Verzin uw eigen auteur Door Bilwet "Intellectuelen vereren door ze te verzwijgen." Johan Sjerpstra 1. Verzin een auteur die een oeuvre gaat schrijven. De naam kan later komen, maar hij kan zich ook al aandienen aan het begin, waarna hij een oeuvre begint te schrijven dat bij deze naam past. Je auteur is geen pseudoniem, het is een artificiele auteur (AA) met een persoonsnaam, die weldra tot leven komt en onverwachts bij je aanbelt. Al snel blijkt hij of zij dingen te beweren waar jij niet van op de hoogte was: een citaat verschijnt in een Sloveens tijdschrift, hij blijkt een reisgids over Ierland te hebben vervaardigd, hij houdt lezingen in het land, naar verluidt heeft hij een dochter gekregen. Zorg ervoor dat de autonome agenten in het Net hem direkt kunnen vinden in alle bestaande databanken. 2. Zodra de auteur bestaat, begint hij te publiceren. Iemand hoorde van een titel, iets met 'Hypocrasia'. Je begint hem te citeren, maar alleen uitspraken die niet stuk te krijgen zijn, overal op kunnen worden toegepast en een hele tijd meegaan. Het moet vooral niet duidelijk wat de omvang, inhoud en kontext is van het oeuvre waaruit geciteerd wordt. Net als bij de pre-Socratici kunnen 18 fragmenten voldoende zijn voor eeuwige erkenning. Nog steeds scoort Heraclitus hoog op de lijst van meest geciteerde auteurs. De citaten moeten krasse uitspraken zijn die normale mensen niet over hun lippen zouden krijgen. Goedkope effecten worden niet nagestreefd. Het is al te makkelijk om met je jonge auteur een schandaal te veroorzaken, maar zodra dat vergeten is ben je je ook je schrijvertje kwijt. 3. De man zonder achtergrond is suspekt. De auteur moet daarom een neutraal beroep krijgen dat iedereen kan uitoefenen: schrijver, publicist, beeldend kunstenaar, socioloog, voedingsdeskundige, mediatheoreticus, cultuurcriticus, architect, curator. In de citaten mag geen enkel verband te ontdekken zijn met de gekozen beroepsgroep. Je auteur mag nooit de weg kiezen van een specialisme, want dan wordt hij onmiddellijk ontmaskerd. Je laat je AA vermenigvuldigen door zoveel mogelijk onbenullen (multidisciplinaire generalisten). Zodra je de juiste coordinaten achter de auteursnaam hebt (Londen, 1953, filosoof), ligt de wereld voor je open. 4. De voordelen van een aantal eigen auteurs zijn legio. De vraag of je het eens bent met de uitspraken, artikelen en boeken van je virtuele auteur, doet niet ter zake. Je kunt hem 'niet zo goed' vinden, of eenzijdigheid of een te grote ruimhartigheid verwijten. De auteur is programmatuur, en de enige vraag is of het werkt, niet wie het bedacht heeft. Wie de auteur heeft bedacht is niet belangrijk, wel wat hij of zij maakt. Gegeven deze instelling, deze stijl, deze eigenaardige trekjes en dit onderwerp: wat zou je AA ervan zeggen? Als schrijver verborgen blijven kan veel gemakkelijker dan Pynchon of Salinger het doen: als je niet bestaat heb je niets te verbergen. Ook anonieme remailers op het Net kunnen ieder moment de identiteitspolitie verwachten die hun machine in beslag komt nemen. 5. Neem belangrijk werk van je tijdgenoten, knip de auteursnaam en de titel eraf en vervang die en je bent in een klap van de copyright- problematiek af waarmee men het systeem van de 'echte schrijvers' in stand houdt. Natuurlijk kun je je virtuele schrijver ook het medium maken van een idee en zelf wat boeken laten produceren. Zo kom je van het overschot aan ideeen af die je niet in je andere oeuvres kwijtkunt. Een auteur kan maar een of twee boeken per jaar produceren, maar met