Wereldtaal Door Lex Wouterloot "De ontmoeting schept het onbegrip." Johan Sjerpstra 1. Ons wordt te verstaan gegeven dat informatica en telematica de UNESCO- idealen van een in vrede verenigde wereldbevolking zullen scheppen. In de brainstorm van de marketing woedt het vertoog van de eenwording der mensheid. De wereldstandaard van de consumentensoftware, datasnelweg en satellietverbindingen beloven een universum van probleemloze communicatie te creâren die onbegrensd begrip zal kweken. Maar net als met het eerdere megaproject van de toren van Babel kunnen we leven in de verwachting van spraakverwarring. Minder makkelijk dan de machinerie is de menselijke waar te standaardiseren. Aan gene zijde van de interfaces gniffelt en grolt de modale gebruiker. De perfecte gebruiksgemak van het instrument legt het af tegen de onberekenbaarheid van de feitelijke gemakszucht. De harmonie van de software-sfeer en de goede verbindingen geeft tezelfdertijd de ruimte aan een onbeteugelbare binnenvetterij en boertigheid op werelddorp-niveau. Het cyberruimte verhoudt zich tot het bestaan van de wereldbevolking als het Chinese karakterschrift tot de arme boerenmassa. De estetische faáade leidt de blik af van een sfeer waarin het tekensysteem niet doordringt. Ook China was een virtuele ruimte. Het gecalligrafeerde Chinees van de mandarijnenklasse verenigde een uitgestrekt land zonder dat het echt de orale diversiteit van taalgroepen, spraken en dialecten kon overbruggen. In feite waren de beheersing van het gecalligrafeerde schrift het geloofsartikel en machtsmiddel van een geletterde bestuurslaag, die nauwelijks contact had met het gewone volk. In de reclame voor de globalisering wordt ons een blik geworpen in een rijk van verfijnde vormoefeningen. Maar hoe meer ideo- en pictogrammen in de computertaal worden ingevoerd, des te groter de voorsprong van de progammataalanalfabeten. Cyberspace ruikt als een geparfumeerd paviljoen. 2. Wat vormt het object van het wereldrijk der informatica? Globalisering ontmoeten we als de bewierooking van de wereldgedachte. Reclame behelst dezer dagen het uitdragen van succes. De ontwikkeling van wereldtaal bestaat voornamelijk uit het vormgeven van een collectief delirium. Esperantisten corresponderen in het esperanto over een wereld waarin esperanto gebruikt zou kunnen worden. Het enige onderwerp van esperanto is het esperanto zelf. Een utoopie in een hoger stadium van de ontwikkeling is de katholieke kerk met haar particuliere taal. De beziging van het neo-latijn in de RK-kerk beperkt zich op vergelijkbare wijze tot het gesloten theologisch circuit van dogmaontwerpers. Geloof in de universele potenties van programmataal is een lege cultus, een esthetiek zonder verwevenheid met de praktijk van het vulgus. Wereldtaal is een oefengebied voor formalisten. Zij doen, zoals alle formalisten die het terrein van de politiek betreden, een appäl op om het even welk universeel ideaal. Dat zij daarmee ook meteen even universele angsten mobiliseren is mooi meegenomen. Moralisme is de suggestieve kracht van de apologeten van wereltaal. Zij kunnen daarbij inspelen op de angst dat als we elkaar moeiteloos kunnen verstaan, we elkaar niets meer te vertellen hebben. Wereldtaal zou daarmee een suicidaal project zijn, die de inhoud ontneemt aan het medium taal. "Rub out the word." Wie werkt aan de fundamenten van de media droomt van onbestaanbare mogelijkheden. 3. In het zog van de beweging naar een geãnformatiseerd vrederijk trachten de taalstaten en cultuurgemeenschappen van gisteren een gooi naar grootheid te doen. In vernietigende achterhoedegevechten tussen naties in ontstaan en ontbinding gaat het UNESCO-erfgoed te gronde. Over de aardbol woedt een strijd om te beginnen tussen alfabetgebonden imperia. De computerisatie brengt die wedijver tussen politieke entiteiten in een stroomversnelling. Staats-talen herverschijnen als vergankelijke interface met computertalen, die een grotere standaardisatie verlangen dan de publieke opinies, parlementen en regeerders wensen te honoreren. De taalnationalisten worden in de economische confrontatie geofferd op de altaars van de computerchip. Alleen de kleine nationale bewegingen die een in hun agressie een spectaculair voorschot nemen op hun eigen vernietiging, kunnen het zich veroorloven vast te houden aan oude schriftsystemen die men niet meer kan overdragen op de eigen bevolking. De fixatie op lokale talen heeft het politiek nationalisme in de hoek gedreven van de beschermers van dode cultuur. De glorietijd van de nieuwe zelfstandige staten ligt immer in een verleden waarnaar niemand terug wil. De luister van zo'n verleden projecteren op een specifieke regio is de geforceerde operatie van de nazaten der romantiek. De mafiose micro-nationalistmen beroven uit naam van een historische identiteit zichzelf van de toekomst. Navolging van de norm uit het verleden heet in hun mond oorspronkelijk, overname van een vreemde standaard voor de toekomst wordt gedoodverfd als verdwijning. Echter in een voortgezette mediatisering schuilt een veel grotere belofte van cultuurbehoud. Alle uitingen van overgeleverde beschaving zullen beschikbaar komen en wel buiten het dwingend verband van de gewapende dorpsdespotie. 4. De wereldcultuur die tot ontwikkeling komt in de datanetwerken ontglipt aan de ficties en de verzinsels die de reclamejongens voor het universele tekensysteem ontworpen hebben. Secundaire gebruik, wars van gevoel voor oorspronkelijkheid en historische consistentie zal de luister vormen van het miasma van wereldculturen. Beschikbaarheid zal in plaats van wederzijds begrip een diversiteit aan ad-hoc anomalieân te zien geven. In omloop gebracht via datasnelwegen of een flopje dat van hand tot hand gaat, zijn oude talen, tekensystemen, cosmologieân, bijgeloven en verzinsels dankbaar materiaal voor de begerige zoeker naar levensverdieping, raadselachtige culturen en virtuele vluchthavens. Bezield door het slechte begrip en de dubieuze belangstelling van leken verschijnen er gedeformeerde versies van etnografisch gedocumenteerde en wetenschappelijk geteste materialen. De aangeboren en onverbeterlijke domheid van de ondeskundige wereldgemeenschapsburger waarborgt de omzetting tot fantastische artefacten, die hun weg vinden naar gelijkgezinden in het wensdenken. Versneld door gelijkgeschakelde intermediairen floreren de subculturen als nooit tevoren. De decodeerbare ruis en luister van de vreemde taal is verdwenen, maar daarvoor in de plaats is een bizarerie gekomen die in geen lokale of nationale cultuur voorstelbaar was. Nog nooit waren de sjamanen zo bezeten als de plasticbroeders uit de flatwijk. Gestandaarde intermediairen maken de initiâle barriäre geringer, maar zorgen ervoor dat de niet-ingewijden resoluter worden afgestoten zodra ze zicht krijgen op de onnavolgbaarheid van de betreffende cultuurkring. De hang naar bazelen en zweverigheid zit de mensheid in het bloed. Zij garandeert een tomeloze proliferatie van wanordelijke cultuurverbasteringen. Het tijdperk van het 'ÇÇn format of geen format' culmineert in een vermenigvuldiging van transparante Wortsalat. 5. Hoe ziet het gewone leven uit in een wereld vol goede verbindingen? In welke vruchtbare vallei zal de mensheid arriveren? Wat ooit de onneembare bergketen was waarachter zich een volksstam kon ophouden, zijn nu immateriâle vormen van afzondering. Ons al te beperkte bevattingsvermogen en een niet te overwinnen traagheid zijn constanten die met geen technische innovatie te elimineren is. Het menselijk tekort in al zijn verschijningsvormen zal een hechte basis geven aan het cultuurproces van versnippering en transformatie. Snel vermoeid door de dynamische veranderingen der tijden blijven de wat ouderen hangen in het cultuurpatroon van hun jeugd. De vermoeidheid die met de jaren komt en een tanende geestdrift, doen de rest. Bendes van jaargenoten, sceptici tegenover ontwikkelingen in niet te benoemen, want door en door gestandaardiseerde lokaliteiten, verstarren in hun passies uit de tijd van hun leven. De duurzaamheid van de diverse verledens waar niemand goed zicht op heeft tart de fictie van de wereldidee. De grijze massa's verkeren in hun eigen droom die niet van deze wereld is. Die ging namelijk al voorbij en is met geen mogelijkheid terug te halen. Opgevoed om in een omgeving vol techniek te leven, bekommeren zij zich niet meer om de wonderen van vernuft. Zij bewegen zich door de infrastructuur zonder de roep van de utopie van een verenigde wereld ooit goed beluisterd te hebben. Hun gebruik van de techniek mist emotionele of politieke lading. Slechts de persoonlijke eindbestemming telt. En die ligt buiten de sfeer van techniek. De hoogwaardige formats worden aangewend in een primitieve context waarop techniek geen vat heeft. Uiteindelijk verlaat men de data-high-way om zich over te geven aan een onbestemde activiteit die wij datareizigers in het voorbijgaan herkennen als bermtoerisme.