La Societe des Debacles De kritiek van de verbasterde rede Door Bilwet Nu de historische gestalte van de bastaard is geāmancipeerd tot volwaardig lid van het een-ouder gezin, kan hij in alle onschuld uitgroeien tot esthetische kategorie van zekere omvang. Het Grausame heeft plaatsgemaakt voor de schoonheid (the united bastards of Benneton). De bastaard is per definitie de vlees geworden verleiding en het zichtbaar resultaat van een onverantwoorde roes. De moderne bastaard straalt zelfbewust de harmonie uit van een nieuw genetisch- cultureel-technologisch accoord. Het onechte kind als prototype van de Artificial Child (AC) is een gedaante uit de epoche van het burgerlijk gezin. De negentiende eeuw werd ooit bevolkt door uitgestoten dienstmeisjes en gouvernantes, in gezelschap van hun maatschappelijk ongewenst nageslacht. De hypocrisie stond er garant voor dat een slippertje binnen het huwelijk met de mantel der liefde bedekt bleef. De bastaard roept de tedere herinnering op aan de mogelijkheid van onschuldige liefde. In de officiele versie is de bastaard daarentegen slachtoffer van verkrachting, racisme, dubbele moraal danwel wereldgeschiedenis. Maar in de bevolkingsregisters is het allang als kategorie opgegeven. In plaats daarvan maakt de bastaard zijn herintrede mee als therapeutisch geval, het kind van de rekening, produkt van een verscheurd gezin. Mislukt kind van een gestrand huwelijk, op zoek naar z'n eigen vader, d'r eige moeder, het eigen land, de eigen taal. Is het dan toch zielig? Het christelijk geloof levert ons het basic model van de georganiseerde bastaard. Jezus uit Nazareth heeft wel een moeder, maar wie is de vader? De beantwoording van deze netelige kwestie resulteerde in een wereldgodsdienst. De verlosser zoals de traditie ons die heeft overgeleverd, heeft blonde krullen en blauwe ogen. Voor de volledigheid kan nog gemeld worden dat hij in een schuur werd geboren en op een pakzadel naar Egypteland vervoerd werd, dit voor ethymologisch geinteresseerden. De onwettige status van kindeke Jezus fungeerde als de brug naar het sacrale, het bovenwettige. De normaliteit produceert slechts een verwaarloosbaar aantal heiligen per ruimte/tijdseenheid. Zodra de krisis aanbreekt, mogen ze hun profetieen uitkramen. De krombenige bastaard-Ariār Adolf Hitler is een leek-deskundige op dit gebied: "De sterkere moet heerschen, en mag niet met den zwakkere samensmelten om zoo zijn eigen grootheid te verspelen." Elders poneert hij de "juiste these dat iedere menging van rassen, vroeger of later, moet leiden tot den ondergang van den bastaard, zoolang het hoogerstaande element van deze kruising zelf nog in zuiveren toestand in een eenigzins op een ras gelijkend verband aanwezig is." De politieke situatie schat hij daarom als volgt in: "Het ras 'vernegert' in een zo snel tempo, dat men werkelijk kan spreken van het ontstaan van een Afrikaanschen staat in Europa. Er ontstaat dan een geweldige ongedeelde Europeesch-Afrikaanschen mulattenstaat van den Rijn tot den Congo." Hitler verwoordde een angst, die anno nu, omgekeerd is in een verlangen naar vermenging. Hitler kreeg gelijk met z'n mulattenrijk en dat is maar goed ook. Zijn bevlogen waarschuwingen klinken totaal out of date. Nog steeds klinkt erin door dat hij zat te tobben met z'n eigen dubieuze oorsprong. Dat geldt voor iedere belangstelling voor het bastaardige. Hoger en lager, dikker en dunner, donker of licht, korter of langer, sterker of zwakker: veel plezier en succes bij het opmeten van de 'eigen' identiteit! Toen de biowetenschap nader onderzoek instelde, bleek dat ook nu nog 10% van de kinderen z'n genen ergens anders was gaan halen dan bij zijn wettelijke vader. En dat klinkt wel gezond. Het ras heeft tegenwoordig verse, wilde genen van buiten nodig om in konditie te blijven. De bloedbastaard heeft z'n emancipatie achter de rug en is van genealogische vervuiling gepromoveerd tot een verrijking van het genetische landschap, anders verdort en verdroogt het... en degenereert, aldus het heersend ecologisch vertoog. Als je niet meer in de zon kunt zitten vanwege het gat in de ozonlaag, neem je wat donkere genen op in je bloedlijn. "We worden gewoon allemaal wat bruiner in Nederland de komende jaren," alsdus een belijdend anti-racist op TV. De bastaard is het begrip raszuiverheid ontstegen en fungeert nu als contrapunt van het cultische gezin, dat rites uitvoerde voor het huisaltaar. De bastaard staat nu voor het realisme, dat je de natuur nu eenmaal niet kunt tegenhouden en bewust met de konsekwenties moet leven van het rasloos geslacht. De adoptie van de tweedelijns erflaters in ons midden zorgt ervoor dat het particulier pragmatisme zich kan ontplooien. De bastaard is voortaan niet meer belast, maar moet zich net als iedereen bewijzen. Nu ook een einde is gemaakt aan het gezin als hoogste vorm van nepotisme, kan men zich geheel en al wijden aan de zuiverheid van het eigen handelen. "Ik ben PC, jij bent PC": de dageraad der psychocratie. Vanaf heden kun je niets meer afwentelen op de voorvaderen met hun nature & nurture. Dit is de tijd van de overgave aan de dictatuur van het toekomstige. Het noodlot achtervolgt je niet langer, je moet het zelf najagen. Zolang je passief blijft wachten word je door het lot links of rechts gepasseerd en gebeurt er helemaal niets: het leven van miljoenen in de parkeerstand. De cultuurbastaard dient zich nu waar te maken en heeft het moeilijk met de vraag naar authentieke ethniciteiten. Hij moet altijd zijn mix verantwoorden. De cultuurkritiek blijft gefixeerd op de analyse van de afzonderlijke invloeden, om ze vervolgens te verheffen tot een ethisch, humanistisch en religieus plateau. Na de uitleg volgt de bevordering tot hoogere cultuur. Er is evenwel sprake van een reeel bestaande vermenging en vervuiling, waar men verder geen pleidooi voor hoeft te houden. Vandaar dat de Bastaard geen concept is dat de verhoudingen aan het wankelen brengt. Het onzuivere denken houdt zich niet aan de beperkingen die het mengen worden opgelegd. Het parasiteert op de schoonheid van het eigen vuil. De gemengde intelligentie leeft bij de gratie van het lekkende geheugen, de ongezonde interesses, ondeugdelijke argumenten en onzindelijke motieven. Het staat geen verandering voor, maar voltrekt deze zonder zich daar al te bewust van te zijn; al het gecodeerde wordt niet gedecodeerd, maar geperverteerd. Het verbasterd intellect rammelt aan de tralies van het sterke concept. Zolang het maar niet uitvoerbaar is en geen konsensus verbreidt, kan de negativiteit het ver schoppen en de heersende verhoudingen achter zich laten. Een helder idee is totaal niet interessant voor de Bastaard. Hij is eerder aan het rommelen om kortsluiting te maken, op zoek naar flitsende gedachtes, die onvermijdelijk gevolgd worden door gedonder en soms inslaan of verfrissend werken. De bastaard teert op de aftakelende modes, niet met het idee om ze te recyclen, maar vanuit de overtuiging dat het Ganze altijd het Unwahre is. Het gecontamineerde weten erkent dat de waarheid zo haar gebreken, haar handicaps, overbodigheden, haar onredelijkheid en een onhandige presentatie heeft. De katastrofes kunnen ons niet meer overvallen, maar trekken langs. De bastaard onderbreekt de grote lijnen die anderen voor uw bestwil hadden getrokken en verpest heldere toekomstdromen. Hij staat aan de kant van de mislukking zodat het perspektief van goed en kwaad kantelt. Dit niet uit vreugde over een gewisse ondergang, maar uit toewijding aan de grensvervagende overgang van het Avondland. Na de fascinatie voor het Kwaad in de jaren tachtig, zitten we nu midden in de belangstelling voor de Mislukking. Niet langer lezen wij over de Verleiding, de Simulatie, de Perfectie, de Glamour en Passie voor pure zelfexpressie. Het Kwaad moest al het Goede van de jaren zestig uitdoven en slaagde daar wonderwel in (vgl. de doorbraken van 1989). Maar daarna kwam er toch weer iets anders. De triomf van de dialektiek, de historische synthese van markt en democratie, bleef uit en zelfs een nieuwe anti-these kon niet worden gevonden. Het Goede Socialisme maakte terecht plaats voor het Kapitalisme van de Mislukking. Het systeem en zijn lijfeigenen hebben een Umwertung aller Werte ondergaan, en ondertussen is alles bij het oude gebleven. Een ondefinieerbare situatie waarin men zich niet langer de moeite getroost de Wereld en het eigen Ik (en alles wat dat aanpaalt) onder woorden te brengen. Chaos rules en dat leent zich ook niet voor onwettige visualisering. Het tijdloze getob in de vorm van vernietigend privĒ- intiatief, vindt plaats tenmidden van rottend beton en failliete staatsstructuren. Hier ontbreekt de heroische schijn van het gedeclameerde einde van de geschiedenis. De spektakelmaatschappij stortte ons onverwachts in de Societe des Debacles. "Wij leren van Guy Debord." Het heidense geloof in nieuwe media, project management, bewaking, flexibilisering, omscholing, improvisatie, imago en identiteit is de beproefde methode om nieuwe technieken te introduceren. Aanvankelijk is er de verbazing over het functioneren van al die rare apparaten en concepten. Zodra ze algemeen verbreid beginnen te raken en echt gaan werken, verschuift de aandacht naar de momenten dat de methoden en technieken falen en vallen er ontslagen. Eenmaal in de normaliteit beland, verliest iedere cybertechno z'n schittering en dient routineus gebruikt te kunnen worden. Zodra hard- of software wanprestaties gaan leveren, keert de woede van de consument zich tegen de Machine en zijn makers. Het is heerlijk om je Rage uit te leven en alle mislukte machines uit het raam te gooien, en masse op straat! De grunge en de generatie Nix hebben de authenticiteit van de elementaire mislukking in stelling gebracht tegen de lycra glans van het afgezaagd succes. De doorbraak van de stagnatie is de verrassende Wende die de geschiedenis sedert 1989 heeft volvoerd. Zolang het einde van de vooruitgang nog werd verkondigd, was er niets aan de hand. Maar de bevrijdingsfilosoof Fukuyama kon niet voorzien dat het aanmodderen de overhand zou nemen. De zelforganiserende principes zoals die van chaos, artificial life, fractals, internet, complexiteit, Biosfeer II, turbulentie komen weliswaar optimistisch op gang, maar blijven vervolgens steken in hun aankondigingsfase. Het konsekwente doorgroeien van de kanker wordt niet gehaald - het blijven modellen. De mislukking daarentegen is in principe geen model en ook geen strategie. In dat opzicht onderscheidt ze zich van alles wat de jaren tachtig aan ideeān heeft opgeleverd. De afgang is geen fatum: het noodlot nadert van buitenaf, terwijl het fiasco van binnenuit komt, zonder te kunnen worden voorgeprogrammeerd. De ingebakken teleurstelling die zich ontvouwt, is geen bug die uit het programma gehaald kan worden. In het tijdperk van overorganisatie en een maatschappelijk overschot aan ervaring is de floppreventie een val gebleken waarin het succesdenken is vastgelopen. Men probeerde nog de mislukking te herdefiniāren als leermoment, maar Omo Power, de Pentium chip van Intel, de Betuwelijn, Windows 5.1 van Microsoft, CD-i van Philips, atoomenergie, de snelle hereniging van Duitsland... allemaal sterke concepten die het niet aan overtuigingskracht ontbraken en toch niets werden. Men gaat op twee fronten de mist in: je kunt de verkeerde invalshoek nemen op het juiste onderwerp, of het verkeerde thema bij de kop pakken en daar de juiste theorie over opstellen. Na de pose van de loser in de popcultuur, zien we nu de erkenning van de mislukking in de theorie opkomen. Derrida bekent: "Ik zat er naast met mijn grammatologie." Het is net als Lacan die toegeeft dat het onbewuste toch niet talig gestructureerd is. Jammer voor een hele generatie promovendi. Het wachten is daarom op een studie over Nietzsche's falikante missers: de eeuwige wederkeer kan helemaal niet! De uebermensch is niet meer dan een bastaard. Alleen van Marx wordt er ex-cathedra gezegd dat hij het bij het verkeerde einde had... Maar wat zal er van de Concept of Mind van Ryle overblijven indien John Garang in het Zuiden van Soedan er zijn bestuur op stoelt? Het tijdperk van het in het wilde weg denken breekt thans aan. Totale falsifikatie doet niets af aan de mogelijke waarde van de geloochenstrafte theorie. Op de keper beschouwt houdt het denken zich niet bezig met de vraag hoe de wereld in elkaar zit, maar hoe deze zich organiseert, wanneer je er op een bepaalde manier naar kijkt. Er heerst in het hedendaagsch denkklimaat een skeptische vertoog- consumptie: kan je er wat mee, stelt het iets voor, gaat het ergens over, kun je er in de praktijk mee uit de voeten, staan er plaatjes in, leest het lekker weg, doet men niet al te moeilijk, levert het nog wat op, verkoopt het een beetje, komt het een beetje overtuigend over, is het allemaal wel waar, kun je er punten mee scoren? Het probleem van Foucault's vertoog-idee is dat het niet stuk kan (tenminste, dat zegt de kaft). Het vertoog kan weliswaar afzwakken, zwalken, radikale wendingen nemen, zich uitbreiden tot over het hele veld van de werkelijkheid, doordringen tot in de intiemste plekjes, onderdrukt worden, aan de macht komen of een tegenmacht vormen, maar het kan niet worden ontmaskerd door een leugendetector. Er komt altijd meer van dezelfde waarheid uit. Het vertoog wordt gemeenlijk niet publiekelijk verhandeld, maar funktioneert slinks achter de coulissen. Zal het mediavertoog ooit eens mislukken, falikant de mist in gaan zodat iedereen op stel en sprong besluit iets zinnigers te gaan doen? Daar kun je wel vanuit gaan.