Eenmaal in beweging * Bij de tweede herkraak van de Vogelstruys, in september 1980, werd een spandoek opgehangen met de tekst: "Kraken gaat door." Toen het pand een dag later ontruimd werd, verspreidden degenen die op het alarm waren afgekomen zich al snel door de stad. In kleine klubjes trok men door het centrum, hier een brandje stichtend, daar een raam inkinkelend. Men kruiste elkaar soms toevallig. Het verschijnen van de doorgaansleus valt letterlijk samen met het uit elkaar gaan van de kraakbeweging. * De trek naar de stad Michiel: "Ik denk dat de Vondelstraat bij ons de breuk was tussen buurt en stad. Tot dan waren we als kraakgroep een eenheid, met dezelfde ervaringen, dezelfde geschiedenis, dezelfde positie daardoor ook. Door de enorme snelheid van de gebeurtenissen maakten mensen verschillende dingen mee, omdat ze op verschillende plekken waren of kozen te zijn. Ik had die dagen zoveel intensieve belevenissen met anderen, die helemaal niet uit de buurt kwamen, dat zij degenen werden met wie ik doorging. Met mijn buurtgenoten had ik heel weinig kontakt gehad, omdat ik veel centraler zat. Ik zag veel mogelijkheden in de stad en kreeg daardoor grote afstand tot de buurt. Ik bleef wel iedere avond naar ons kraakkafÇ gaan. Maar dat was meer om te vertellen wat er stedelijk gebeurd was en om te vragen of ze mee wilden doen." Wat is 'de stad'? Michiel: "Het gaat om de overschakeling naar het er dagelijks mee bezig zijn. In een buurt kun je gewoon niet dag in dag uit kraken. Buurten waren vooral vergaderpunten, regelplekken, met heel verschillende types. De meeste mensen zaten toen ook niet in de uitkering. In de loop van '80 is er een groep die er wel dagelijks mee aan de gang gaat. Die zoeken allemaal naar projekten, naar houvast, met mensen bij wie ze zich op hun gemak voelen." Wat was er anders aan 'de stad'? Michiel: "Ik herinner me dat we na een Groote Keyser-vergadering zaten na te praten in kafÇ De Piepel. Daar ving ik een gesprek op waarin Hein een korte evaluatie maakte voor een kennis en dat ging in zo'n militaire terminologie: 'Die hebben we te grazen gehad, nu moeten we die nog even uitschakelen. We zeggen tegen de Indische Buurt dat de mollies van het dak zijn, dan houden die ook hun mond.' Wijzelf waren absoluut naãef in machtsdenken, idealistisch waren we. Dus was het een ontnuchtering te ervaren dat anderen niet zo dachten. Ons standpunt was: de buurten moeten beslissen. Direkt na de Vondelstraat organiseerde Hein vergaderingen waar hij aan zo'n 25 belangrijke mensen uit de buurten zijn plannen voor de komende maand ontvouwde. Die moesten in de buurten besproken worden, maar je kon niet alles zeggen in verband met uitlekken. En dan moest er worden gemobiliseerd. Daartegen ontstond in de buurten enorm veel opstand: 'Ja, moeten wij alleen maar plannen uitvoeren die door een of ander onduidelijk orgaan bedacht worden?' Dat geheime klubje bestond inderdaad, maar daarnaast werd er, vlak voor een ontruiming of grote aktie, een 'SOK' uitgeroepen. Wij waren ervoor dat je op het SOK je plannen besprak, dat iedereen het dan zag zitten, zonder dat er gelobbied werd in duistere cirkuits." Dit Stedelijk Overleg Kraakgroepen was een uit vroeger tijden meegenomen benaming voor de onregelmatige en rommelige vergaderingen, waarvoor alle buurten via de alarmlijn werden uitgenodigd. In principe konden alle panden of buurten een SOK beleggen. Het was een plek waar je aktievoorstellen aan andere buurten kon presenteren en waar de taken verdeeld werden: binnen- en buitenploeg vormen, persgroep samenstellen, poster maken, spandoeken schilderen, materiaal regelen, akties voorbereiden. Het funktioneerde niet als centraal orgaan waar een basisdemokratische besluitvorming werd betracht over de strategie op langere termijn. Het idee was dat buurten en panden zelf per geval beslisten hoe ze gingen verdedigen of aanvallen, en dat kon per definitie niet gedelegeerd worden aan een hogere instantie. Michiel: "De debatten over demokratie, de positie van de buurt, die waren in feite flauwekul, want het maakte niks uit wat je daarover zei. De oppositie tegen wat er stedelijk gebeurde speelde geen rol. De gebeurtenissen waren zo overweldigend, als buurtvergadering kreeg je geen grip op wat de volgende 'grote aktie van de kraakbeweging' zou zijn. En dat was wel de illusie. In onze beleving, in de buurt, was er heel duidelijk een stedelijk machtscentrum en dat waren wij niet. Een paar maanden bepaalden vooral Hein en konsorten wat de komende aktie zou zijn van de 'verzamelde Amsterdamse kraakgroepen'. Maar ook zij werden overvallen door bijvoorbeeld 30 april, hoe hard ze daar ook naartoe hadden gewerkt. Je kunt absoluut niet zeggen dat zij dat geregisseerd of in de hand gehad hebben. Alleen was er geen andere georganiseerde groep die zoveel macht had om gebeurtenissen op gang te brengen. Dat de gebeurtenissen iedereen overvielen was voor mij wel een kick, maar niet voor alle mensen in de buurt. Er ontstond een scheiding, omdat een aantal mensen er enorm door verleid werden en het echt fascinerend vonden en er dus altijd bij wilden zijn. Daarna viel de buurt snel uit elkaar. Je had een geweldloze stroming die er gewoon geen reet meer mee te maken wilde hebben. Sommige mensen waren doodsbang voor die toestanden. Iedereen raakte er ook maar in verzeild, het was voor veel mensen geen keuze om kraker te zijn." * Terug naar de natuur. Michiel: "In onze buurt had je voornamelijk woongroepen. Vanaf het moment dat het kraakkafÇ werd geopend, zaten we daar bijna iedere avond met 60, 70 mensen. Eind 1979 was het bij ons afgelopen met kraken, omdat de dichtgetimmerde panden op waren. Het debat dat daarna in de loop van '80 op onze buurtvergaderingen ontstond, draaide rond het feit dat de ene helft wilde voorkomen dat stedelijke dingen het zouden winnen van de buurtstrijd, terwijl anderen juist stedelijk bezig wilden zijn. Het hart van onze organisatie was stedelijk kraker geworden en daardoor waren we niet meer bezig met al die dingen die we ervoor deden in de buurt. Er was een grote stroming die daarnaar terug wilde, die dat steeds als het probleem zag: dat je met de mensen waarmee je woont, met je buurt, met je direkte omgeving, dingen moet doen. Dat het natuurlijk is, om je als buurt in een stad te organiseren en niet als krakers in een stad. En dat als je dingen deed die onze buren niet begrepen, dan was je fout, dan was er geen kans dat je sterk werd, dat je kon verbreden in de buurt. Toen is in het centrum van onze buurt een pand gekraakt om een buurtwinkel in te openen, en dat is gedaan door krakers. Daarna zijn de opbouwwerkers en iedereen in dat pand gaan zitten, terwijl het nog gekraakt was. Ze hebben de huur van hun eigen werkruimtes opgezegd en zijn daar allemaal met elkaar gaan samenwerken. Vanaf '81 gingen hele gekraakte blokken zich groeperen om elders een pand te zoeken, omdat de sloop begonnen was, als eerste het kafÇ. Er zijn nooit ontruimingen tegengehouden. De buurt wilde nieuwbouw en wanneer je je daar tegen verzette, kreeg je direkt een konfrontatie met je buren. Er is zelfs geen diskussie over geweest." De buurtmystici, die de buurt zagen als de natuurlijke relatie van de stadsmens tot zijn milieu, bleven. De afhakers verdwenen uit beeld. De rest ging door, wilde kiezen, koos voor de tegennatuurlijke identiteit van ontwortelde kraker. * Kraker worden. Michiel: "Wij voelden ons jonge honden, frisse mensen ten opzichte van de ouderen. Die gingen allemaal donker gekleed, waren door het leven getekend, hadden al palestijnensjaals. Wij droegen nog lang haar natuurlijk." Karel: "Dat ging er bij mij na 30 april af. Toen hoorde je al die verhalen over stillen die de buurten doorreden met fotoboeken van duidelijk herkenbare stenengooiers. Bovendien had je gezien dat je bij arrestaties aan je haren de busjes werd ingetrokken. Dat zag je na veel grote akties, dat mensen opeens van uiterlijk veranderden." De politiekamera's legden de coupe die men aan de jaren '70 had overgehouden vast, wat aanleiding gaf tot een modernisering van de persoonlijke vormgeving. Tegelijk werd het noodzakelijk om zich bij openbare optredens te maskeren met kledij die zo uniform mogelijk was. De onopvallendheid voor de kamera's die men hiermee wist te bereiken, maakte de krakers voor omstanders echter des te opvallender. Dit verschil werd ook door de persmedia opgepikt en in de beeldgeving benadrukt, om het maatschappelijk vraagstuk te labelen met duidelijk identificeerbare gezichten. Zo werd een kraker gekonstrueerd, die zich scherp onderscheidde van andere stadsbewoners. En dat, terwijl bij buurtkraken de huiselijkheid en de normaliteit van de "nieuwe bewoners" op de voorgrond werd geschoven. Stephan: "Toen wij begin '80 ons kraakspreekuur begonnen, kregen we meteen een typemachine en wat tafels van het buurthuis. Alle informatie over leegstand en eigenaren die zij binnenkregen, vertelden ze aan ons door." Karel: "Op het kraakspreekuur kwamen ook vaak buurtbewoners langs met dat soort info. Wij kraakten regelmatig voor Surinaamse gezinnen die net waren overgekomen, omdat de toestand daar steeds onzekerder werd. Daardoor heb ik ook voor het eerst alledaags racisme meegemaakt, in zo'n straat vol fatsoenlijke armoede." Het vrij zwemmen in de normaliteit stuit op grenzen, wanneer niet meer te verhullen is dat krakers met heel andere zaken bezig zijn dan de straatgenoten en beiden niet bereid zijn zich voor langere tijd aan te passen. "Ze hebben het wel over de wereld veranderen, maar als je weet hoe moeilijk het is om ÇÇn straat te veranderen..." Zo tendeert ook het buurtkraken ertoe zich op zichzelf terug te trekken en wordt het beeld dat buurtbewoners van hen hebben geaksepteerd als een van de grenzen waar je rekening mee te houden hebt. * De prikaktie. Eind 1980 is een nieuwe "manier van kommuniceren" ontwikkeld. "De prikaktie is geen alternatief voor de rel, maar een mogelijkheid je machteloosheid op straat te doorbreken door je eigen momenten te bepalen. De ideologie ervan is ook dat niet de politie je belangrijkste vijand is, maar de keten van wie verantwoordelijk zijn voor projektontwikkeling en spekulatie. Door iets te doen bij bankier, architekt of makelaar pak je de medeschuldigen aan." De prikaktie wordt voor het eerst als zodanig benoemd bij de Dodewaard-gaat-dicht blokkade in de herfstvakantie van '80 tegen de kerncentrale aldaar. Een maand later staat de dreigende ontruiming van de Grote Wetering helemaal in het teken van deze verschuiving. "Te gek. Je bepaalt zelf wat je doet en je kiest je eigen middelen. Geen stillenparanoia, geen eindeloze lulvergaderingen en lange voorbereidingen. Je bent ongrijpbaar en je valt niet op met een klein groepje mensen. Met een grote massa doe je niks: 'n paar mensen die stenen gooien, duizenden mensen die niks doen, behalve leuzen schreeuwen: ME weg ermee." Er is iets fundamenteel veranderd op straat. De menigte is zijn potentiâle energie kwijtgeraakt en daardoor niet meer in beweging te krijgen. Voor zover nog iets gedaan wordt, gebeurt dat door mensen die daartoe vooraf besloten hebben en hun eigen materieel meenemen. Deze professionele instelling produceert onvermijdelijk een publiek dat gaat staan toekijken en mooie prestaties aanmoedigt met geschreeuw. "Iemand vertelde me heel vrolijk dat ze juist met een groepje kilo's tomaten hadden gegooid. Ze gebruikten een puntensysteem. Een punt voor ME-bus (het gemakkelijkst), tot vier punten voor rennende marechaussee. Hij was nu weer op weg naar de groenteboer." Voorbijgangers worden voortaan gebruikt om niet op te vallen. Doordat de prikaktie de traag geworden massa loslaat, kan ze weer snelheid maken. Op bezoek bij de Friesch-Groningsche Hypotheekbank: "De aktie was zo flitsend snel (in 30 sek was het gepiept), dat het zelfs ons verraste. We zijn met z'n allen het kantoor binnengelopen, hebben daar stencils, verf, rook en verblufte werknemers achtergelaten. Ook hebben we met de elektriciteit gehobbied. Toen weer snel naar buiten en verspreiden." Van een overval is hier geen sprake. De drang om je te laten meesleuren door een grootse gebeurtenis en je radikaal te bevrijden van je eigen wil, is niet meer in het spel. Dit verlies wordt omgezet in winst: je kunt nu zelf bepalen wat je wel en niet wilt doen, als er eenmaal besloten is dat er iets gedaan moet worden. De aktie is niet meer een gebeuren waarin je vanzelfsprekend meedraait, maar een 'keuze', een woord dat daarvoor nog niet was opgenomen in het kraakvokabulair. Het verloop van een massa-aktie op straat is niet te kontroleren, maar hooguit te beãnvloeden. Zo'n aktie kan zich dus ook altijd tegen je keren, wat leidt tot matpartijen en arrestaties. De prikaktie is een reaktie op deze grillige loop van de gebeurtenissen. De mogelijkheid van een katastrofale fragmentatie van de massa door geweld van buitenaf wordt voorkomen door zelf de gebeurtenis zelf te fragmenteren. De grootschalige konfrontatie rond een symbool wordt ondersteund door ekonomische schade elders aan te richten: "Laat duizend ruiten rinkelen." Het gaat erom alle mogelijke konnekties met de kasus aan het licht te brengen (banken, advokaten, makelaars, bewakingsdiensten). En dat niet door ze aan te klagen maar door ze een beurt te geven. Ieder prikje is afzonderlijk in de hand te houden en ontleent zijn zin aan het grotere kader waarin het wordt uitgedeeld. De prikaktie wordt geãntroduceerd als truuk om aandacht te vragen voor de persverklaring. Met de prikaktie zet ook de tendens in om van de gebeurtenis zelf propaganda te maken, om anderen aan te zetten eigen akties te gaan doen. De prik krijgt dan pas zin wanneer ze in de media verschijnt. * De wraak. Dit type prikaktie staat buiten iedere strategie of taktiek. "Wederom een bezoek aan Bakker waarbij zijn auto van kleur veranderde. Achteraf gezien publicitair niet zo gunstig want het geeft hem de gelegenheid drievierde bladzijde lang zielig te doen in de krant. Maar wij zijn wat van onze spanningen en frustraties kwijtgeraakt en dat is ook iets waard." De wraak heeft geen legitimatie nodig, ze kan het zonder rationaliteit af. Ze kan via het diskussiâren over argumenten voor of tegen terugpakken weliswaar worden ingetoomd of uitgesteld, maar nooit worden voorkomen. De wraak kombineert het impulsieve karakter van de prikaktie met de duurzaamheid van het litteken. Ze heeft een beter geheugen en meer geduld dan argumenten alleen. Ze is geworteld in harde informatie die zich heeft afgezet rond een pand of persoon. De wraak ontneemt hen de bescherming van hun maatschappelijke rol, ze plaatst de schuldigen buiten hun politieke, ekonomische of sociale kader en keert terug tot de elementaire vorm van individuele verantwoordelijkheid. Wraak is daarom altijd zeer nauwkeurig gericht, dat onderscheidt haar van het principe van de ekonomische schade dat uit is op kwantiteit. Bovendien zorgt ze ervoor dat je niet geblokkeerd raakt door de frust die onvermijdelijk optreedt bij konfrontaties met hogere machten. Wraakgevoelens zijn een permanente bron van inventiviteit. "Na de kroeg piesen in de brievenbus van de eigenaar, wandluizen in een enveloppe opsturen, een koud buffet laten afleveren voor 12 personen Ö ü28,- p.p., een half uurtje later een diskoshow Ö ü1500,-, een dag daarna gevolgd door een grafkrans". Ook al was de wraak in het kader van grotere akties niet te verdedigen, er waren genoeg te verantwoorden prikakties om te voorkomen dat ze alleen zou komen te staan. De prikaktie moet bewijzen dat ze geen "blinde" wraak is om een hetze voor te zijn. Daartoe gebruikt ze de persverklaring. De wraak zelf bekommert zich niet om media-aandacht. Sterker nog, "je probeert zo'n aktie juist buiten de pers te houden omdat het zo slecht is voor je goeie naam" (Frits). * De scene. De fragmentatie van de gebeurtenis in de prikaktie valt in de tijd samen met het ontstaan van de scenes. Wat begon als een toevallige ontmoeting onder bizarre kondities bij een kraak of op straat, leidt allengs tot een nadere kennismaking in de besloten sfeer. Het buitengewone van de gebeurtenissen, hun onherhaalbaarheid, wordt vastgelegd in een geheimtaal, waaraan alleen de intimi zich kunnen laven. De vele groepjes die als residu achterblijven na de kraak- en ontruimingsgolf begin jaren '80, koesteren ieder hun sterke verhalen over de toenmalige massa-gebeurtenissen. Zij konsolideren die door ieder een eigen projekt te kiezen om de opgedane ervaringen te verwerken en te verbouwen. De een redeneert vanuit de "toenemende repressie", de ander blijft chaoskunstenaar, een derde ziet het allemaal als begin van "de beweging" in opbouw, een vierde herinnert het zich als een ontmoeting van gelijkgezinden en gaat verder in vrouwen-, potten- of homoscenes. Het wordt al snel onvoorstelbaar dat je de gebeurtenissen anders kunt interpreteren dan je zelf doet. De scene ontstaat wanneer men elkaar steeds vaker begint tegen te komen op uitverkoren plekken. Er is genoeg drank aanwezig, de sluitingstijd wordt per nacht vooruitgeschoven. Nu de studie is opgegeven, is er ook geen dagritme meer waar de donkere uren moeten worden ingepast. Men slaagt er niet alleen in achtereenvolgens elkaars gezicht, adres en naam te onthouden in de loop van deze sessies, men begint elkaar goed, al te goed te kennen: "verbreding naar binnen toe". Al ras wordt zelfs vergeten dat de bekenden ooit onbekenden zijn geweest. Wat anonieme overgave was, wordt een gemeenschappelijke noemer waaronder men zichzelf poogt te hervinden, zodra de roes voorbij is. Wie zich niet in die noemer kan vinden blijft na een tijdje weg, wie sowieso geen behoefte heeft aan noemers is na de eerste avond al verdwenen. De scene lijkt op het 18de eeuwse koffiehuis, de 19de eeuwse salon, de loge, de groepen en scholen uit kunstenaarskringen, de bohäme, het studentendispuut, de kerkelijke gemeente, kortom, al die (in)formele instituties die de herinnering aan een gebeurtenis kombineren met een levensstijl, waarin de belofte van de wederkeer wordt gekultiveerd. De scene verduurzaamt de herinnering aan de onvoorziene ontmoeting en maakt 't tegelijk onmogelijk dat die ooit nog zo zal plaatsvinden. Het vermogen van een massa onbekenden om spontaan tot daden over te gaan wordt ontkend, terwijl door de groepvorming tegelijk gegarandeerd wordt dat buitenstaanders alleen maar het toekijken hebben. In de praktijk blijkt het echter noodzakelijk om, wil men Åberhaupt nog akties uitvoeren, die vooraf nauwkeurig te organiseren omdat anders niemand weet wat ie moet doen. Terwijl men de anonieme massa heeft afgeschreven, wordt er wel mee gedreigd naar de buitenwacht. En in eigen gelederen wordt de belofte in stand gehouden dat ze eens zal herverschijnen als gevolg van de eigen akties. Deze innerlijke tegenspraak voorkomt ophouden en/of terrorisme. Voortaan leert men alleen nog elkaar, maar geen anderen meer kennen. Opname in de scenes is een full time job om je de specifieke verhalen, relaties, gedragskodes en modes eigen te maken. De fragmentatie van de herinnering aan de oergebeurtenissen in de scenes, leidde er na '80 toe dat de scenes op het niveau van het persoonlijk kontakt al snel geen barst meer met elkaar konden beginnen. Iedereen had het over iets anders. Maar tegelijkertijd werden deze losse fragmenten als historische referenten onder ÇÇn noemer gebracht, met de suggestie dat iedereen hetzelfde heeft meegemaakt: dÇ Vondelstraat, de Luik, 'Dodewaard', 'Boekel', '30 April' enz. De gebeurtenissen verloren hun werkelijkheidspotentieel, gingen op in een imaginair taaleigen, maar dat hield de kommunikatie tussen de scenes nu juist weer mogelijk. Men kan zich beroepen op een historische kontinuãteit, het juk van de geschiedenis kreâert "eenheid in verscheidenheid". Terwijl de scene een eigen projekt begint om een stap verder te zetten, mag deze opzet niet slagen omdat het bedrijfje anders in de lucht komt te hangen. Een scene is alleen scene als het zich deel weet van een diffuus geheel, dat het eigen bestaan legitimeert. Ontbreekt het grotere verband, dan is het gewoon een vriendenklub. De scenes houden evenwel nauwkeurig een onderlinge afstand in ere, om de onbekendheid te garanderen die het bij grotere akties mogelijk maakte de overwachtste dingen te kunnen blijven doen. Het kunstmatig instandhouden van deze onbekendheid staat er bovendien voor in, dat het idee dat men deel is van een beweging die groeit, en dus het bestaan van de scenes zelf, hun aantrekkingskracht behouden: "steeds meer mensen komen in verzet". * Eigen media. Om de brokstukken van de prikakties als ÇÇn verhaal te kunnen zien werden persorganen onontbeerlijk, die het allemaal bij elkaar brachten. In deze bladen moesten achteraf de flarden verdicht worden tot ÇÇn gebeurtenis. Er ontstond een behoefte aan een overzicht van alle voorvallen die er rond een ontruiming plaatsvonden. Deze dokumentatiedrift kon het niet hebben dat de grote media de kleine details vergaten. Eigen media moesten de buitenwereld, maar vooral elkaar, gaan vertellen wat men allemaal had uitgehaald. En als je dan ontdekte dat ze ook daarin vergeten waren jouw aktie te vermelden, was de verontwaardiging groot. Voor het aktiebewustzijn was iets alleen nog echt gebeurd wanneer het in de media terecht kwam, ook als dat blaadjes waren die alleen in eigen kring werden gelezen. Maar tegelijk was de herinnering aan vroegere massa-gebeurtenissen nog zo sterk, dat de nieuw ontwikkelde aktievormen in het teken daarvan werden geplaatst. Wanneer de massa op straat niet meer spontaan bijeenkomt en groeit, wordt het beeld van de grote verbondenheid die daar bestond keer op keer opgeroepen in de media die men zelf in leven roept: de 'bewegingsbladen'. Nu waren dat allemaal projekten van specifieke scenes en dus werden ze door de andere scenes met een zeker wantrouwen gevolgd. De schrijfwijze en onderwerpkeuze wrikten met de eigen benadering, maar anderzijds waren het nu juist deze bladen en zendstations die het grotere geheel presenteerden waarvan men zich deel zag. Dit diffuse kader waarin de eigen daden en thema's geplaatst werden, maakten het onmogelijk verschil te maken tussen intern en extern gebruik. Zowel vriend als vijand luisterde mee. Het blad eindigde op het bureau van gemeentestrategen, geheime diensten, koffieshops, gemeenschappelijke ruimtes, ouderlijke huizen, revolutionaire salontafels en het vuilnisvat. Deze onduidelijkheid omtrent de geadresseerde werd nog versterkt door eigenschap van alle media om zich tot een imaginaire massa te richten. Voor wie werden de eigen bladen nu precies volgeschreven? Terwijl een blad als bluf! zich beschouwde als "megafoon naar de media", bijvoorbeeld om te dreigen met een rel, werd het om dezelfde reden door andere scenes bestreden als "springplank voor karriärejagers". Hoe klein de oplage van de eigen publikaties ook was, men ging er altijd vanuit dat ze door heel de natie te volgen moesten zijn, omdat ze via mediale voortplanting ooit in alle huiskamers terecht zouden komen. Dit was het argument tegen het buitenhangen van de vuile was in de eigen media, ook als dat bedoeld was als een aanzet tot een "dzkzy". Diskussies werden sowieso achteraf gepubliceerd, zodat ze geen enkele invloed hadden op de loop van wat er gebeurd was. Dat de eigen media zowel gericht waren op potentiâle medestanders, als de funktie van cement tussen de scenes moesten vervullen, leidde tot een taal die alle absurde en griezelige kanten gladstreek. De woorden waarin men de persverklaring aan het publiek vervatte, stonden los van het niveau van de lokale ervaring. Men vertelde niet, maar vertaalde de eigen daden direkt naar een imaginair niveau. Ook prehistorische jargons konden daardoor van stal gehaald worden, van Marx tot mannengroep. Men was "in de media". * Kraken is meer... De kraakbeweging van na 1980 kon bogen op een enorm aantal panden, opgebouwde voorzieningen en een reeks spektakulaire gebeurtenissen. Maar ze had geen ideeân opgeleverd die de aktiviteiten in historisch perspektief plaatsten. Ze waren zelfs niet uit te leggen aan de bevriende bewegers in Berlijn, Freiburg of ZÅrich, die in 1981 hun hoogtijdagen beleefden. Hooguit kon er aan hen harde informatie worden geleverd over lokale spekulanten, woningdistributie en stadsvernieuwing. De meegebrachte beelden werden door de Krawallisten in den vreemde echter wel gewaardeerd, en ingekleurd met artikulaties van het eigen onbehagen. De krakers die thuiskwamen van reisjes naar de Midden-Europese aktiesteden brachten het woord "Bewegung" mee, dat daar zonder enige aarzeling vanaf de eerste kettingreaktie op de gebeurtenissen was geplakt. Het aksepteren van de doorgaansleus, nadat de grote kraakgolf aan z'n eind was gekomen, had onvermijdelijk de vraag opgeroepen wat kraken eigenlijk inhield. Tot dan had 'kraken' gestaan voor: meer kraken en panden behouden. Deze ideologie geeft geen antwoord op de vraag wat je moet doen als je pand voorlopig niet bedreigd wordt, of zelfs gelegaliseerd gaat worden. De mogelijkheid van een totale ontruiming van het veroverde huizenbestand, zoals in de buitenlandse steden, was nooit aan de orde. Het zelfbeeld van de kraakbeweging als "anti-ontruimingsbeweging" verloor daardoor iedere charme. Als er een groot pand ontruimd was, kraakten de bewoners soms dezelfde dag nog, net zo makkelijk, een ander avontuurlijk komplex. Bovendien kon je altijd gaan onderhandelen over legalisering, want wat je met je pand wilde was jouw beslissing, dat ging niemand verder iets aan. Daardoor sloeg ook het idee van de 'totale konfrontatie met de staat' hier nooit echt aan. Wilde men er desondanks voor kunnen kiezen door te gaan, dan moest de identiteit van kraker inhoud krijgen. De vraag was nooit: waarom kraken? ("Vraag niet hoe het kan maar profiteer ervan!") Kraken was pure praktijk, om de kraakruimte een tijdsdimensie te geven moest er van buitenaf een ideologie worden ingeplant. Dit perspektief werd in de loop van '81 verwoord in de slogan: "kraken is meer dan wonen alleen". Het 'meer' nu werd ingevuld door 'de beweging', die het aksent verlegde van het kraken naar 'de aktie gaat door'. Het opzienbarende aan de meer-dan-wonen-leus is dat het oorspronkelijke Woningvraagstuk zowel wordt vastgehouden als losgelaten. De nieuwgevormde 'beweging' had de uitkomst kunnen zijn van een radikale metamorfose van de kraakbeweging. Men had het eigen verleden radikaal achter zich kunnen laten om iets heel anders te gaan doen. Maar de bewegers vonden het niet nodig daarvan afstand te nemen, omdat nieuwkomers maar al te vaak juist via de resterende kraakkanalen bij akties betrokken raakten - en hoe moest het anders? Hierdoor bevestigden de bewogenen echter nog lange tijd het idee dat de kraakbeweging gewoon nog bestond, ook al hadden zij ervoor gekozen niet langer als kraker door het leven te gaan. Dit was goed voor een decennium verwarring. Overigens werd het inbrengen van de aktie-ideologie niet als breuk ervaren, omdat het op personeel niveau de full-time stedelijke krakers waren die zich omtoverden tot de 'aktievoerders' die dag en nacht in touw waren voor varia doeleinden. Alle scenes die overgingen op het "kraken is meer dan wonen alleen" destilleerden uit hun oorspronkelijk kraakverleden een gemeenschappelijke noemer: de "direkte aktie". Door met je groep een of ander objekt met een bezoek te verbouwen, vond nog iets plaats van de ontmoeting van vroeger. Met de direkte aktie kon bovendien de vertrouwde omgeving worden verlaten en werd men "onvoorspelbaar in de aktievorm en de plek waar je opduikt, verrassend in de argumenten die gebruikt worden, niet aanspreekbaar en zeer onredelijk voor onze tegenstander, nooit bereid kompromissen te sluiten en dus eisen te stellen, altijd erop uit konfrontaties uit te lokken in de hoofden of harten. Winnen kunnen we toch nooit (en gelukkig maar)." * ... dan wonen alleen. Je hebt Britse mijnwerkers, verzet tegen pretpark Borobudur, 16.000 nepkadobonnen voor Vroom & Dreesman, Navajo-indianen, dealers in Staatsliedenbuurt, illegale Surinamers, het Amerikaanse konsulaat, CP-skins, repressie in Belgiâ, Turkse vakbondsmensen, hexennacht, Amicales en Grijze Wolven, meiden, munitietransporten, diskriminatie in Lelystad, wintex, visitatie in Arnhem, bijstandsvrouwen, een demo tegen visumplicht, Tamils in Lochem, het roze front, de internationale atoomlobby, vrouwen in Eritrea, de hongerstaking van Franse totawei's, porno, Rotterdamse havenstakers, de Van Bossestraat, Startbahn-West, diktatuur in Uruguay, studenten aksies, burgerwachten, Dev-Sol, woonwagenbewoners, een Pinksterweekend tegen kernenergie, axies tegen Deense multi's, de totalo-lijst, het dierenbevrijdingsfront, wapens voor El Salvador, het reforger-overleg, kriminalisering in Zwitserland, de pastorie van Zwaag, kraakwachtenburos, Nica-bouwers, technologie als wapen, No-Olympics, bedreigde bejaardenhuizen, het patriarchaat, sloop apartheid, Koerden, de Hafenstra·e, low-intensity conflicts, het heteromannensyndroom, de Moonsekte, infiltranten, kinderen, kraken in Utreg, Molukkers, wijkteams, de Oeverlanden, de Palestijnen-demo, atoomtransporten, bewakingsdiensten, wegloophuizen. * De onbenoembaren. Zij gaan door, maar zijn er in geslaagd daar nooit voor te kiezen. Zonder overdreven gedoe weten ze hun radikale naãviteit te behouden. Ze volgen de ideologische debatten in de eigen bladen, maar onttrekken zich aan de verplichting het op henzelf te betrekken. Wel zijn zij bereid tot iedere solidariteit. Zij koken ervoor in hun restaurants, zetten kollektebussen op de bars van hun koffieshops, kijken naar de videos, bezoeken alle benefiets, komen hier en daar een handje klussen, lopen de demonstraties af, helpen vluchtelingen aan onderdak en associâren zich met de Europese nomaden wanneer die toevallig zijn neergestreken. Iedereen is welkom. Hun tolerantie en akseptatie van de ander is grenzenloos, tot de bom barst en er gigantische vechtpartijen uitbreken. Maar die zijn na twee dagen weer vergeten. Ze verdienen al jaren lang het erelidmaatschap van de sociale dienst, waaraan ze door hun afkeer van instanties en hun chaotische natuur teveel energie kwijtraken. Met volle overgave hebben ze hun bestaan geplaatst in het teken van onderhoudende bezigheden, waarvoor ze alle tijd nemen. De produktieve sektor met haar professionele instelling boezemt hen enorm wantrouwen in, omdat deze de prijzen opdrijft. Hun weerzin tegen de ekonomie maakt alles boven de ü3,- verdacht. Ze houden in scene-verband hun gezondheid bij met sauna's, zwemmen, massages en tai-chi, maar drinken net zo makkelijk een hele nacht door op een lijntje speed. De apokalyptische variant, die erop uit is de zelfdestruktie tot melodramatische hoogtepunten te voeren, vindt in hun midden plaats, maar wordt door henzelf slechts sporadisch doorgevoerd. Hun vermogen tot aktieve vergeetachtigheid voorkomt dat zij in deze excessen ten ondergaan. Ze leven in een tijdloze ambiance, die hen immuun maakte voor de golf van sukses die door de jaren tachtig spoelde. Zij zijn het objekt van de machinaties van de strategen, die een 'politiek' perspektief willen geven aan de te voeren akties. Het feit dat ze al jaren konsekwent in het heden leven, maakt ieder betoog waarin een historische kontinuãteit wordt uitgelegd, tot een mooie story waaraan geen enkele konklusie hoeft te worden verbonden. Iedere aktie staat volkomen op zich, er valt niets uit te leren voor een volgende gelegenheid. De diskussie achteraf is een wolk die nu eenmaal vrijkomt na een clash. Ze weten iedere dwang om anders te worden dan ze zijn te omzeilen, door tegen alle afspraken in vast te houden aan een gedragskode die te amorf is om er ooit nog een vorm aan op te leggen. De strategische denkers menen hen keer op keer te moeten reaktiveren, om ze te verleiden tot een bijdrage aan de indruk "dat er weer zoveel gebeurt". Zij vormen de beweging. * De propaganda van de houding. Michiel sloot zich aan bij het anti-militarisme: "De aantrekkingskracht van Onkruit is niet zozeer de haat tegen het militarisme geweest, maar het perspektief van het kompromisloze verzet dat je tegen het leger kunt voeren. Je had geen last van ontruimingsdata en anderen die zich ermee bemoeiden. Aktievoeren zou veel moeilijker zijn met, ik noem maar wat, mannenstrijd. Militarisme is het perfekte terrein en militairen zijn ook je perfekte tegenstanders want ze doen precies wat je wilt, ze zijn zo star." Onkruit was aanvankelijk een landelijk georganiseerde groep totaalweigeraars die met vrienden "oppakakties" uitvoerden, om van hun arrestatie een zo radikaal en duidelijk mogelijk moment te maken. Later werd de landelijke struktuur opgeheven om de Onkruit-slogan "niet een aktiegroep maar een groep akties" letterlijk te kunnen richten tegen het militarisme in het algemeen. Een brochure meldt hierover: "Er is een heel groot veld van mensen om Onkruit heen die ergens bereid zijn tot radikalere aktie maar die het nog net niet doen. Mensen projekteren hun hoop op Onkruit of schrijven een brief hoe ze lid kunnen worden. Dat kan niet, het gaat erom zelf een groep te vormen." De plaatselijke groepen openen een postbus waar je je aan kon melden om lid te worden. Totaalweigeraars bleven in het kader van deze groepen meedraaien, maar daarnaast deden anderen, "met hun wortels in de kraakbeweging", hun eigen akties. Michiel: "Bij kraken had je altijd met aankopen, vorderen en weet ik wat te maken, een veel schimmiger gebied. Verandering van het volkshuisvestingsbeleid is minder waanzinnig, is altijd iets dichterbij. Wij wilden geen veranderingen in de defensiebegroting. Door een geheim te stelen wordt het openbaar, of door iets kapot te maken is iets kapot, dat was het soort veranderingen dat wij wilden. Er is wel een wezenlijk verschil tussen kraak- en Onkruitakties, al bestaat er geen tegenstelling tussen. Bij een verfbommetje gooien naar een F-16 is de aktie de daad en alles wat er na komt, afwikkelen. De politie en weet ik wat, dat hoort niet meer bij de aktie. Als je het zet tegenover het forceren van een rel op straat, is daar juist de konfrontatie met de politie de daad. Een andere aantrekkingskracht was de kombinatie van illegaliteit, van 's nachts akties doen tot geheimen jatten, en het zoeken van openbaarheid via pers, tentoonstellingen en schoollokalen." Het leger kan per definitie niet worden verslagen, maar daar gaat het ook niet om. "Wij zeiden altijd: in de jaren '60 en '70 dachten die mensen dat de revolutie mogelijk was, dat de maatschappij fundamenteel te hervormen is. Dat is flauwekul. Het enige dat je nu nog kan is wat je zelf doet, met elkaar. Dat moet je niet nalaten, want het leven van jezelf en je omgeving wordt er aangenamer door, je behoudt je waardigheid, je bent geen vee maar kreâert zelf iets. Op Onkruitvergaderingen was de obsessie: hoe kreâren we weer een tot de verbeelding sprekende gebeurtenis? Bij kraken was heel moeilijk te plannen wat er zou gebeuren, er was veel meer mogelijk dan prikakties tegen makelaars, advokaten enz." Het leverde niet voldoende motivatie om alleen een onbereikbaar doel na te streven, door zendmasten om te zagen of in te breken in depots. De akties moesten gezien worden als onderdeel van een diffuus geheel dat wel te bereiken was: "We hadden meer ideeân dan: we doen alleen onze aktie. Wanneer heel veel mensen het soort dingen gaan doen als wij, dan verandert er veel in Nederland. Wij eisen die verandering niet, maar realiseren hem zelf door onze aktie. Bij dokumenten jatten en publiceren, dachten we: dat doet een boel mensen gewoon goed, geeft hen ook meer zelfvertrouwen in hun eigen leven. Je laat zien dat je niet machteloos bent, dat je gewoon best wat kan, dat je niet altijd hoeft te bukken. Het ging ons heel erg om houdingen van mensen. Als er veel Onkruit-achtige groepen ontstaan, als mensen eens de weerbaarheid opbrachten door zich op zo'n direkte manier te verzetten tegen wat hun kwelde of dwarszat, wordt Nederland een stuk prettiger om in te leven, dat zou fascinerend zijn... En in onze wildste fantasieân beperkte zich dat niet alleen tot het militarisme. Als iedereen elektriciteitsdraden gaat kortsluiten, dan heb je niet alleen een tegenmacht zoals de kraakbeweging met een hele infrastruktuur, het is veel meer een houding." De aktie is bewust een doel op zich. Ze richt zich in eerste instantie niet tot de tegenstander of de buitenwacht, maar probeert potentiâle navolgers te bereiken. Het "hele grote veld" van mensen in Nederland die de aktievorm zullen overnemen, zorgen voor het gevoel dat "de beweging" opgebouwd wordt, hetgeen een Onkruiter ooit benoemde als "verbreding van binnenuit". Om bij deze mensen over te komen, zijn de media nodig. Michiel: "Het ging niet om de daad, het ging om de geregistreerde daad. Je kunt het wel zo scherp stellen, dat wij Onkruit-akties als mislukt beschouwden als ze in de media geen rol hadden gespeeld. We zorgden er ook altijd voor dat de media aanwezig waren. Net als met kraken, werd er veel tijd gestoken in de persgroep en de perskontakten. De handeling die je deed moest zo goed zijn, dat als ie sec beschreven werd ook je ideeân overkwamen. Net zoals je later kreeg: als je maar een duidelijke naam aan je aktiegroep geeft, heb je dat in ieder geval in de krant." De media worden niet gebruikt om een specifiek politiek doel als nastrevenswaardig te presenteren, maar dienen voor de verbreiding van een mentaliteit. Deze wordt evenwel als eerste verspreidt onder degenen die de akties uitvoeren: "als we er in slagen ruimte te houden en te veroveren voor menselijkheid, vriendschap, initiatief en liefde, dan kunnen we het eindeloos lang volhouden", meldt een intern stuk. Bovendien: "Door die sterke onderlinge betrokkenheid, die grotere emotionele band en het weren van jongensachtig gedrag verklein je de kans op stom uitlekken en ook infiltratie." De sociale kontrole in de groep maakt van de mentaliteit een voorschrift. Aldus zondert zich uit de "groep akties" een klubje af dat elkaar door en door kent en evenveel aktiekennis bezit. De media, waarop de aktie gericht is om de groepsaktiviteiten aan de buitenwacht door te geven, beginnen vanaf dan langzaam maar zeker de legitimatie te vormen voor het zelf gekozen isolement van de klub. De boodschap die de groep begint door te seinen luidt: je kunt niet aan ons soort akties meedoen maar ze wel nadoen, als je in onze bladen hebt doorgenomen hoe wij ze hebben uitgevoerd. Men legitimeert de akties voor zichzelf door zich voor te houden dat "steeds meer mensen zich aansluiten" om gelijke akties te doen. Maar tegelijk is men voortdurend op zoek naar nieuwe aktievormen, omdat deze anders niet meer tot de verbeelding zouden spreken. Bovendien blijven de reporters thuis bij performances die ze van eerdere gelegenheden kennen. De eigen media dienen voor de export van gedragskodes naar andere scenes. De psychische energie die vrijkomt in de groep, maar deze niet kan verlaten, slaat neer in getuigenissen. Daarin worden nauwkeurig het verloop van de heftige aktie geschilderd en de resultaten geanalyseerd. Maar konsekwent wordt ook vertoogreklame gemaakt voor het gezamenlijk verwerken van de innerlijke frontervaring: "Met een zweverige buik, zwetende handen, kwamen we bij mekaar. Aan het praten geslagen. Dat gesprek was zo goed, omdat er op een ontzettend open manier over angst werd gesproken. Lefgoozerds kregen totaal geen kans. Het was heel moeilijk bij deze aksie om in te schatten wat de gevolgen ervan zouden zijn voor je eigen leven, en dat maakte iedereen best onzeker." Om de lezers niet af te schrikken wordt, nadat de stalen deuren van bunkers zijn opengebrand, direkte aktie gedefinieerd als: "Dat je zegt wat je denkt, dat je huppelend over straat gaat als je blij bent, dat je huilt als je verdriet hebt. Dat je erop vertrouwt dat je met eerlijkheid en oprechtheid, door jezelf te zijn, meer op gang brengt dan met het innemen van standpunten en pogingen mensen bewust te maken." De aktie heeft tot doel "de beweging" op gang te brengen en moet de mediasfeer benutten voor de overdracht van de impulsen die ze vrijmaakt. De massa op wie ze zich richt is die van de veronderstelde kijkers en de scenes. In de massa op straat brak de energie los in een chaosproduktie die de merkwaardigste verbindingen mogelijk maakte. De groep die haar energie bundelt in het groepsproces van de aktie, kan alleen nog verbindingen tot stand brengen met "de wildste fantasieân". De reâle massa, zoals die opduikt bij ontruimingen, vliegshows en overige spektakels, is haar net zo vreemd geworden als de scenes in andere kraakkafees. "Je ziet steeds minder mensen en voelt geen interesse meer voor andere wereldjes." Het antimilitarisme, waarvoor was gekozen omdat je daarin niet kon vastlopen door een veranderend overheidsbeleid, liep uiteindelijk vast in het rondzingen van het groepsproces. Het begon met: "Het goeie is dat je met je eigen groepje je eigen dingen kan doen. Dat je op die manier het dichtst bij je gevoelens en ervaringen kan blijven. Daarnaast is er het punt dat het bezig zijn met hoe je samenwerkt, hoe arbeidsprocessen verlopen, hoe je leeft met elkaar, voor veel mensen een revolutionair doel op zich is. Een punt waarop meer te bereiken is in kleine, veilige groepen." En het eindigde met "die stomme stress in autonome groepen": "Het gevaar dat onafhankelijke groepjes zo makkelijk langs elkaar heen werken, het gebrek aan diskussie. Alle initiatief verwaait. Er wordt geen politiek meer gemaakt. Sommige mensen verheerlijken dit, maar raken in feite opgesloten in de eigen groep, en nemen geen verantwoordelijkheid meer voor hoe je aktie overkomt, wat je ermee wilt bereiken, hoe het met de beweging verder moet." Michiel: "Op een gegeven moment gingen wij het vertrouwen op eigen kracht wel erg letterlijk nemen. Wanneer je je zo afsluit en alleen met elkaar doorwerkt, is dat eindig." Het doorgaan loopt vast in de groepsdynamiek. * Toerist in eigen aktie. Grote objekten vragen om grote akties. Een kleine groep besluit dat een kerncentrale of lanceerbasis gesloten moet worden en zoekt medestanders om dit in een paar dagen voor elkaar te krijgen. De Nederlandse bevolking heeft zich daar in de opinie peilingen mee akkoord verklaard. Genoeg gedemonstreerd, ze besluiten er eens goed voor te gaan zitten. Al maanden van te voren komen de aktiemanagers bijeen om het programma van de dagen te bepalen en het pakket aan voorzieningen samen te stellen (kadukibonen-punkbands-fanfares & poppenkast-verbandtrommels). Reklamefolders met plattegrondjes worden verspreid, de echte media worden getipt zodat ze kunnen gaan hetzen, terwijl de eigen bladen maar wat met de argumenten moeten gaan rotzooien. De vaste klientäle wordt afgelopen en men kijkt naarstig uit naar nieuwe marktsegmenten voor het komende evenement. De organisatoren groeien in hun rol, ze zijn erg blij met hun verantwoordelijkheid. Om potentiâle deelnemers niet af te schrikken wordt "de geweldsdiskussie" nog eens overgedaan. De vaste uitkomst is dat de principiâle geweldloosheid in principe gehandhaafd zal worden. De aktieleiding zal erover moeten waken dat de reisgezelschappen van divers pluimage gescheiden blijven en niet met elkaar gaan interfereren. Praktijkervaring heeft geleerd dat vermenging van het zittende en rennende gedeelte van het publiek altijd in het nadeel uitpakt van de zittenblijvers. Om de blokkade voor beide doelgroepen aantrekkelijk te maken, wordt beloofd dat deze een feestelijk of spektakulair karakter zal krijgen. De inschrijving voor het weekendje zal open zijn. En dan begint de spraakverwarring over de diepere zin van de tocht: gaan wij tijdens het uitstapje echte dingen beleven of maken wij slechts een reis in ons eigen hoofd? In de termen van de touringoperators heet de eerste blokkadevariant effektief en de tweede symbolisch. Maar merkwaardigerwijs zijn het de - geweldloze -symbolisten die de ophanden zijnde verkeersstremming effektief willen invullen: met roosters zorgen zij ervoor dat de toegangswegen 24 uur per etmaal bewaakt worden. Dan weten de radikalen die het uitverkoren industrieterrein daadwerkelijk zouden willen afgrendelen, ook weer dat dat er niet van gaat komen, omdat er teveel symbolisten rondhangen. Dat is dan reden om zich te koncentreren op ÇÇn poort als symbool voor het hele komplex. Die kan dan tot de grond toe worden afgebroken, wanneer de gelegenheid zich voor zou doen. De dag breekt aan waar men zolang naartoe heeft geleefd. Om het echt te maken is er een, door de plaatselijke overheid aangewezen, stuk grond gekraakt. Dan verschijnt de derde groep ten tonele: de aktietoeristen, die spontaan voor de noodzakelijke verbreding mogen zorgen. Zoals hun toeristische instelling betaamt, hebben ze zich tot dan niet bemoeid met de reisorganisatie. Ze kennen de gemaakte afspraken niet en wanneer ze daarnaar navraag doen, worden ze naar taakgroepen doorverwezen waar ze zich geen enkele voorstelling bij kunnen maken. Ze lazen ook de eigen media niet, maar kregen schijnbaar toevallig een last-minute ticket aangeboden omdat er nog plaatsen over waren, met de verzekering dat de weersverwachting goed is. Onbekommerd stappen ze in de touringcars en worden naar bos en wei gereden, waar het volledig geoutilleerde tentenkamp op hen staat te wachten. Vandaaruit maken ze eerst een wandeling om de per poort opgestelde scenes te bezichtigen. Als vanzelf komen ze bekenden van vorige tripjes tegen, of worden aangetrokken door het relaxte sfeertje bij het kampvuur dat de heffo's bij het invalllen van de duisternis hebben ontstoken. Dat is ook vaak de enige plek waar iets te drinken is voor de ongeorganiseerde dagjesmensen. Tegen die tijd heeft de verveling al behoorlijk toegeslagen. De gewekte verwachtingen zijn niet uitgekomen, dus besluiten ze zelf maar voor wat aktie te zorgen. Ze beginnen te prutsen aan hekken of ME-bussen en laten zich niet afleiden door de redelijke aktievoerders, die geloven in de effektiviteit van gemaakte afspraken. Als de tegenpartij eindelijk reageert, ontmoeten de ondernemende toeristen opeens de moegepraate radikalen, die nodig hun frust over de voorbereidende vergaderingen kwijt moeten. Het effekt van deze kettingreaktie is verbluffend, zowel kwa intensiteit als kwa duur. Zodra de rel losbreekt zien de organisatoren en hun sympatisanten zich onverwacht tot toeristen bij hun eigen aktie gepromoveerd. Dit is wat de media-event zal worden. Dit valt nooit meer goed te praten. Komplete peletons ME worden door de gehaktmolen gedraaid. Kilometers hek gaan om. De uit het niets opgedoken gasten werpen uren achter elkaar en totaal blind voor de risiko's hun lichaam in de strijd, ongeacht de hoeveelheid geweld die ze daarmee ontketenen. Bovendien hebben ze er gierende lachaanvallen bij... Het is op geen enkele wijze in de moeizaam ontwikkelde reisethiek te passen. Het enige dat de leiding kan bedenken is om via hun, door de politie gedoogde, kommunikatie op te roepen de blokkade te beeindigen. Tevergeefs natuurlijk. Wanneer ze zich vervolgens toch niet willen distantiâren van de loltrappers, zijn ze genoodzaakt de gebeurtenis in de schoenen van de politie te schuiven, die "steeds meer repressie" uitoefent. De mogelijkheid dat "mensen uit de beweging" de ME gebruiken in een spel waarvan ze zelf de regel dikteren, valt buiten het blikveld van de reisleiders. Het weekend was bedoeld om het begrip "beweging" substantie te geven voor het oog van de media, in de hoop dat nieuwe groepen zouden aansluiten. De grote aktie wordt gezien als de kleinste gemene deler van de scenes, maar die leven al in kompleet verschillende werelden. De samenkomst moest nieuwe energie losmaken maar krijgt, hoe ze ook georganiseerd wordt, onvermijdelijk een toeristisch karakter. Ze zal daarom, net als iedere vakantie, zonder enige konsekwentie blijven. Nog twee weken zal de veldslag gespreksstof leveren. Wat op termijn rest, is bezorgdheid over de onvoorspelbare toeristen "van buiten", die wel iets ondernemen. Dit uit zich in een nog hechtere organisatie bij de volgende driedaagse. * De restaurateurs. Steeds meer mensen houden zich niet met kraken bezig. "Deze weigeraars hebben geen zin, geen tijd, geen prioriteit. Ze ontdekken hun studie, vrouw-zijn (man-zijn), werk, relaties, werkloosheid, antimilitarisme, antifascisme enz. Kortom: ze zijn eindelijk, na jarenlange ondergeschiktheid aan de 'massale en krachtige beweging', eens toe aan hun individualiteit." Dit is een analyse van de kraakbeweging drie jaar na de Groote Keyser. Een groep oud-gedienden werpt zich omstreeks die tijd op om de kraakbeweging te behoeden voor haar ondergang. Ze ergeren zich aan de aanhangers van het "kraken is meer dan wonen alleen", die bovendien zo eigenwijs zijn er een mening op na te houden over hen. Deze mening doen de senioren af als "bonzenwaan", d.w.z. de ex-krakers zien spoken die de macht binnen de kraakbeweging naar zich toe willen trekken. Maar, zeggen de bonzen: wij bestaan niet, wij willen niet meer dan "onervaren persgroepen begeleiden voor hun premiäre op radio of teevee." Er wordt volgens hen op vergaderingen en in weekbladen te lang over de verkeerde onderwerpen doorgezeurd en kraken is daardoor verzand in "puberaal gekibbel". De opbouwwerkers van het eerste uur nemen het daarom op zich de kraakbeweging te zuiveren van de (mensen uit de) 'beweging'. "In het verleden zijn vaak genoeg krakersdiskussies op het stedelijk overleg verknald door personen met frustraties en andere belangen." Daarom beleggen zij in de besloten sfeer een bijeenkomst voor "mensen die van mening zijn dat hoe dan ook de aktiestrukturen weer hersteld moeten worden (kraakspreekuren, kommunikatiemiddelen, buurtbijeenkomsten, pamfletten, alarmlijnen, kraakkafees, kontakten met andere aktie- en buurtgroepen, enz.)." Wanneer hun voornemen om te diskussiâren uitlekt, zien ze zich verplicht de bijeenkomst een open karakter te geven, maar: "We kunnen niet diskussiâren met 400 mensen tegelijk." In de noodzakelijke selektiefase vooraf formeert zich vervolgens een oppositioneel groepje, dat met elkaar gaat "praten en denken over de beweging in de breedste zin van het woord", bedoeld als antwoord op het gerucht over het "bonzenoverleg". De bonzen zelf komen direkt bij het groepje op visite. "Een punt waarop het die avond botste was de sfeer, de manier waarop er gepraat werd," berichten de gastheren verontwaardigd in hun verslag. "Als je wat wilde zeggen moest er een goed opgebouwd, beargumenteerd verhaal uitkomen. Deze eis is dan ook een van de grootste punten van kritiek op hen." Hierna zien de oud-gedienden af van hun poging tot wederopbouw. Pas een jaar later verschijnen ze weer in de media. Ze publiceren het legendarische diskussiestuk "Kraken of Grutten", waarover nog jaren doorgepraat en -geschreven zal worden in de eigen bladen. Het is bedoeld als manifest bij de heroprichting van het Stedelijk Overleg Kraakgroepen, bekend als het SOK van '84. In tegenstelling tot vroeger zou dit een besloten vergadering worden, waarvoor per buurt een aantal mensen gericht worden uitgenodigd om wekelijks te overleggen. In Kraken of Grutten wordt de restauratie niet meer louter gezien als een technisch huzarenstukje van organisatiekunde, maar wordt kraken van een inhoud voorzien die van vreemde smetten ontdaan moet worden. Om "het skelet van de organisatie te herstellen en versterken" dient eerst de geschiedenis te worden geherinterpreteerd, om duidelijk te maken dat kraken in wezen "konfrontatiepolitiek" was en weer moet worden. Om het kale geraamte van de aktiestrukturen heen zaten, aldus de diagnose, de "kraakaktiviteiten". Zo beschouwd vormden die dus het vlees van het kraaklichaam. Dit lichaam nu verzette zich aanvankelijk ludiek, maar "er kwam een kentering in 1978-79 naar aanleiding van een slachtpartij in de Kinkerbuurt, waar krakers zich massaal maar weerloos in elkaar lieten slaan. De stemming sloeg om in een konsekwent defensieve houding, die het gezicht van de Groote Keyser en van 1980 ging bepalen." Dit gepantserde lijf met 't defensieve gelaat nam uit de buitenwereld alleen maar stoffen tot zich om zich te sterken: "Grote groepen sympathisanten buiten de kraakbeweging werden door onaflaatbare politieke konfrontaties gemobiliseerd, zonder (zoals nu) aan hen eerst koncessies te doen. Pers en politici kwamen naar ons toe, niet andersom." In het lichaam funktioneerden de organen -de buurten- harmonisch binnen het pantser, het had intern "een eigen rechtsorde": "De toen opgebouwde kraakstruktuur werd in de hele kraakbeweging erkend en hoefde niet geheel te worden gesloopt om een autoritaire bons af te zetten. Kritiek was gericht op de tegenstanders, zelfkritiek beperkte zich niet tot het destruktief de hand in eigen boezem steken." De vleeswonden in de borststreek kwamen pas later, in de gedaante van de bonzenwaan. In den beginne was het kraaklichaam nog gaaf, zuiver, vertrouwde het op eigen kracht en kende het geen "onverwerkte angstgevoelens, moedeloosheid, passiviteit en overgave." Tot er iets misging: men "gleed terug naar theater, pret en lol die de ernst van de situatie niet aangeven". "De strijd werd (inhoudelijk) steeds meer verlegd naar de moerassige terreinen van werk, recht, publiciteit en overleg." Het lijf verweekte op die glibberige bodem, "we gaven onze wapens uit handen". Met de handen vrij gingen we evenwel onverhoeds aan de slag: "gereedschapsuitleen, atelier, fietsenmakerij, timmerwerkplaats, drukkerij: langzamerhand woekeren onder de protektie van de kraakbeweging(en) de kommercie en de alternatieve arbeidsmoraal." Eenmaal ontdaan van haar bescherming wordt het desintegrerende kraaklichaam door aanraking met de buitenwereld vatbaar voor de kanker van het werken. Andere kwaadaardige ziektes blijven niet uit: "Je kunt je in de werkkultuur de pestpleuris werken om de ingeleverde bijstandsuitkering weer op te brengen. Je moet je dan wel laten legaliseren." Vanwege dit laatste wordt het geteisterde lijf bestormd door "hordes advokaten die karriäre maken met kraakzaakjes" en "flink wat strijdlust ondermijnen". Na zoveel aanslagen op de gezondheid moet het lichaam wel in emotionele onzekerheid geraken: "Menig krakerster bekruipt het nare gevoel niet meer aardig te worden gevonden." Deze emotie is echter, aldus de bewegingsmedici, ronduit beschamend: "Alsof de pers niet altijd al zeikerig en schofterig heeft gedaan! (en schofteriger navenant wij onduidelijker waren)." De genezing uit deze verloedering volgt hier logisch uit: het kraaklichaam moet weer duidelijke grenzen krijgen, die niet vertroebeld raken door "kollaboratie", en de eigen media moeten de mond van dit nieuwe lijf zijn ("spreekbuis en doorgeefluik"). Konfrontatiepolitiek zoals de kraakbeweging die behoort te bedrijven, is erop gericht de emotionele moeilijkheden op de tegenstander over te dragen, door "de politici onze spanning aan den lijve te laten voelen." Met hen gaan dealen, zoals de "werkschuwe instantbonzen van nu doen, is regelrecht verraad". Verrassenderwijs wordt deze term niet gebruikt voor de suksesvolle onderhandelingen over de legalisering van de Groote Keyser, maar alleen voor mislukte gesprekken over een aantal latere panden. De oude garde, die eind 1980 het overleg over de Keyser met de PvdA-bestuurders voerde, wordt zelfs opgevoerd als "de voorhoede die vier jaar lang hard en gestaag aan de opbouw van de kraakbeweging had gewerkt". Maar deze voortrekkers hadden aan het eind van het 1980-seizoen "teveel hooi op de vork, raakten vermoeid en traden gedeeltelijk terug". De bedoeling achter Kraken of Grutten is niet deze oude garde weer aan de macht te helpen en "net zo min vinden we het alternatieve bedrijfsleven, het gebruik maken van rechtshulp en het zoeken van publiciteit slecht. Het moet alleen politiek gebeuren!" Dit toverwoord zal ook het kraaklichaam zijn scherpe grenzen teruggeven: "We moeten proberen politieke lijnen uit te zetten, waaraan mensen en groeperingen zich kunnen oriânteren." Dan zullen de organen elkaar weer kunnen versterken: "Geen wederzijds aktieverbod, maar solidariteit! Maar ook: geen onderlinge knuffelduels, maar strijdbare samenwerking." Na zoveel bodylanguage besluiten de "Amsterdamse krakers", zoals de restauratiegroep zich bescheiden aanduidt, met de slottekst: "Wijzelf laten het niet bij deze woorden". Ze kondigen aan hun praktische werk, diskussies en bijdragen te verwerken in "een nieuwe, politieke kraakhandleiding". Deze is er nooit gekomen. Ook kondigde ze een zwartboek aan: "Het zal een afrekening behelzen met vriendjespolitiek, deals met eigenaren, spekulanten en politici, verraad, misbruik van de kraakmedia voor lollige, a-politieke zaken, kommerciâel misbruik van de kraakbeweging. De afrekening zal hard (maar rechtvaardig) zijn." Het zwartboek bleef uit. Ook de restauratie kwam opnieuw niet verder dan een eerste aanzet. De mislukte poging "zo'n beetje weer opnieuw te beginnen" zag het doorgaan met kraken als een cyklische beweging: eens in de zoveel jaar moest het lichaam van de kraakbeweging een regeneratie doormaken, anders werd het ziek, week, moerassig. Het lichaamswerk dat voor de periodieke wederopbouw noodzakelijk was, diende echter strikt te worden onderscheiden van de arbeid voor anderen, dus voor geld. De woede van de restaurateurs richt zich niet toevallig op krakerskoffieshop "Het Varkentje", dat wel belasting betaalt maar geen gratis koffie aan aktievoerders verstrekt: geld is de blubber waarin het zwijntje zich wentelt. De "agressieve strijd" van de konfrontatiepolitiek dient zich te richten tegen deze modder, tegen alles wat om geld draait: "burokratie, kapitaal, korruptie, spekulatie, noem maar op." Maar de blubber heeft nog een verschijningsvorm: de anti-geld agressie wordt belemmerd door de "introverte woonkulturen uit het gesloten cirkuit van anti-aktieve krakers". Ook die zijn modderig: blubber is alles wat lichamelijk kontakt maakt, wat van hand tot hand gaat, of dat nu geld is of geknuffel. Het was de restauratiegroep die al in 1980 met de leus "kraken gaat door" op de proppen kwam. Jaren later wilde ze deze slogan zuiveren van de besmetting door het "kraken is meer dan wonen alleen"-kredo. Daartoe werd alles wat er in kraakpanden gedaan werd geassocieerd met viezigheid. Om kraken door te laten gaan moest het worden losgekoppeld van het woonkomfort, dat tot verradelijke verweking leidt. Wat er achter de gekraakte voordeur aangerotzooid werd mocht niet de boventoon voeren, anders zou het een bedreiging vormen voor het doorgaande kraken. Om de ontkoppeling van kraken en wonen mogelijk te maken, moesten de restaurateurs terugkeren tot de tijd voor er en masse gekraakt werd, toen er alleen nog "woningnoo-ood" bestond en maagdelijke panden waarin gepenetreerd kon worden. Het moment waarop kraken begint werd door hen uitgeroepen tot de essentie ervan. Eigenlijk mocht kraken helemaal niet doorgaan omdat het dan uitmondde in wonen. Om dit voorkomen moest het voortdurend overnieuw beginnen. Het begrip 'kraken' moest leeg blijven en die leegte noemden de restaurateurs 'politiek'.