Beroep: methodoloog door bilwet "Wij zijn jullie leiders. Doe wat wij zeggen. Gehoorzaam jullie regering, want de regering gehoorzaamt ons. Wij gaan samen naar de toekomst." Glorie der Mensheid I. De methodoloog leert ons waar we het moeten zoeken. Hij ontwikkelt het navigatiewerktuig waarmee we ons door de mentale landschappen kunnen bewegen. Hij behoedt ons voor het gevaar dat het leven ontaardt in een dooltocht. Hij is de oervader van alle beschaving en normbesef en levert de grondslag voor moraal en staatsinrichting. Hij formuleert de apriori waarop de leraar, priester, wetenschapper, profeet en politicus hun ambtsuitoefening baseren. Het handelen is het wezenskenmerk van de mens. Zodra dit het stadium van het aankloten overstijgt, is dat een gestructureerde bezigheid. Het handelen raakt op elkaar afgestemd en de methodoloog legt de matrix hierachter vast. Men gaat bij hem te rade en bezoekt hem in de raadskamer van het constituele hof dat zich buigt over de bestaansvragen. Hij definieert posities zonder in de openbaarheid te treden. Het geheim van de methologie is haar transparantie. Het kan wel worden geraadpleegd, maar men kan er zich niet op beroepen. Het baant de weg voor "hoogere cultuurmachten". De roep om de methodoloog die een positivistische kathechismus opstelt, doemt op uit de dagelijkse berichtgeving. Met het algemene wantrouwen jegens de huidige publieke zaakwaarnemers, groeit het latent verlangen naar een 'nieuw bestel'. De curatoren van de parlementaire democratie en de sociale markteconomie mogen nog even aanblijven, maar hun mandaat loopt weldra af, zonder uitzicht op verlenging. Dat is het Volksempfinden in de hersttij der media. Een 'hersticht verband' moet weer eenheid brengen, om het even welke. De methodoloog is een componist die een groots sociaal oratorium tot klinken kan brengen. Hij beschikt over toonschalen die hele samenleving weer in een verband weet te brengen. Wie het onbehagen juist weet te omschrijven en de krisis kan duiden, beschikt over de sleutel tot de felbegeerde toekomst. De methodoloog is op zoek naar de killer application, de systeem software waar de maatschappij als geheel op draait. Religies, wereldbeschouwingen en poltieke doctrines kunnen aan de vooravond van 2000 deze taak niet op zich nemen. Ze zijn uitgespeeld, afgebroken, opgebrand en schieten te kort bij het onderbouwen van de nieuwe constitutie. Het gaat om meer dan levensvragen alleen. Hanteerbare comprissen en goede voornemens vinden geen weerklank. Het gaat om de Big Picture, maar niet als visioen. De verwachte abstracte metastructuur is betekenisloos en leeg. Pure vorm. Krachten en tegenkrachten worden niet meer gestuit, je kunt er niet mee eens of oneens zijn. Hooguit kunnen de paradoxen die ertoe leiden in kaart worden gebracht. II. Neem een duik in de chaos die het Verlicht Avondland heet. Een voorstadium van de hedendaagse geestesverwarring is de omarming van traditionele waarden. Men komt niet verder dan het appeleren aan zoiets als neo-conservatisme, toch gewoon maar trouwen en zien dat de kerken weer vollopen. Men blikt met politieke afgunst naar de 'etnische gemeenschappen' die nog zo'n authentieke geborgenheid uitstralen. Graag kleedt men zich in mantelpakjes en business suits, vertoeft in gestoffeerde zalen, rijdt in een classic en omgeeft zich met vertrouwenwekkende merknamen. Deze dure kitsch dient als een buffer tegen de ondragelijke lichtheid van de techniek en haar implicaties. Het marmer op het beton is een leef- en slijtlaag die over de kale structuur heen wordt gelegd. Het Louis XIV lampje op het notenhouten dressoir moet ons gerust stellen. Eenzelfde funktie vervult de normen- en waardenpolitiek, die alleen wordt opgerakeld zonder te worden aangewend. Het constante praten vitaliseert de herinnering en laat de feitelijke desintegratie onverlet. Hierin schuilt ook de tragiek van de ideologiekritiek, die eigenlijk een polemiek voert met de reclame der levensstijlen. Tegenover de maskerade van het gefabriceerd neo-tradionalisme staat een even artificieel modernisme. Voorheen was men nog gepassioneerd door de ontdekkingen van Darwin en Einstein, kende de vogelen des velds aan hun zang en laafde zich aan de gepopulariseerde wetenschap. Nu is er slechts nog wetenschapsjournalistiek waar niets van blijft hangen - complexe kwesties met vele voor- en nadelen die nog verder dienen te worden uitgezocht. Het streven naar maatschappelijke doeleinden zoals gelijkheid, onderwijs voor allen, emancipatie en kulturele ontplooiing is vervangen door het afschermen en styleren van een herkenbare beleveniswereld. Het progressieve zit hem in het grenskonflikt met onverenigbare subkulturen: de homo in het leger, travestie op de werkplek, de bohemien als betrouwbare zakenpartner, christenpunks, de antipornofeministe in de garage, de racistische allochtoon. De toekomst aan allen is gereduceerd tot de vrije omgang in de eigen sociotoop. Solidariteit is dan de durf om uit te komen voor het persoonlijk levensprogramma. "Ik wilde in mijn tuin gaan dwalen." (zuster Bertken) De geestelijke verwarring mag dan wel proportioneel toenemen, met alle prikkelende konfrontaties van dien, toch zoekt het een uitweg. Het partikulier anarchisme van de revolutionair-in-eigen-kring genereert hybriden die niet waren te voorzien. Door de kortsluiting van de kontrasterende prive-initiatieven ontstaan er mediale wervelwinden die een spoor van verwoesting achterlaten op het morele landschap. Het gepacificeerde bestaan valt uiteen en het mogelijke geweld ontketent zich. Reeds bestaande elementen van het 'structureel geweld' worden in een samenhang gebracht en breken plotseling door alle bestaande items heen. Dat is moment waarop varia deskundigen hun kans waarnemen en de alles verklarende theorieen ruim baan krijgen. Er kunnen niet genoeg noodverbanden aangelegd en gewisseld worden: vrijmetselaars, mafia, buitenaardsen, de beurs, gekke koeien, het netwerk. Dit is moment waarop de geroepenen zich openbaren als amateur-methodologen. Hen hoefde niets verteld te worden. Nu het volk het niet meer weet en de mediamakers door hun voorraad clichee's heen zijn, moet het wel van stille machten komen. De schat- en zegelbewaarders moeten het ontgelden en er zal koste wat kost iets aan het licht komen. Het patchwork der subkulturen lijkt nog grilliger dan verwacht, vol smakeloze overlappen. "Wie had dat ooit verwacht?" De gecreerde wanorde op moreel, politiek en economisch nivo ontaardt niet zondermeer in een entropie, maar brengt ook een ordenend principe aan. De 'banaliteit van het goede' (Eike Geisel) mag dan wel een onontkoombare lulligheid over zich hebben, die we af kunnen doen als machteloze naiviteit, toch kan de georganiseerde onschuld niet als een op zichzelfstaande fenomeen worden afgedaan. De volkse verontwaardiging is zowel doelwit als maatstaf voor het berokkende kwaad. Zonder satanische kelderriten kan het blanke vaandel niet schitteren in het licht der gerechtigheid. De sprakeloosheid slaagt er dan ook niet in de kluwen van goede intenties en kwade bedoelingen, kriminaliteit en gezag te ontwarren. Wat rest is het ondergaan van een kortstondige eensgezindheid, waarin de weinige kale feiten hun aura terugkrijgen. "De kinderen zijn niet schuldig." III. Iedere methode faalt. Het is eigen aan de methode om het hele veld te doordringen en alle duizend vlakken onder een noemer te willen brengen of een bipool te installeren die alle deeltjes afstoot en aantrekt. Een methode mag uitsluitend op het eigen plan funktioneren en aldaar de regelgeving organiseren. Het enten van de ene methode op een ander niveau is een hermeneutische strategie om nieuwe ideeen te voorschijn te toveren. Zo luidt de gulden regel van de theorie die strikt gescheiden dient te blijven van de praktijk en andere subsystemen. Iedere algemeenheidsaanspraak moet beteugeld worden en dat is de civisatiearbeid die de methodoloog verricht. Falen op een niveau is nog geen ramp, maar waar er een synergie van vele volmaakte miskleunen optreedt kan een kontinent in een wereldoorlog doen verzinken, met alle fantasieloze wederopbouw van dien. De geste van de interdisciplinariteit (art meets science) werd gemotiveerd door de vertederende onbeholpenheid van het "Ik heb het mis, jij hebt het mis, maar samen komen wel er uit." Maar de geheime agenda was altijd het streven naar de Theorie van Alles die vanuit de fragmentarische disciplines via de sluikweg van creatieve chaos zich zou openbaren. Vanuit een kritische massa van de net-niet-geniale concepten, zou een kettingreactie op gang komen waardoor van alles en nog wat (vertogen, strukturen, systemen) onder een noemer zou worden gebracht en daardoor beheersbaar worden. De problematiek is echter: "Ik ben geniaal, jij bent geniaal en samen veroorzaken we een ramp." Het Algemene is slechts een van de niveaus en mag nimmer tegenover het Byzondere worden geplaatst. Algemene uitspraken zijn alleen geldig op het algemeen niveau en hebben geen zeggingskracht over andere komplexiteiten. Het alomvattende is in feite een genre, met alle beperkingen van dien. In tijden van krisis wil men nog wel eens een algemeenheidseffekt genereren, maar dat beklijft niet langer dan de duur van de krisis. Dat zijn de erupties, de golven van morele paniek die aldus gestyleerd worden en er een uitdrukking in vinden. Het byzondere mag dan wel woekeren en aldus iedere poging tot een universele verklaring onderuit halen. Nochtans kan men zo nu en dan het algemene vieren. Het wordt tastbaar zonder dat het zich gerealiseert. Alle autopoesis op een stokje, waar het om draait is de tijdelijke algemene onmacht.