Ons geheim Over de Haagse incestaffaire Een poppenkastspel door Bilwet [Er zijn vijf poppen: Jan Klaassen, Katrijn, erg dikke Moeder, een derde pop die alle mannenrollen speelt met ander hoofddeksel op ofzo, en de Duivel) Eerste scne (lekkere spelletjes) Jan Klaassen en Katrijn (hun twee stemmen spreken simultaan): Ik weet nog dat mijn moeder een keer naakt en breeduit in de achtertuin lag te zonnen en opeens zat te vloeken omdat ze door een meeuw was ondergepoept. M'n zus en ik zaten achter de schuur te stikken van de lach. En ik ben een keer door een hond in m'n achterste gebeten toen ik zelf probeerde een koe te melken in het weiland van de boer waar ik altijd verse melk moest halen. Die bouvier hing aan m'n achterste voordat ik die koe had bereikt. Toen ik weer in veiligheid was moest ik vreselijk lachen, maar thuis kreeg ik op m'n sodemieter omdat m'n broek stuk was. Moeder (achter coulisse): Jan Klaassen! Jan Klaassen! JK: Ik moet weer moeder vingeren. Die is zo dom. Die kan nog geen een en een optellen. (In linkerkant kast ligt Moeder met varkensmasker op. JK vingert haar met stok gedurende volgende tafereel dat aan rechterkant plaatsvindt.) Broer (achter coulisse): Katrijn! Katrijn! K: Dat is mijn broer. Daar houd ik zoveel van. Broer (komt op): Wil je niet aan mijn stok zuigen? Kijk (tekening van stok in mond). K: Doe effe normaal. Broer: Nee joh, dat is heel leuk. K zuigt aan stok broer. Broer: Moet je hier kijken, dat is neuken (tekening van pop die als heks op stok zit). Dat wil ik ook. K: Dat durf ik niet Broer: Ach joh, dat durf je wel, stel je niet aan. Laten we het proberen. Als je dan nog zegt dat je het niet lekker vindt hou ik ermee op. K gaat op stok zitten rijden K: Au au het doet pijn. Broer: Dat kan niet. (...) Ik ben klaar. Heb je het lekker gevonden? Broer af, Vader op. Vader: Mooi, dan kan ik nu. K: Doe maar wat aan Broer, want hij blijft maar doorgaan; ook als ik zeg dat hij moet stoppen. Vader: Maar hij doet toch niks? K gaat op stok van Vader rijden. Van linkerkant schreeuwt Moeder: H wat doen jullie daar? Ik weet nog veel leukere spelletjes dan alleen met een stok. Als moeder naar andere kant rent, gaat JK in hoek achterop toneel zitten. De rest van dit tafereel wordt er alleen geschreeuwd en gedaan door Moeder, Vader en Broer, die naar believen op mogen rennen. Katrijn is het centrum van de handeling, maar zij zegt niets. Jan Klaassen zit in de hoek en heeft slechts n zin, die hij in begin van de scne zegt. JK (haalt hondje uit diepte tevoorschijn): Alleen dieren zijn eerlijk. Mijn lichaam is een willoze pop. Er treden nu twee parallel lopende handelingen op. Aan de ene kant van het toneel wordt een reeks voorwerpen in Katrijn gestoken, aan de andere kant haalt Jan Klaassen keer op keer een dier tevoorschijn uit de diepte, dat vervolgens wordt weggehaald, opgegeten enz. Per voorwerp dat in Katrijn wordt gestoken, wordt er vervolgens een dier bij Jan Klaassen weggehaald. Katrijn zegt tot en met de tijd dat ze met de mechanische haan wordt bewerkt schoolrijtjes: Katrijn: Een plus een is zes, een min een is zes, een maal een is zes, een gedeeld door een is zes, de wortel uit een is zes. (Ze kan ook de namen van de zes Haagse musea opdreunen, of plaatsnamen enz.) Katrijnkant Jan Klaassenkant (Voorwerp) (dier) (gebeurtenis) Kaars hondje weggehaald Schroevedraaier hamster opgevoerd aan K Pollepel konijn idem (Katrijn begint nu langzaam een dikke buik te krijgen) Vibrator tweede hondje weggegooid door JK Mechanische haan mislukte baby aan plafond gehangen De bevalling van Katrijn/Jan Klaassen gaat als volgt: JK haalt gave babypop tevoorschijn, terwijl Moeder tegen Katrijn zegt: Moeder: Je gaat alleen maar een paar botten uitschijten. Er kan hoogstens een walgelijk monster geboren worden, want uit jou kan toch niets goeds komen. JK n K (simultaan): Patrick! Moeder trekt misvormde pop uit rokken Katrijn, trekt die stuk en hangt hem aan plafond. Zo komen we vanzelf in de hilarische Tweede scne (de babymoordjes) Het lichaam van Katrijn wordt aan vier touwtjes (armen en benen) achterin de kast vastgebonden en opgehangen (zonder hand erin). JK staat naast haar. Door Moeder, Vader of Broer wordt om beurten een heleboel spullen onder de rok van Katrijn vandaan getrokken: SM-attributen, video's, een tv-toestel, tassen, bontmantel, laarsjes, flessen drank (waaruit gedronken wordt, ook Katrijn krijgt een slok). De spullen worden weggegooid en door JK aan haken bovenin de kast opgehangen. Dan trekken Moeder en Vader opeens babypoppen te voorschijn. Nu ontstaat er een schreeuwerige overgooi-wedstrijd tussen Vader en Moeder over Jan Klaassen heen die de poppen probeert te vangen. Als dat niet lukt trekken Vader of Moeder de poppen stuk en hangen die aan de haken boven het toneel op. Drie maal weet JK een pop te vangen. Hij springt dan even op Katrijn en verstopt daarna de pop door die naar beneden te duwen ("Daar zijn ze veilig"). De scne eindigt als Moeder opeens een briefje van 25,- onder de rok van Katrijn te voorschijn trekt. Moeder: Wat krijgen we nou? Ze trekt een geldzak onder rok uit waarop groot: 5.000.000 gulden staat. Alle poppen op Katrijn na rennen de kast uit en daarmee komen we in de Derde scne (doldrieste satansdienst) Achter de nog altijd vastgebonden Katrijn wordt een doek neergelaten waarop een Tempel staat geschilderd met vijf pilaren, dak en pentagram. In het centrum van de Tempel staat een altaar dat precies achter de vastgebonden Katrijn hangt. Ook is aan de linkerkant een Duivelstroon geverfd. Muziek klinkt: Glory Glory Halleluja. De Duivel komt op (heeft hoorntjes en ramspoten enzo). De Duivel hypnotiseert Katrijn en gaat daarna op troon zitten (hangt zich aan haak op zodat hij op troon lijkt te zitten). In de loop van deze scne spreekt Katrijn op trance-toon een serie vragen uit, als er even een gaatje in de handeling ontstaat om iets te zeggen, of anders praat ze zacht (niet alle vragen hoeven worden gebruikt): Katrijn: Ken je dit? Wat kan ik zeggen? Vind ik het raar? Hoe je dat allemaal als klein meisje beleeft? Wanneer krijg ik een klap? Hoe kun je je ouders dit nou aandoen? Waarom zou ik fatsoenlijk zijn? Wat ben ik toch? Bang? Wat dan nog? Bang om vermoord te worden? Waar moeten we heen? Waarom zal ik je wat vertellen? Weet je wat erg is? Wat moet ik hier nou mee? Zit je daar nou om te zeuren? Stel dat ik hem zou tegenkomen? Hebben ze het slot er soms per ongeluk verkeerd om in gezet? Meen je dat nou? Hoe zou jij dat vinden? Zou het een opluchting zijn? Hoe weet ik nou wat normaal is? Ben jij wel goed wijs? Welke tegenslag krijgen we nu weer? Moeten ze daar nou zo'n kouwe drukte over maken? Nu begrijp je het opeens wel? Weet je wat ik het allerergste vind? Waarom niet? Is het ze te veel geworden? Of zit er meer achter? Is er dan iemand de baas? Waarom herinner ik met nou toch niets van gisteravond? Komen die idee n soms bij hen vandaan? Waarom mag hij er nooit iets over zeggen? Waarom heb je het gedaan, waarom heb je het mij aangedaan? Wil je het horen? Wat bedoelt ze daarmee? Moeder komt op na hypnotisering. Ze heeft een SM-maskertje op en is gekleed in het gewaad van een duivelspriesteres. Moeder spreekt een litanie uit tegen de pop van de Duivel op de troon. Moeder: Mijn meester op het paard, kasteelheer, bouwer van de tempel, zwaarst geschapene, jij bent de vader. Dan begint de Duivelsdienst. Deze bestaat eruit dat er telkens een gelovige opkomt (de mannenpop met een puntmuts op) om zijn eer te betuigen aan de duivel, door met knuppel op Katrijn in te slaan of die in haar te steken. Daarna gaat de pop weer af, om opnieuw op te komen. Opkomst en afgang van de verschillende mannen verloopt telkens hetzelfde, en iedere keer klinkt er even: Glory Glory Halleluja. Moeder herhaalt telkens dezelfde zin op dezelfde afgezaagde toon. Eerste gelovige komt op. Moeder: Ha mijnheer de dokter! Je mag alles met haar doen, als je haar maar niet doodmaakt. Dokter: Ik zal je eens een prikje geven! Wat jij nodig hebt is een gezond pak slaag. (En vergelijkbare dubbelzinnigheden.) Dokter af. Tweede gelovige komt op. Moeder: Ha mijnheer de dominee! Je mag alles met haar doen, als je haar maar niet doodmaakt. Dominee: Ik zal mijn naaste eens liefhebben. Hier, beminde gelovige! Ik geef jullie een lenig van 4000,- van de kerk. Ik zal je laten sidderen van de heilige geest. (En dergelijke. Hij neukt haar op altaar.) Af. Derde gelovige. Moeder: Ha meneer de agent! Je mag alles met haar doen, als je haar maar niet doodmaakt. Agent: Hier moet de openbare orde worden gehandhaafd! Ik betrap je op heterdaad. Ik zal je leren waarvoor je een aanklacht kunt indienen. Doorrijden! (En andere dubbelzinnigheden.) Af. Vierde gelovige. Moeder: Ha meneer de welzijnswerker! Je mag alles met haar doen, als je haar maar niet doodmaakt. Welzijnswerker: M'n zoon is homo. M'n nieuwe vrouw heeft lang blond haar. Ze is lerares. Het gaat erg goed. De kinderen kunnen goed met haar opschieten. We installeren cv. Dat wordt zwart gedaan. Scheelt drieduizend gulden. Af. Vijfde gelovige. Moeder: Ha Keesje Kettingzaag! Je mag alles met haar doen, als je haar maar niet doodmaakt. Keesje: Ik zal haar als een varken ondersteboven aan de deur hangen. Ik zaag haar duim eraf, dan moet ze die opvreten. Katrijn (ontwakend): Om me ondersteboven te hangen moet je me eerst losmaken. Keesje zaagt de touwen door met zijn stok. Katrijn: Jan Klaassen! Jan Klaassen! Jan Klaassen komt tevoorschijn en slaat met knuppel Keesje Kettingzaag dood. Katrijn heeft knuppel van Keesje gepakt en slaat de Duivel dood. Als Katrijn daarna Moeder zal doodslaan, trekt die haar SM-masker af waaronder een normaal gezicht zit en doet ook haar priesteresgewaad uit, waaronder ze naakt is. Moeder: Ik heb een betere man voor je, een echtgenoot, die niet van seks houdt! Jan Klaassen: Mooi! Dan kan ik weer naar de kinderen. (Af.) Terwijl doek met Tempel wordt opgetrokken komt Echtgenoot op. Hij heeft een enorme snor waarvan de punten omhoog wijzen als de hoorntjes van de Duivel. Moeder: Je mag alles met haar doen, als het maar geen seks is. Echtgenoot: Dat lijkt me wel wat, want ik ben m'n gewone leven toch zat. Ik word altijd strontmisselijk van seks. M'n ballen doen zeer vanwege die hersteloperatie. Ik wil eten! Zo komen we in de Vierde scne (vrolijke smeerboel) (Moeder blijft links staan, Echtgenoot en Katrijn staan middenvoor.) Echtgenoot kotst Katrijn onder. Echtgenoot: Ik heb honger! Mijn eten moet opgeschept en geprakt zijn en m'n vlees in kleine stukjes gesneden. Ik wil aardappels, andijvie, snijboontjes, vette gehaktballen, frikandellen en twee broodjes kroket, kipje eten, Chinees halen, lekkere dingetjes klaarmaken en samen opeten, een gezellig glaasje. O? Staat mijn eten nog niet klaar? Jij bent geen vrouw! Jij bent een hond! Blaf! Echtgenoot duwt Katrijn voorover op handen en knie n, en haalt een hondebak te voorschijn. Echtgenoot: Vreten! Ik heb brokjes en rauwe pens voor je! Katrijn: Dat ik dan de enige keer dat hij eens het eten maakt! Echtgenoot (geeft mep met stok): Vreten! Honden praten niet! Katrijn eet uit de bak. Moeder staat bulderende te lachen en roept: Jij snapt helemaal niks van honden! Smeer mij in met stront, dan likt zij me schoon! Katrijn gaat zitten kakken, Echtgenoot vangt haar drol op en smeert daarmee Moeder in. Terwijl zij wordt ingesmeerd is Jan Klaassen weer opgekomen met een grote schep. JK en Katrijn staan even te smoezen en JK begint een gat te graven. Echtgenoot: Dit wordt me te smerig. Ik ga me maar eens aan mijn eigen kinderen vergrijpen. Want ik hou zoveel van ze. (Af.) Moeder tegen Katrijn: Hier komen! Likken! Katrijn is op handen en knie n achter haar gekropen en begint haar te likken en te duwen tot ze voor het gat staat dat JK heeft gegraven. Dan geeft Katrijn Moeder opeens een zet zodat ze voorover het gat in valt. Moeder: Ik kom klaar! Ik kom klaar! Ik kom klaar! Jan Klaassen en Katrijn (door elkaar schreeuwend): Ze gaat dood! Ze gaat dood! Ze gaat dood! Als Moeder is verdwenen, omarmen JK en K elkaar. Ze staan in dezelfde houding als helemaal aan begin van poppenspel. Jan Klaassen en Katrijn (simultaan): 's Nachts worden we heel helder. Soms kijken we tv. Soms zetten we hem uit en kijken we naar buiten. Naar de lichten van de auto's die langskomen. We spelen met de poesjes, of met Tommy de rat. Dit maakt ons leven nog de moeite waard. Met de kinderen hebben we dat vaak. Bijvoorbeeld als ze ruzie maken en we zien hoe ze het weer goed maken. Als we niet kunnen slapen gaan we vaak naast hun bed zitten kijken hoe ze slapen. Dat is zo mooi. Soms dromen we ervan om ver weg van iedereen te gaan. Dan zouden we het liefst met de kinderen ergens heen gaan waar ze mij niet kunnen verstaan, en waar we zelf aan ons eten moeten zien te komen. Onze droom is een huis voor incestslachtoffers, het liefst een oud boerderijtje met veel dieren, veel kinderen, mensen die af en aan lopen voor een babbeltje, een deur die altijd open staat voor mensen die het nodig hebben en een waakhond om ongewenste personen weg te jagen. Wat zeg ik? En waakhond? Zes waakhonden! (Tijdens monoloog is langzaam Glory Glory Halleluja ingezet, dat nu aanzwelt.) Einde Noot: Bijna alle teksten zijn citaten uit: Yolanda, mijn verhaal. De Eper incestaffaire. Uitgeverij BZZTT, 's Gravenhage, 1994.