ALGEMENE BEWEGINGSLEER * In den beginne was de gebeurtenis. Ruimte en tijd verdichtten zich, de metamorfose vond plaats. De beweging komt voort uit deze eerste impuls. Ze is erop uit het laatste stadium van de gedaanteverandering te konsolideren, substantie te geven. De beweging weet van geen ophouden, dat punt is ze gepasseerd. Ze expandeert om de gebeurtenis een maximaal bereik te geven en alles onder die noemer te brengen. Maar ze kan deze totalitaire tendens nooit tot zijn einde doorvoeren, want haar interne dynamiek leidt onvermijdelijk tot fragmentatie. De oorspronkelijke gebeurtenis had een overweldigende dichtheid, die later door de beweging wordt geherinterpreteerd in termen van een verloren eenheid. Deze poogt ze terug te halen door wat haar aan energie resteert, onder te brengen in een statisch bestel. Deze machtige ruãnes hebben de teneur de beweging tot stilstand te brengen. Ze blijven bevolkt zolang een interne dynamiek tussen afbraak en opbouw gaande wordt gehouden. Maar de beweging mist de beweeglijkheid om zomaar iets anders worden. Ze zal zich oneindig vertakken, blijven steken, onderling intrigeren, opnieuw ontspruiten, geâxploiteerd worden, zichzelf beschrijven of zich verfilmd zien. De metamorfose echter blijft een raadsel, een spel van verschijnen en verdwijnen dat zich niet laat continueren, dat een regel volgde die buiten het normbereik van de beweging valt. * Waarom moeten gebeurtenissen opgevolgd worden door een beweging? Is het hun noodlot dat ze ingelijfd worden in een geschiedenis, die van verleden naar toekomst loopt? Hun abrupte optreden, dat de grote zingevers van het bestaan belachelijk maakt, is millenia lang angstvallig weggemoffeld in het doorlopende verhaal, dat met z'n grotere verbanden het verbluffende detail overstemde. De moderne strategie om de gebeurtenis te ontkrachten volgt een tegenovergestelde koers. Op het beeldscherm wordt het detail uitvergroot en het doorlopende verhaal gefragmenteerd tot items, waardoor opnieuw het raadselachtige van de plotselinge verschijning van de gebeurtenis onzichtbaar wordt gemaakt. Noch de media, noch de Geschiedenis zijn in staat de eigen dynamika van de eruptie om te zetten in een verhaal dat aan zichzelf genoeg heeft. Waar de beweging de neiging heeft tot in het ongerijmde door te gaan, is de gebeurtenis erop uit zichzelf terug te vinden. Haar tijdsorde is die van de cyklus, waarin ze het moment van haar verschijning poogt te herhalen om zichzelf uit te vlakken. De gebeurtenis keert zich niet tegen groei of ontwikkeling, maar breekt daar op in. Ze volgt haar eigen parcours, maar nodigt ons uit in te stappen. En als ze afgelopen is stap je weer uit. Meer zit er niet in. Dat er na afloop eindeloze ondernemingen worden opgezet om er vooral mee verder te gaan, ligt voor de hand maar interesseert haar niet. Ondanks al dit getrek en gesjor blijft haar schittering ongedeerd. * "Had u dit verwacht?" - een graffiti, vastgelegd in het weekend van de Vondelstraat. Keer op keer hebben de ketters met verbazing ontdekt, dat de historische loop kan worden stilgezet en dat er dan een intensiteit vrijkomt, die van de rest alleen-maar-geschiedenis, alleen-maar-beweging maakt. Er zijn meer mogelijkheden dan in onze verwachtingen passen. Ze overtreffen onze behoeftes zonder ze in te lossen. Het zijn deze momenten van metamorfose, die de motor van de geschiedenis draaiende houden. Revoluties zijn momenten om keer op keer de gang der dingen nieuw leven in te blazen. Voor de ketters is dit effekt interessant, maar niet indrukwekkend. Hun fascinatie geldt het moment van de gebeurtenis zelf, wanneer de buitenhistorische ruimte zich opent en om verkenning vraagt. Opeens wordt de kans geboden iemand anders te worden dan je altijd al was. Je hoeft je niet af te zetten tegen je uitgestippelde levensloop, er blijkt een levensstijl te bestaan die daar helemaal naast zit. Bewustzijnsverruimende middelen kunnen een introduktie zijn tot deze ruimte-ervaring of gebruikt worden om haar te versterken. Niet voor niets wordt er zoveel gezopen, geblowd, gesnoven, geslikt in bewegerskringen. Maar het subtiele verschil tussen ernaast zitten en drop-out gaan wordt steeds nauwkeurig in acht genomen. Tijdens de gebeurtenis houdt men zich op in de transitruimte van de leegte. Tijdige terugkeer daaruit is essentieel. Want alleen de gelukzaligen zijn in staat zich blijvend achter de horizon van de geschiedenis te verstoppen. "Making history is not the mystery." * Canetti noemt ergens "het punt in de tijd waarop de geschiedenis ophield reâel te zijn. Zonder het te merken heeft de hele mensheid plotseling de realiteit verlaten; alles wat sindsdien is gebeurd is absoluut niet waar, maar we kunnen het niet merken." Deze intrede in de posthistorie zet in met bevriezen van de vooroorlogse bewegingen door middel van de Koude Oorlog. De mondiale konflikten die een halve eeuw de gemoederen verhit hadden gehouden, worden onmogelijk gemaakt door de invoering van Bom en afschrikkingsevenwicht. De klassieke werkelijkheid werd hierdoor achtergelaten in een tijdperk waarnaar geen terugkeer mogelijk was. Dit afschrijven van de vroegere realiteitswaarde werd gekompenseerd door de algehele verbreiding van auto en televisie. De beweging werd van de straat gehaald en overgebracht op het beeldscherm en de voorruit. Men kon relaxed gaan zitten kijken. Dan begint de speciale bewegingsleer. De geschiedenis als een beweging die zich voortplant door kausaliteitsketens, werd vervangen door de parallele schakeling van licht verteerbare nieuwsberichten. De media vervingen de geschiedenis door hun voortdurende alomtegenwoordigheid. Alles wordt bestraald door het media-oog. Het voortdurend tot in de huiskamer brengen van de verte en het vreemde leidt ertoe, dat de plek waar men is in de lucht komt te hangen. Een topografisch geheugenverlies: men kan overal op aarde aanwezig zijn, maar waar men zelf uithangt weet niemand meer. Maar deze permanente aktualiteit kan nog minder op eigen kracht bestaan dan de geschiedenis. Net als deze hebben de media wel een motor, maar geen brandstof. De media sucken daarom alles en iedereen het beeldscherm in. Ze parasiteren op elke energie die in hun werkelijkheid wordt geãnvesteerd. Maar niets past binnen de schaal van de media. Alles wat substantie heeft moet onderworpen worden aan een revolutionaire verandering. Ieder objekt, iedere situatie, ieder persoon moet betekenissen gaan uitstralen, waarmee verslag wordt gedaan over iets anders dan zijzelf. Waar ding was, kwam informatie: de brandstof die de media voedt. Op dat moment haakt de speciale bewegingsleer af. * "Sloop 'ns een media." De geschiedenis was te gek, maar nu staan er andere dingen op het programma. Alles draait nu om de media, het buitenmediale wordt tot in alle uithoeken gecoverd. Maar deze totalitaire tendens roept tegelijkertijd het onbehagen in de media op. Men wil wel eens iets anders. Er is dan ook een retrobeweging opgedoken, die inspeelt op de groeiende behoefte om naast het werk, in een hobbyistische of toeristische ambiance, zelf geschiedenis te maken. Deze schuift de media bewust in de schaduw van de gebeurtenis, om een avond of een weekend lang tot voor het punt van Canetti terug te keren. Even heeft men geen tijd meer voor de media. Het onbegrensde, onbewaakte lokt. Opgeladen door een portie mediavrije ontspanning, kan men er weer een tijdje tegen. Deze heilzame therapie wil de mediale afmatting in het subjekt zelf genezen, maar laat de oorzaak ongemoeid omdat die ook z'n prettige kanten heeft. * Er zijn evenwel figuren die de buitenmediale ervaring hebben opgedaan en daar bij terugkeer een enorme woede aan overhouden. Zij ervaren hun transformatie tot informatie als een aanslag op hun leven. Zij gaan dan ook in het offensief. De antimediale beweging die ze ontketenen gaat er hard tegen aan, maar wil niets te maken hebben met machten die de persvrijheid bestrijden: de hand die de kamera wegduwt, het laatste beeld waarin de soldaat op de kameraman vuurt, het beeldverbod aan de grenzen... Emotionele vertoningen, die maar al te graag doorgestraald worden, omdat ze bewijzen dat de media nog altijd de steun verdienen van de demokratische gemeenschap. De antimedialen doorzien het komplot dat achter dit monsterverbond schuilgaat. Ze eisen dat de banden van de demokratie met de media worden verbroken. Hieraan dragen zij bij door letterlijk de verbindingen door te snijden. Niet uit kontaktvrees, maar om zo weer eens iemand te ontmoeten. Een "Themavoorstel" anno 1987 ziet in de aanval op de media een heleboel positieve kanten: "Door de media te isoleren en aan te vallen zullen we meer mensen bereiken." Ziek geworden van de extreem negatieve belichting van hun verzet gaat het op zoek naar de oorzaken: "Wij schrijven dit stuk omdat er binnen de beweging nog steeds mensen zijn die het nodig vinden hun mening aan de pers te uiten. De tijd dat we via de pers iets konden bereiken is allang voorbij." De antimediale beweging had het liefst de media gemeden, maar loopt er telkens weer tegenaan en kan er maar niet van loskomen. Toch is dat het glanzende perspektief: "We zouden grote stappen nemen en dit is meteen de grootste. Geen pers meer... Om te beginnen scheelt het een hoop werk en geslijm. Als zij niet meer op de hoogte zijn van onze aktiviteiten, kunnen ze ook niet meer negatief over ons schrijven. Je verliest wel de mogelijkheid je aktie belangrijker te maken dan die in werkelijkheid is, maar er is meer ruimte voor het kreâren van je eigen wereld." De antimedialen worstelen met het probleem hoe je anderen kunt tegen komen, zonder de media in het spel te brengen. Omdat dit onvoorstelbaar is geworden, zoeken ze naar andere paden, om de media van inhoud te voorzien: "Een aantal computerdeskundigen gaan aan de slag en proberen in te breken op de telex van het ANP, de textverwerkers en zetcomputers van de kranten en de teletext centrale." De strategie wil de vijand bestrijden met zijn eigen middelen. Maar wie informatie afvuurt, wordt daardoor zelf informatie. Het themavoorstel onderkent dit dilemma van de hack-praktijk. Ze wendt zich daarom af van de elektrosfeer en geeft zich over aan het ambachtelijke klussen. Omdat de media niet willen weten van het onbehagen in de media, worden ze gepromoveerd tot aktieobjekt. De prikakties van de antimediale scenes veroorzaken raadselachtige onderbrekingen van de datastromen. Ze kreâren kortstondig mediavrije zones, waarin plotseling ontmoetingen ontstaan tussen mensen die opeens geen beeld meer hebben en komen vragen wat er aan de hand is. Het antimediale arsenaal blijkt onbeperkt: telefooncentrales kortsluiten, satelieten uit hun baan brengen, kabelkastjes platbranden, elektriciteitsmasten omzagen, kijk- en luistergeld niet betalen, valse persberichten versturen, kamera's om niks laten opdraven, verbindingsschotels dichtgieten, varia kabels doorsnijden, beeldschermen klieven, bewakingsvideo dichtverven, data wijzigen, magnetische velden aanleggen, virussen en wormen inplanten en verbreiden. Kommuniceren met de hamer: "Talking back to the media." * De almacht van de media onderkennen en daar mee zitten, hoeft niet onvermijdelijk te leiden tot vrolijk destruktivisme. En ook de moeizame strategie van de tegenopenbaarheid kan worden vermeden. In plaats van de media alternatief aan te wenden, kunnen ze ook tot extase worden gevoerd. Deze opperste zelfervaring van de media is het stadium van de informatieabsorptie en -overdracht gepasseerd. Het gaat erom mediale effekten te veroorzaken zonder verwijzingen naar een buitenwereld. Dit nu gebeurt in de soevereine media. Soevereine media bieden niet op tegen de werkelijkheid, maar zijn er op uit van haar de uitzonderingstoestand te maken. Het zijn geen media die worden veroverd, maar hybride knutsels van oeroud tot hypermodern materiaal. Ze verschijnen onregelmatig in druk, in de ether, in datanetwerken. Hun programproducers laten zich niet zien, je ziet alleen hun maskers in de voor ons bekende formats. De soevereine media hebben niets met maatschappelijke ontwikkelingen. Ze spiegelen zich niet aan de andere media in hun branche. Ze presenteren zich niet als de audiovisuele avant-garde en zijn dus niet van deze tijd. Ze seinen niets door, maar zijn gewoon bezig. Ze hebben de dialektiek van doel en middel achter zich gelaten. Ze benaderen hun publiek niet als te kneden marktsegment, maar bieden het de royal space die de ander verdient. Ze nodigen uit direkt in te stappen in de media-bus. "So the boot will sail and take us all away." De soevereine media dagen de werkelijkheid uit haar bestaan te bewijzen, door haar te ontkennen. Ze vormen een riskante onderneming die speelt met de grenzen van het sensorium. Toch gaat het hen niet om zware thema's als verspilling, overschrijding en het spel met de dood. Zij willen reizen, het liefst zo ver mogelijk. Waar de media de wereld en de geschiedenis komprimeert tot beeldbuisformaat, volgen de soevereine media de omgekeerde beweging. Zij zuigen je hun universum in om de zee van de ruis te bevaren en het oceanische gevoel up to date te brengen. Even bestaat er alleen nog media. Ook in deze transitruimte is het zaak niet te lang te blijven hangen. Dan wordt het kunst of politiek, want daar grenst de ontkenning van de werkelijkheid door de soevereine media aan. * De buitenmediale gestalten zien dit alles licht meewarig aan. Wanneer hen om participatie gevraagd wordt, geven ze geen thuis. Zij wensen niet aangesproken te worden. Zonder omkijken lopen ze door. Ze schijnen in een ander universum te leven. Ze zijn met van alles bezig, maar de zin daarvan blijft onzichtbaar door de mediale bril. Ze lijken nooit te weten wat ze willen. Maar deze afwijzende houding is niet alleen onverschilligheid. Ze zijn uiterst geconcentreerd bezig met the right thing, daaruit komt hun stilte voort. Zij antwoorden alleen op niet gestelde vragen. Hun aandacht is gespitst op het naderen van gebeurtenissen. Wanneer het zover is zijn zij het, die zonder aarzelen tot daden overgaan. En als zij dan ingaan op de uitnodiging komt de gebeurtenis direkt op gang. Zo stappen zij de buitenmediale ruimte in, waar de metamorfose plaatsvindt. Daar treedt de bewegingsleer terug. Haar rest het optekenen van de verhalen van wie zijn teruggekeerd.