de 16 miljoen, dat valt wel mee. In het verkeer gaan momenteel ieder jaar 700 mensen dood en dat vinden we normaal en noemen we collateral damage.

En ander voorbeeld is straling, chemische stoffen in je voedsel. Overal is veel te veel straling en dat vinden we ook allemaal normaal. Dat is de prijs die we betalen. Dat soort dingen weeg je dus voor jezelf af, maar je moet wel de kans krijgen. Het is in feite veel meer een zaak van de overheid: hoe lang wil je welk deel van de bevolking blijven beschermen?

U geeft aan dat een klein percentage uiteindelijk de dupe is van privacyschending op dit niveau. Is hieruit ook de onverschillige houding omtrent privacy vanaf te leiden?

Het kan natuurlijk vreselijk verkeerd aflopen. Kijk maar naar films zoals Minority Report of The Bourne Identity. Dat zijn geweldige films over de horrorscenario’s die kunnen optreden. Maar goed, je kan deze kwestie ook relativeren door te zeggen: we leven in een luxe samenleving en dat zijn nu eenmaal de gevolgen daarvan. In Afrika gaan miljoenen mensen dood aan de honger, dat is altijd nog wel even erger dan hier de privacykwestie.

Dragen wij als enige verantwoordelijkheid voor de bescherming van onze privacy?

Nee, ik vind dat je domme mensen moet beschermen met wetgeving. Net als dat we wetten hebben over de hoeveelheid reclame die je maximaal per uur op televisie mag laten zien.  Zo wordt er nu dus die privacywet geïntroduceerd waarbij men eerst toestemming moet vragen om gegevens op te slaan. Ik denk dat deze wetgeving wel goed is. Daarnaast komt er ook wetgeving over het feit dat Facebook data moet weghalen als je dat verzoekt.

Google is een goed voorbeeld als het gaat om privacy. Google is namelijk in bezit van jouw zoekdata en je zoekt naar dingen waarvan je absoluut niet wilt dat anderen dat weten, zoals bijvoorbeeld kwalen die je hebt. Tot nu toe zei Google die zoekopdrachten alleen te gebruiken om de zoekdienst zelf te verbeteren waarbij je persoonlijke zoekresultaten krijgt en dus ook een webhistorie. Dit proces was niet afgesteld op naam en dat was dus goed geregeld. Nu heeft Google besloten in verband met Google Plus, de tegenhanger van Facebook, dat vanaf 1 maart 2012 je naam wordt geregistreerd en  je zoekresultaten hieraan worden gekoppeld. Maar dat weet bijna niemand. Zo’n webgeschiedenis is hartstikke interessant om te bekijken omdat je dan een beeld krijgt van welke informatie je aan derde partijen weggeeft. Zo kun je ook alles wat je ooit op Facebook hebt gezet downloaden. Nu is dat niet meer zo spannend want iedereen heeft nu een Timeline gekregen en daar staat natuurlijk alles al in.

In het boek wordt Facebook dus niet als ‘het kwaad’ afgeschilderd?

Het probleem met kennisgaring is vaak dat mensen snel een mening hebben. Dat is niet mijn stijl. Ik leg bloot wat er aan de hand is en laat de lezer zelf op basis van deze feiten hun oordeel en conclusie vormen. In tegenstelling tot Facebook waarbij mensen vaak al snel hun oordeel klaar hebben liggen, staan social networking sites (SNS) als concept niet ter discussie. Waarom is dit zo belangrijk? Hebben wij dat nodig? Ik ben zelf heel sociaalconservatief met dat soort dingen, hoewel ik wel blij met het Internet omdat het veel dingen makkelijk maakt. Als ik foto’s wil sturen, doe ik dit per e-mail, daar komt geen SNS aan te pas.

Is er sprake van een generatiekloof als het aankomt op deze specifieke behoefte?

Nee ik denk dat dat wel meevalt. Technologie is wel vanzelfsprekender, technologie dwingt je. Dat is het elementaire gebrek: technologie is heel snel tot ons gekomen en we beseffen niet wat technologie met ons doet. Een grappig voorbeeld hiervan zijn het aantal ongelukken met elektrische fietsen in de bocht. Mensen beseffen niet dat je in de bocht moet afremmen, met een fiets doe je dat automatisch omdat je een paar meter voor de bocht stopt met trappen. Op een elektrische fiets werkt dit anders en dat is een fantastisch voorbeeld van een nieuwe technologie waarmee we nog niet kunnen omgaan.

We staan er niet bij stil dat we iedere keer informatie geven aan een machine en dat is natuurlijk verdomd handig. Maar bijna alle technologiegebruik heeft ook een keerzijde. Ik ben er niet op tegen maar laten we daar eens een keer over nadenken: wat gebeurt er nou met technologie? En dan word je natuurlijk al snel voor een ludist uitgemaakt (diep in mijn hart ben ik dat natuurlijk wel).

————————————————————————————————————————————————-

Peter Olsthoorn’s boek De macht van Facebook is verkrijgbaar in twee edities:

 

 

Share