EEN REL UIT DE HEMEL "Nadat je alles hebt bereikt, moet je alles opgeven, moet je je vernietigen." D'Annunzio "Bovenop de Mariânburcht was een enorm dakterras. Je zag uit over de hele stad. Als het gesneeuwd had keek je neer op al die witte daken. En aan de overkant van de Waal lag de witte polder. Mooi was dat." De Mariânburg is onderdeel van een massieve nieuwbouwkolos van bioskopen, banken, winkelpassages, een kantoor van de rijkspolitie en een komplex van parkeergarages met daar bovenop kantoorruimtes. Het ligt midden in het centrum van Nijmegen, op een heuvel langs de rivier. 's Avonds is de Mariânburgpassage uitgestorven, zoals het gehele centrum van Nijmegen: grijze betonwanden in een zee van oranje- geel lantaarnlicht. Zestiger jaren stadsplanning heeft haar sporen achtergelaten. Om bij de kantoren te komen, moet je door acht parkeerlagen omhoog klimmen. Daar torenen dan vier verdiepingen boven alles uit. In de septembermaand van 1986 staan ze al een jaar leeg. Vanuit de Grote Broek, een groot kraakpand in de buurt, zijn de kale ruimtes goed te observeren. Zij zullen de Mariânburcht worden. "We waren al een tijdje op zoek naar woonruimte. Niet iets anoniems, maar een mooi pand, waar we ook andere dingen konden doen. Uiteindelijk hadden we de keuze tussen twee panden. Het ene beloofde meer woongenot, maar de Mariânburcht was een grotere uitdaging. Het is een kick om zo'n pand, op die plek, over te nemen." Wim is nog steeds enthousiast. De oprit naar de parkeergarage vanaf de straat ligt ingeklemd tussen een bankvestiging en het Arsenaal, het gemeente archief. Aan de overkant van deze straat liggen, rondom twee grote parkeerterreinen, nog een aantal banken, het gebouw van de sociale dienst, een nachtklub, het hoofdbureau van politie en een klein kerkje. "De doorslag voor de kraak gaf uiteindelijk het feit dat de Mariânburg in het bezit is van het Shell-pensioenfonds. De kraak zou een goede manier zijn om Shells betrokkenheid bij Zuid Afrika in de publiciteit te houden." In de herfst van l986 heerst in Nijmegen een totale rust. "Veel mensen hebben de stad verlaten." De kraakidentiteit, "wat genoemd wordt de kraakbeweging", ontstond begin '81 achter barrikades in de Piersonstraat. Tot dat moment was het aktievoerende deel van de stedelingen gescheiden op een serie thema's: feminisme, kernenergie en anti-militarisme. Het was de laatste groep die besloot aan stedelijke politiek te gaan doen. Aanleiding vormde de dreigende sloop van een inmiddels gekraakte rij huizen en een fabriek, die plaats moesten maken voor een parkeergarage: "auto's in de woonkamer, mensen op straat". Na maanden aktievoeren besloot men de gebeurtenissen te versnellen en naar eigen hand te zetten door de ontruiming uit te lokken. In de zondagnacht van 15 op 16 februari 1981 werden barrikades aan begin en einde van de straat opgeworden. Tot grote verbazing van de aanwezigen kwam de ME niet opdagen. De enige die reageerden waren halfzatte kafee bezoekers die de eerste stenen wierpen. Ook 'smaandags verscheen de politie niet, maar in plaats daarvan verzamelde de schooljeugd zich om stenen te smijten naar de krakers. Nadat de barrikades die eerste spannende dag overleefd hadden, werden er steeds meer redenen gevonden om te blijven. Zeven dagen lang leefden honderden mensen in een bevrijd gebied, "Vrijstaat de Eenhoorn". Krakers, "mensen uit basisgroepen", voorbijgangers, Belgen en andere toeristen, iedereen kwam langs. Tankgrachten werden gegraven, barrikades groeiden tot 3 meter hoogte. De week vond z'n afronding in wolken traangas, pantserwagens en 2.000 manschappen politie. De geweldloze verdedigers voor de barrikades werden in elkaar geslagen en de gewelddadigen daarachter kregen, na een zware veldslag, de vrije aftocht. De straat werd gesloopt, maar de parkeergarage zou er nooit komen. Menig barrikadebouwer kon later de nieuwbouwwoningen in de straat betrekken en kijkt thans neer op een naamloos plastiek "ter herinnering aan de gebeurtenissen". Na De Pierson ontstond het lokale patroon, dat de aktievoerders elkaar tijdenlang alleen in de kroeg zien, om bij speciale gelegenheden tot ieders verrassing een enorme uitbarsting te genereren: de bankentocht na thuiskomst van de Amsterdamse rel rond de Lucky Luyk, de ontruiming van kraakpand de Sterrenschans, de onvrede over de voordeurdelerskortingen en de komst van de kruisraketten. Sommigen komen opdraven bij akties tegen de Centrumpartij en keren met veel twijfels terug uit Boekel en Kedichem. Het kraken is veranderd in een woon-werk-kultuur met een daarbij behorende, na lange diskussies vastgestelde, eigen identiteit. Bovendien raken ook de leegstaande panden op. De Nijmeegse aktiekultuur moet keer op keer konstateren dat ze geen kontinue, maar een golfbeweging vormt. Dan wordt op 16 september 1986 de Mariânburcht gekraakt. Prinsjesdag vormt een jaarlijks terugkerende piek in de aktiegrafiek, het is "een gouwe ouwe, een beetje grijs gedraaid, maar er gebeurt altijd wel iets". Door de kraak om twee uur in de nacht voor deze derde dinsdag te plannen, lukt het om verbazend veel mensen te mobiliseren. De kraak wordt verkocht als protest tegen het afbraakbeleid van de regering Lubbers, de aangekondigde leegstandswet en de steun van Shell aan het racistische bewind in Zuid Afrika. "En natuurlijk ook om te kunnen wonen in een mooi pand in het centrum van de stad," lacht Theo. In de Grote Broek wachten hondervijftig mensen op een seintje van de voorkrakers. Om een eerste reaktie te kunnen opvangen heeft de breekploeg zich stevig gekleed. Henk draait al een tijdje mee in het Nijmeegse: "Met twee van die politiebureaus in de buurt moet je natuurlijk extra uitkijken. Hun strategie is kraakakties in de kiem te smoren. We kraken meestal 's nachts, omdat ze dan een kleine bezetting hebben. We doen het ook liefst met zoveel mogelijk mensen. Die nacht ging prima." De kantooretages bovenop zijn net iets smaller dan de parkeergarage eronder. Met een busje kun je tot aan de trappen rijden die naar de ingang van de kantoren leiden. "Niet alleen via de deur, maar ook door een enorme ruit die rinkelend naar beneden kwam, klommen we naar binnen. Wel haalde iemand zijn arm open aan het glas. Die moest gelijk naar het ziekenhuis. Aan de overkant in het politiebureau hadden ze niks in de gaten." Met een seintje van een zaklamp wordt de rest gewaarschuwd. Het vaste sprintje blijft ditmaal achterwege. Men is te druk bezig nieuwtjes uit te wisselen - zo vaak zie je elkaar niet meer - en acht garageverdiepingen zijn wat veel. Dan verdwijnt iedereen in de gigantische kantoren. "Door de grote ramen leek het op een aquarium, met daarbuiten de slapende stad. De verwarming stond zacht aan, overal mooie vloerbekleding, grote trappenhuizen. Op de bovenste verdieping een kompleet ingerichte kantine voor feestjes en partijtjes. Prachtige faciliteiten en moderne snufjes die je nooit kon gebruiken, maar waarvan het geweldig was dat ze er waren. Overal in het pand zwierven mensen rond; de zwerver die altijd in het portiek sliep, was mee naar binnengezogen. Het was een chaotische toestand. Ik geloof dat ik het pand zelfs te groot vond. Al die kille ruimtes, met dunne wanden, het was moeilijk voor te stellen dat je die een beetje leefbaar kon maken." Wim vertelt dat er twee weken voor de kraak maar vijf bewoners waren. "Maar toen het gerucht over een mooi nieuw pand in het centrum de ronde deed, kwamen er al snel uit allerlei hoeken mensen bij. Sommigen kende ik maar vaag. Een paar dagen voor de kraak was er een woongroep van twaalf mensen." De kraak wordt in de stad enthousiast ontvangen. Politieke partijen komen hun steun betuigen. "Ze vonden het wel apart, zo'n kombinatie van studenten en krakers. Het merendeel van de bewoners was studenten, of ex-studenten. We werden geholpen door een paar krakers." Theo vond die steun wel nodig. "Die lui wisten hoe je zo'n kraak moest opzetten. Wat zo'n beetje de problemen waren. En hoe je daarop kon reageren. De eerste dagen hadden we veel belangstelling. De kraakagent kwam langs om leegstand te konstateren en voor een eerste kennismaking. Hij zou onze kontaktpersoon bij de politie zijn, vertelde hij. Dat was mooi. Het verbaasde ons dat we mochten blijven. Het was natuurlijk wel ons huis geworden, maar we hadden niet verwacht dat de officier van justitie dat ook vond." In verschillende kranten verschijnen artikelen. De grootte van het pand en het verrassende van de kraak hebben een gevoelige snaar bij de media geraakt. Uit betrouwbare bron weet een journalist te melden dat er binnen de Nijmeegse kraakbeweging al langer plannen bestonden om middels een spektakulaire kraakaktie de beweging nieuw leven in te blazen. Wim wist niks van die plannen. "Toen we besloten te gaan kraken zijn we op zoek gegaan naar het kraakspreekuur, maar dat bestond al lang niet meer. Wel waren er een paar mensen die ons wilden helpen. Ze hadden dat al een keer eerder gedaan bij een aktie tegen de studiefinanciering. Autobanden en rookbommen voor bij een demonstratie. Samen hebben we toen die kraak voorbereid. Maar van een beweging heb ik niks gemerkt, alleen wat lui die af en toe kwamen helpen." In de weken na de kraak wordt de Mariânburcht een verzamelcentrum voor nieuwe initiatieven. Drie verdiepingen worden vrijgehouden voor bewoning, de bovenste voor gemeenschappelijke zaken. Studenten vergaderen, antimilitaristen bereiden in de Mariânburcht nieuwe akties voor. Het kraakspreekuur wordt weer op poten gezet, een nieuw bewegingsblad ziet het levenslicht. Nieuwe panden worden gekraakt. Herhaaldelijk zijn er feesten. Op het dak branden dan grote vuren, die de plek markeren. Overal in de stad wijzen omcirkelde ÝÝtjes met een pijltje in de richting van het pand. Het lijken nieuwe verkeersborden. Een anarchistische driedaagse in november maakt de gemeente zenuwachtig. Winkeliers wordt gevraagd hun kerstbomen niet op straat te laten staan. Ze zouden spontaan kunnen ontbranden. Vreemde krachten zijn in de Mariânburcht aan het werk. Wanneer duidelijk wordt dat mensen ook graag willen wonen in het pand, haken de eerste supporters af. Horizontaal-kommunisten nemen afstand. Zij geven de oude leus "De allerslechsten zijn de als links vermomde rechtsen" een eigen wending: "Weest waakzaam voor figuren die aktiviteiten, akties en anderen alleen willen gebruiken ten eigen nutte." Wim: "Ik was op zoek naar een andere manier van leven. Niet meer die bekrompen ruimte op een studentenflat. Ik wilde me op een andere manier gaan verzetten, niet langer ludiek of geweldloos. Die beslissing had ik genomen na de bezetting van het Ministerie van Onderwijs in Zoetermeer. We zijn daar heel hard uitgeslagen en zelf ben ik behoorlijk in elkaar gemept. Dat zou me niet meer gebeuren. Een paar anderen dachten er ook zo over. In de stad gebeurde niet veel verder. Alleen op kraakgebied en antimilitarisme waren er wat dingen die me aanspraken. Samen zijn we toen in de Mariânburcht getrokken, waar we, denk ik, de fanatiekste bewoners werden." Een keer per week zijn in het pand huisvergaderingen. Men doet zoveel mogelijk samen. In principe wordt er elke dag voor iedereen gekookt. Het is gezellig maar veel rust krijgt men niet. De bewoners hebben nog nooit zo hard moeten rennen. De Mariânburcht heeft een grote aantrekkingskracht. Een meisje dat het pand vanwege het gebrekkige woongenot heeft verlaten, komt af en toe terug om het aan haar vriendjes of vriendinnetjes te laten zien. Vaak is dat 's nachts, na sluitingstijd van de kroeg. Ook anderen komen op bezoek, onderweg de ruit van een bank of krant meenemend. "Chaotische toestanden." Het geeft de Mariânburcht al snel het imago van een aktief pand, met drukke bewoners. Het invallen van de winter kan het enthousiasme niet temperen. Weliswaar sluit eigenaar Shell de verwarming af, maar een inbraak in de centrale ketelruimte verhelpt dat probleem voorlopig. Kranten droegen in de vorm van een sinterklaasgedicht een steentje bij aan de goede stemming: "Verheven boven de stad en het winkelkomplex hebben nazaten van het krakersgilde hun nest gebouwd. Hoog en droog. Een erfenis van prinsjesdag. En zoals de koekoek afwijkend gedrag vertoont, zo gevoelen ook deze jongeren de behoefte hun ei in andersmans nest te deponeren. Onze koekoekskinderen. Ach. Jaren geleden zou er nog drukte over gemaakt zijn, maar thans wordt op een krakersnest meer of minder niet gekeken." Half december branden er opnieuw grote vuren op het dak van de Mariânburcht. Geen feestvuren ditmaal, maar een signaal. Ze moeten de donkere stad wijzen op de bedreiging van het pand. De groots uitgerukte brandweer wordt niet binnengelaten. Wanneer de schuifladder het dak bereikt is het vuur gedoofd. "Wat dachten ze wel, dat pand was van ons. Dat hadden we ook aan Shell geschreven." Een pamflet legt uit: "Toen het Shell niet lukte om de bewoonersters en gebruikersters er vrijwillig uit te krijgen, gingen de ratten van Shell over tot goordere praktijken. Ze schakelden een gluurder-fotograaf in, die drie willekeurige mensen heeft gefotografeerd tijdens de anarchistische driedaagse." Met deze foto's is een anonieme dagvaarding uitgeschreven, waarmee een kort geding wordt gevoerd om een ontruimingsvonnis los te krijgen. Een "bus vol Nijmeegse krakers en sympathisanten" brengt een bezoek aan het Arnhemse Paleis van Justitie waar het geding "vlekkeloos" verloopt. De M'Burcht meldt achteraf: "Shell kwam op de proppen met twee ratten die alleen 3 mondelinge getuigenverklaringen konden overleggen. Voor ons was overduidelijk dat de dagvaarding en de manier waarop deze tot stand was gekomen van geen kanten klopte. Toch hechtte de rechter meer waarde aan het verhaaltje van Shell (zou die aandelen hebben..?)" Deze dagvaarding-zonder-namen loopt volgens de Burcht vooruit op de invoering van de leegstandswet een paar weken later. In een "ludiek protest" maken de krakers dit ook duidelijk door "deurwaarder Mink aan de Nieuwstraat te dagvaarden aan de hand van een varken dat in streepjespak achter een bureau zit." Aan de afgevaardigden van politie & media wordt dat ook duidelijk gemaakt: "Een kraker: als het om kraken gaat mag schijnbaar alles. We zullen in het vervolg allemaal gekamoufleerd door het leven moeten. Anders worden we door de een of andere malloot gefotografeerd en moeten we voorkomen voor zaken waar we niets mee te maken hebben. Per 1 januari 1987 kunnen mensen ook anoniem gedagvaard worden. Geen naam, geen foto, je hoeft alleen maar te bestaan," aldus een verslag in een plaatselijke krant. De leegstandswet doolt al 17 jaar rond kraakpanden, maar is nooit ervaren als reâle dreiging. De belangstelling onder krakers ontbrak, het hoorde bij "jullie rechtsorde". Najaar '86 verandert dat. De verse krakers van de Mariânburcht slagen er in de leegstandswet als een direkte aanslag op hun leven te presenteren, ook al heeft hun ontruimingsgrond daar juridisch gezien niks mee te maken. Door toch het verband te leggen, weten ze aansluiting te vinden bij oude leuzen als "leegstandwet = oorlog" en "tienduizenden op straat gezet". Er is al eerder een landelijke infokampagne gestart om die slogans nieuw leven in te blazen. "De overheid levert zo een zeer wrange ontoelaatbare bijdrage aan het VN-jaar van de daklozen 1987", meldt een persbericht. "December: maand van bezinning, niet vanwege kerst maar om die enge wet waarvan we nu al sterretjes zien." "Er gaan geruchten over 40 panden of etages die spoedig na invoering problemen zullen krijgen." "Men wil direkt in het nieuwe jaar een klapper maken om zodoende onze kracht te peilen." Jarenlang was het herhaald: dat mocht nooit gebeuren. Daar zou hard verzet tegen komen. Dan breekt de pleuris uit. Diskussies of kompromissen zijn niet mogelijk. De leegstandswet zou de lont in het kruitvat zijn. Of het ook echt zou gaan branden wist niemand. De Mariânburcht zal het eerste symbool worden voor de aangekondigde onverzettelijkheid en plugt in op een eindtijdstemming onder krakers. Theo: "Overal in het land waar we kwamen om over de dreigende ontruiming te vertellen, waren mensen woedend. Iedereen zou komen helpen. De invoering van de leegstandswet heeft er zeker toe bijgedragen dat het pand landelijk bekend werd. Voor onze mobilisatie was dat prima. Ik had echter ook de indruk dat er bij veel mensen wraakgedachten leefden. De jaren ervoor waren er teveel klappen op hun hoofden terechtgekomen. Het werd tijd dat al die rekeningen vereffend zouden worden. Veel zou afhangen van ons plan voor de ontruiming." Amper drie maanden na de kraak is de Mariânburcht een begrip geworden. "De dagvaarding kwam vroeger dan we verwacht hadden. We hadden erop gerekend twee of drie januari een anonieme dagvaarding te krijgen. Maar die foto's hadden we niet verwacht. De Mariânburcht zou de eerste ontruiming in het jaar van de leegstandswet worden. Een voordeel was wel dat de problemen die op dat moment in huis bestonden gelijk van de baan waren." Wim was bang dat het pand langzaam leeg zou lopen. "Het was koud. Mensen wilden hun studie doorzetten of hadden andere plannen. Studeren kon je in de Mariânburcht wel vergeten. In zekere zin kwam die dagvaardiging op het goede moment. Toen iedereen thuis was hebben we erover gepraat en al snel was duidelijk dat we ons tegen een ontruiming zouden verzetten. Maar hoe wisten we niet. Het was voor bijna iedereen de eerste keer dat ze zoiets meemaakten. Sommigen waren fanatieker dan anderen. Een stel mensen wilde zich hard gaan verzetten en anderen niet. De mensen die niet zo voor hard verzet waren, hadden vaak ook niet zoveel tijd. Daardoor ging hun stem voor een deel verloren. Maar aan de andere kant. Het was toch ons huis en als mensen dat niet wilden verdedigen... dat kan toch niet. De diskussies over hoe het zou gaan werden dan ook al snel gevoerd door de fanatiekste lui aan onze kant en mensen die langs kwamen om te helpen. Deel van de oude hap, volk uit andere steden." Zo weet de Mariânburkht een radikale spanning te bereiken. Een grote groep bereidt zich voor het eerst voor op een konfrontatie met de macht. Voor Wim en Theo is zo'n konfrontatie een breuk met hun verleden. Anderen voelen de verleiding op de breuklijn te balanceren. Voor mensen als Henk die al langer meelopen is het "gewoon een nieuw mobilisatiepunt", dat past in een landelijk opgeroepen sfeer dat de eindslag rond de laatste kraakpanden nu zal aanbreken. "We hebben veel te verliezen, we zullen ons hard verzetten." Vanaf de uitspraak op 24 december gaat alles heel snel. Theo: "Het was een soort roes waarin je terecht komt. We hebben geprobeerd een perfekt plan voor te bereiden, waarbij je zelf geen klappen oploopt en je de ander veel schade berokkent. In woord en daad ging alles steeds harder. Over het geheel werd wel nagedacht, maar vaak pas achteraf. Aan konsekwenties voor jezelf dacht je niet. Ook over wat het voor andere panden en aktiviteiten in de stad betekende, stelde je niet veel vragen." Een tijd lijkt het erop of gemeente en Shell hopen dat de kou het werk zal doen. Het leven in het pand wordt steeds moeilijker. Als het echt gaat vriezen kunnen de vier radiatoren niet alles verwarmen. In de lege ruimtes worden tenten opgehangen om de kou te weren. Een met kachels en banken volgestouwde ruimte funktioneert als woonkamer. Daar is altijd iedereen. Het bastion wordt gebarrikadeerd en krijgt een middeleeuwse allure. De Mariânburcht is een stofzuiger die alles naar zich toetrekt. Trappenhuizen en liftschachten raken vol met spullen van de straat. Muren verdwijnen om elders weer verstevigd op te duiken. "Het was nooit een probleem om iemand te vinden om ergens barrikademateriaal te halen. Het busje dat we gebruikten, zat soms zo vol met mensen, dat er eigenlijk geen materiaal meer bij kon," aldus Henk. Wim verbaast zich er nog steeds over dat alles lukte, terwijl de politie rustig toekeek. "Er werd wel eens iemand opgepakt, maar nooit echte problemen. Een keer zijn we na de kroeg naar het politiebureau gegaan om daar een liedje te zingen. Het waren tenslotte je buren. Toen zijn twee lui gearresteerd, omdat dat daar verboden was. Of nee, ze werden gearresteerd omdat ze de bekeuring doorscheurden, dat was openbaar vuil storten." Volkomen vanzelfsprekend wordt geprobeerd zoveel mogelijk publiciteit te krijgen. Oude kontakten met de media worden aangehaald. Verschillende kleinere akties zijn volgens Theo de smaakmakers voor binnen en buiten. Ze zijn niet voor de kranten bedoeld, maar die pikken ze meestal wel op. "Op weg naar huis uit de kroeg liep je langs de makelaar, of een bank en gooide wat ruiten in. Of later in de nacht ging je op bezoek bij een wethouder. Alles gebeurde gewoon. Daar hoefde je niks aan te organiseren of lang over te praten." Een keer is geprobeerd de komputers van de postgirobank uit te schakelen. In het pand was de elektriciteitsschakelaar voor het hele komplex. Het effekt van die aktie blijft onbekend. Behalve dan bij de groenteboer waar de koeling was uitgevallen. Om te voorkomen dat de kou langzaam toch zijn werk zal doen, wordt besloten de ontruiming uit te lokken. Van de kant van de gemeente is weinig te verwachten om het pand te behouden. De verantwoordelijke burgemeester - dezelfde als in de tijd van de Piersonstraat - wil in zijn laatste dagen liever niet met dit probleem opgescheept worden. In de krant erkennen de loko en wethouder de moeilijke situatie, "maar ze hebben de laatste jaren toch genoeg gedaan om de woningnood op te lossen." Opeens tovert de burgervader "(jonge) startende ondernemers" op het toneel: de nieuwe gebruikers van de Mariânburcht! Elf in getale en een stuk frisser dan dat volk dat zijn mooie, laatste nieuwjaarsreceptie had verziekt door zich te buiten te gaan aan de aangeboden drank en hapjes. Hij is wel bereid een keertje hun argumenten aan te horen, iets wat al stond aanbevolen in het evaluatierapport van de Piersonstraat. Als eerste argument wordt vlak voor het gesprek een brandje in het raadhuis gesticht door het "hompe proletariaat". "Overal in het pand zwierven spullen rond die we zouden gebruiken bij een eventuele ontruiming. Rookbommen, steigerpijpen, autobanden, de meest vreemde dingen. Toen wat van die dingen weg waren, miste geloof ik niemand ze." Hoe ze later brandend bij een ingang van het gemeentehuis weer opdoken, weet Theo niet te verklaren. Ook de met een mooie strik versierde steen, die na het gesprek is achter gebleven op de burgemeestertafel, heeft geen konsekwenties in de beleidssfeer. Uit "niet nader te noemen bronnen" heeft de politie vernomen dat het met dat harde verzet wel zal meevallen. Op andere plaatsen wordt daar anders over gedacht. Zo komt een grote groep Groningers naar Nijmegen wanneer daar het gerucht de ronde doet dat de Mariânburcht ontruimd wordt. "Dat was een vals alarm geweest waarvan we ook niks wisten," vertelt Wim. "Dat gebeurde wel vaker. Zo hebben we ook een keer een hele middag met helmen en knuppels zitten wachten, omdat iemand ons verteld had dat de Groep Bijzondere Opdrachten van de Arnhemse politie ons zou komen ontruimen. We zagen er wel heftig uit, maar ik was toch doodsbang. De spanning nam in die dagen steeds meer toe evenals de vermoeidheid. Het was een soort volkontinu bedrijf. Uiteindelijk hebben we besloten de ontruiming zelf uit te lokken. Op die manier konden we zelf de spelregels en het moment bepalen." Het plan voor de ontruiming was simpel. Binnen zou een groep zich terugtrekken in een zwaar gebarrikadeerde ruimte en buiten moesten er barrikades komen. De verwachting was dat de politie door de barrikades gedwongen zou worden, tot ontruiming over te gaan. Theo: "Het idee zag er goed uit en we hebben de laatste dagen ook hard gewerkt om alles klaar te krijgen. In andere steden werd het goed ontvangen. Het was een duidelijk plan waar niemand veel vragen bij had. Overal in de stad waren mensen bezig met het maken van rookbommen, kraaiepoten, alles wat we konden verzinnen. Het was een bewuste keuze voor een provokatie. Maar hoe het allemaal zou gaan, wist niemand. Dat hing natuurlijk af van het moment en van de hoeveelheid mensen die zou komen." "De beer is los". Bijna opgelucht klinkt het over de politiescanner. Het nachtje observeren in de kou heeft zich geloond. Zaterdagavond is er bij de politie informatie binnengekomen dat "de kraakbeweging het plan heeft in de nacht van zondag 18 op maandag 19 januari akties te gaan voeren, mogelijk met het doel een ontruiming te forceren". De al jaren aangehouden kontakten met informanten blijken toch nog hun nut te bewijzen. Belangrijke stukjes informatie schijnen echter te ontbreken. Henk: "De landelijke mobilisatie was ze ontgaan! Uit het politieverslag achteraf blijkt dat ze zich hadden voorbereid op een soort ontruiming als bij de Nuts. Die had een paar jaar daarvoor plaatsgevonden. Na veel gepraat over hard verzet enzo had de ME in vredestenue dat toen snel opgelost. Het verzet was symbolisch geweest." De hele nacht verzamelen zich overal in stad mensen. Bekende kafees puilen uit. Na sluitingstijd is het in veel panden een drukte van jewelste. Wim is in de Mariânburcht. "We zouden met een groep van negen binnenblijven en proberen daar wat te doen. Ook een journalist zou in het pand blijven. Het idee was dat iedereen verder rond twaalf uur uit het pand zou zijn. Maar dat werd een stuk later. Tegen twee uur waren we alleen met de binnengroep over. We hebben de laatste barrikades gemaakt, het keukenblok eruit gesloopt, wat gegeten en gedronken en verder was het wachten." Zo rond vier uur hebben zich zeker vierhonderd mensen verzameld in panden in de stad. Verschillende busjes uit andere steden zijn door de politie onderzocht, maar deze trekt daar geen konklusies uit voor de eigen mobilisatie. "Met name de busjes die de pendeldienst met Amsterdam onderhielden waren de klos," zegt Henk. "De bedoeling was dat iedereen op hetzelfde moment bij de Mariânburcht zou komen. Afspraak was dat we om kwart over vier met de barrikades zouden beginnen. In de Grote Broek was een gereedschapskamer. Afgeladen vol met spullen. Vuilkontainers voor de barrikades en in mooie rijen stonden pikhouwelen, schoppen, breekijzers. Iedereen kon iets meenemen. Op weg naar de Mariânburcht vloog een grote ruit van de Postbank kapot." Wim zit dan al een half uur op het dak. "Om kwart voor vier zijn we naar boven gegaan. Daar stonden op alle hoeken tonnen, die we van het airkosysteem gemaakt hadden. Gevuld met autobanden, benzine en olie zodat ze lang zouden branden. Op dat moment was het nog muisstil, je hoorde niks. Toen we de verschillende groepen zagen aankomen, hebben we de vuren aangestoken en steigerpijpen over de rand gestoken tegen hoogwerkers. Vanaf dat moment was het een pokke herrie, gigantisch. Ruiten die kapot knalden. Veel vuurwerk dat nog over was van oud en nieuw ging de lucht in. Door de hoogte zag je verder niet zoveel. Van bovenaf leek het alsof ze veel lol hadden. Een gekrioel." Vanuit het pand komt een stortvloed aan spullen om barrikades te bouwen. Winkelwagentjes, autobanden, steigerpijpen, hout, wasmachines, het keukenblok, fietsen, archiefkasten, alles verdwijnt op een grote hoop. "Hoe het in het begin bij de barrikade ging, weet ik niet. Ik was met een groepje naar de vijfde verdieping van de parkeergarage gerend om met katapults de smeris op afstand te houden." De eerste barrikade vordert slechts langzaam volgens Henk, omdat de grond bevroren is. "Al snel kwam er een ME-busje aanrijden. Ze dachten dat met hun tienen wel te klaren. Die eerste kleine charge werd makkelijk weggegooid. Dat was ongeveer om half vijf. In de loop van de nacht was het water in het pand afgesloten. Alleen was men vergeten dat er in zo'n garage wel meer aansluitingen zijn. En omdat het lekker vroor was de straat v¢¢r de eerste barrikade al snel een mooie glijbaan." De barrikade ligt op de oprit tussen de bank en het Arsenaal, zodat de hele toegang naar de Mariânburcht is afgesloten. "Wel hadden we voor onszelf aan de zijkant van de barrikades een vluchtweg opengelaten richting centrum, weg van het politiebureau. Een kleine zijstraat langs de Postbank werd opengelaten, daar konden ze verder komen. Maar door de katapults lieten ze dat wel uit hun hoofd. De ruiten van de bank gingen al snel aan diggelen en ik zag een paar mensen met de deur bezig." Vanaf het dak ziet Wim een lange kolonne ME bussen met zwaailichten richting centrum komen. "Hun bewegingen waren vanaf het dak goed te volgen. Alleen wanneer ze dichterbij kwamen verdwenen ze achter de huizen. We schreeuwden ons schor naar beneden. Met de porto's was iets mis gegaan." Maar het is met name aan de kant van de ordebewakers dat veel zaken misgaan die ochtend. ME'ers moeten zich buiten in de kou omkleden in oorlogskleding. De centrale antenne van het hoofdbureau is onbruikbaar door ijsafzetting. Regelmatig klinkt de eerste uren over de politiescanner de vraag wie nu eigenlijk het kommando heeft. Veel ME'ers zijn woedend omdat ze alleen maar stenen mogen happen. Om tien minuten na vijf, een uur nadat de akties begonnen zijn, wordt de eerste grote charge ingezet. Vanaf de rechterkant komt de ME aanrennen, maakt een bocht om de barrikade te bestormen en komt op de ijspiste terecht. "Die charge was een onvergetelijk gezicht. Het leken wel pinguins zoals ze omver gleden. En ook zo'n vluchtende linie is mooi. We hebben toen zelf een tegencharge achter hen aangedaan," vertelt Henk. "Daarbij is iemand opgepakt door een kompleet arrestatieteam. Die hadden we al zien rondrijden, maar ze bleven tot dan op afstand. Niet al te zeker van hun zaak. Iets later probeerde een ME-linie onze vluchtweg langs de linkerkant af te sluiten. Daar is een grote groep naar toegerend en heeft ze teruggedrongen. En passant sneuvelden de ruiten van de sociale dienst. Daarna was het een tijdje rustig. Ik heb wat zitten uitrusten op een autoband, een shaggie gerookt." Aan de kant van de ME overheerst vertwijfeling. De kommandant van een later gearriveerde eenheid weigert zijn manschappen in te zetten. "We worden in de rug aangevallen. De situatie is hier levensgevaarlijk." Radioverbindingen funktioneren niet. De te hulp geroepen shovel rijdt lek op de kraaiepoten voor de barrikade. Traangas, het vaak gebruikte wondermiddel, kan niet ingezet worden omdat de gasmaskers vergeten zijn. De chaos duurt uren. Theo: "Intussen waren we met een grote groep de bank binnengegaan. In die bank lag prima barrikademateriaal. Kantoormeubelen, een aquarium, alles verwijnt op de tweede barrikade. De eerste brandt dan al. Buiten werden de stoelen uitgeprobeerd, sommigen zaten de bankpapieren te lezen. Een paar gingen naar boven om vandaar naar de ME te gooien. Ze sloegen daar de ramen kapot en iemand gooide een mollie op het kunstwerk voor de bank. Op weg naar buiten hebben we alle kranen open gezet. Weer anderen waren bezig met de deur van een naburige bank. Niemand had meer echt invloed hebben op wat gebeurde. Ik heb nog een tijd staan schreeuwen waar die tweede barrikade moest komen, maar iedereen had het veel te druk om te luisteren. We hadden tevoren wel allerlei dingen georganiseerd, maar op dat moment is het zo'n geweldige chaos." Tegen zeven uur lijken de verschillende peletonskommandanten en de krisisleiding het zo'n beetje eens zijn. De burgemeester is inmiddels op het bureau gearriveerd. Drie uur na aanvang. Als eerste daad geeft hij toestemming voor de inzet van traangas. Vanaf het dak zijn de voorbereiding daarvoor te zien. "We zetten gasmaskers op en trokken ons terug op de vierde verdieping. De barrikade naar het dak wordt dichtgemaakt. We hadden in een van de twee trappenhuizen een ruimte gemaakt om ons terug te trekken. Een paar mensen gaan in de weer met rookpotten, vuurwerk en olie die we wilden gebruiken wanneer ze binnen waren." Buiten brandt nu ook de tweede barrikade vol smeulende typemachines en beeldschermen. Grote, zwarte rookwolken hangen boven de stad. Henk: "We hadden begrepen dat ze traangas wilden inzetten en dat leek ons wel een goed moment om te verdwijnen. We zijn langs de barrikades, voor het Arsenaal langs, gesloten weggegaan. Op het Koningsplein waar je dan uitkomt stond een ME-linie met een arrestatieteam. Die hebben we op de vlucht gejaagd. Bij een paar winkels gingen helaas de ruiten in. Eerst is iedereen naar de Grote Broek gelopen. Een deel is daar naar binnen gegaan. De rest ging door de stad in. Zelf was ik wel toe aan koffie, dus ben ik ook de Broek ingegaan." De ME had niet in de gaten dat iedereen op straat verdwenen was. Voorzichtig probeert de shovel door de barrikades te rijden. Daarna wordt de parkeergarage meter voor meter onderzocht op achterblijvers. "Ik denk dat ze om ongeveer half acht boven kwamen. Althans op de eerste verdieping. We hebben ze nog verschillende uren bezig gehouden met al dat barrikademateriaal en die olie, voor we ons in de laatste ruimte terugtrokken. Helaas was een blik isolatieschuim bevroren, daardoor konden we de laatste kieren niet goed dichtmaken en kwam de rook die we in het hele gebouw hadden gehangen ook bij ons binnen." Een reporter: "De breekploeg van de politie moest een paar keer met breekijzer en cirkelzaag door dik beton. Er waren hele stalen konstrukties, gemaakt van steigeralen en cv-radiatoren, met keilbouten in de muren verankerd, zodat de politie zelfs een stuk muur moest wegbreken om verder te kunnen komen." "Eer ze bij ons waren, was het al elf uur. Dat weet ik nog precies omdat toen over de radio het nieuws kwam dat de RSV zich uit Zuid Afrika had teruggetrokken. Een vreemd moment. We zijn toen een voor een afgevoerd. In het trappenhuis kon ik me met moeite staande houden door al die olie. De rel overtrof alles wat we verwacht hadden. Je bereidt wel wat dingen voor, maar hoe het precies zal gaan weet je niet. Op het moment dat ik uit de Mariânburcht kwam en die straat zag, moest ik toch een tweede keer kijken. We werden allemaal gearresteerd op grond van openbare geweldpleging. Een paar dagen later was iedereen weer vrij." Theo is met een groep door de stad gelopen. "Op verschillende plekken zijn de ruiten van banken nog kapot gegaan. Later zijn er op een paar punten in de stad ook nog barrikades gelegd. Maar vanaf dat moment hadden we de rel niet meer zelf in handen. Overal scheurde ME en arrestatieteams rond. Ik ben toen ook maar ergens naar binnen gegaan voor een ontbijt." Wat zich had aangekondigd als een eindslag zou een katastrofale rel blijken, in de rij van eenmalige gebeurtenissen die het Nijmeegse rijk is. Zomaar opduikend op een uitverkoren plek, een willekeurige kontext zoekend om een massa aan te trekken en daarna razendsnel energie te maken en na afloop alleen maar verbazing en sterke verhalen achter te laten. De volgende dag wordt er brand gesticht bij het rijkspolitiekantoor. De totale schade bedraagt dan vier miljoen gulden. Daarna wordt het weer rustig in Nijmegen. Een paar dagen na de uitbarsting is er van de "Nijmeegse kraakbeweging" niks meer terug te vinden. De rel lijkt totaal konsekwentieloos te blijven. Nadat hij in nog geen vier maanden uit een vakuÅm tevoorschijn was gekomen, verdween hij ook weer in no time. Hij was geen uitdrukking van een opkomende of afstervende beweging maar een pure verschijning, louter entertainment, het verzetje in z'n meest elementaire vorm. Je was er weer even helemaal uit geweest. Als media-event werd de rel samengevat in het bezoek van de bankwerkers aan het buurpand. Een krant: "Vernield en buiten op een brandstapel gesmakt meubilair. Gemolde 'piepers' en kapotgeslagen beeldschermen. Bekladde muren en uitgerukte plantenbakken. Maar vooral verbrijzelde ramen. Zie daar de sporen van een wals van vernielzucht die krakers/vandalen door het bankgebouw trok. Vertrouwelijke post werd teruggevonden op het Koningsplein en in de Ziekerstraat." Er volgt een verklaring van krakers: bijna twee jaar geleden werd in Wageningen het pand 'De Tien Zilverlingen' ontruimd, waarbij de krakers toen de nodige schade hebben geleden. "We zijn toen gebleven bij een schade van twee en een half in plaats van drie ton. Veel te weinig dus. Destijds hebben we de belofte aan de bank gedaan die schade ooit te verhalen. En dat was er nooit van gekomen tot gisteren. Nu hebben wij in een klap onze behoorlijk grote achterstand ingehaald. De Tien Zilverlingen, met al de vuile spelletjes eromheen, is nu eindelijk gewroken." Het symbool van de event zou het Journaalbeeld worden van een naar lucht happende visje op de vloer van de bankvestiging. Een mediarecensie meldt hierover: "De kameraas deden hun werk en zoemden feilloos in op het betoverende symbool van de dooie vis uit het kapotgeslagen aquarium, de relverslaggevers inspirerend om weer es originele beelden uit hun tekstverwerkers te persen, zo de modale krantelezer duidelijkheid verschaffend: de rel was werk van gefrustreerde werklozen, gewelddadige nietsnutten, verwende kinderen. Met de steun van soortgelijke vechtersbazen uit het hele land, natuurlijk."