Inleiding bij de Kroatische editie van het Media-Archief Noord-Europeesche associaties over de Vakantiestaat Kroatie kunnen mager uitvallen. Er zou daar een George Washington achtig type aan de macht zijn, gehuld in zotte uniforms, terwijl de rest van de Natie zich daar weinig van aantrekt. Verstrikt in de eeuwige verwarring of ze nu Balkanees dan wel Mediterraan zijn ingesteld, slingert de mentaliteit er heen en weer tussen rommelige passies en een morsige gelatenheid. Ondanks verwoede pogingen zich Europees te gedragen, blijft het land hangen in het stadium van de operettestaat, die noch Machiavelli noch Marx had kunnen voorzien.. Het is het land van Kuifje's 'Scepter van Ottokar' en het decor van Jeanette MacDonald uit de films van Ernst Lubitch. Het is een museum van mentaliteiten,. waar je nog authentiek anti-semitisme, generatie overspannende vetes en stammenbewustzijn kunt aantreffen. We beschrijven hier een vorm van laat Westers orientalisme, gebaseerd op de eigen, toeristische ervaring van miljoenen. Dat is het heersende beeld waar ook de recente oorlogen moeiteloos ingepast konden worden. Kroatie: atavisme of avantgarde? Dat was de vraag waar menig Westers intellectueel sedert begin jaren negentig mee worstelt, voor zover hij of zij het op de kaart heeft kunnen terugvinden. Het besef van het bestaan van een Kroatisch vraagstuk is nooit bijster hoog geweest. Er wordt een hoog specialistisch infobewustzijn vereist om tot een bespreekbaar oordeel te komen. Deze taak wordt graag overgelaten aan de televisie-deskundigen en filosofen der oude media. En zo komen we over de media te spreken. Voor bilwet staat vast dat de oorlog in Voormalig Joegoslavie de Europese tegenhanger vormt van de Golfoorlog. Waar daar de geschiedenis vervangen leek te zijn door videospelletjes, kwam hier opeens de aloude slager in de mensch op het toneel. De existentiele aanpak van de medeburger stond hier lijnrecht tegenover de Amerikaanse hang naar virtualiteit. De media werden graag misbruikt, maar het idee van werkelijkheid bleef maar knagen aan het geweten van de Europese cultuurmens. En dat werd mooi in beeld gebracht. Avond op avond, jaren achtereen, was er een degelijke en aangrijpende documentaire te zien die de ellende, en detail, aan het burgerfatsoen opdrong. Het bezoek aan de duistere krochten van het menselijk tekort diende als een korrektie op de mediale oppervlakkigheid. Men verloor zich graag in de rijkdom van causale ketens der barbarij, om op te gaan in een roesverwekkende komplexiteit waarin iedereen fout en goed is. Het Media-Archief is voor de betrokkenen een anti-aktueel standaardwerk. Het waardeloze karakter vormt een belangrijk uitgangspunt. Het is niet geschreven om de media invloed beter te kunnen meten. Het doel is juist om de lezer van de media te vervreemden. Hier gaat het niet om een geheimzinnig inwijdingsritueel in de dolle wereld der nieuwe media, maar om een nuchter trajekt van uitwijding. Je steekt er niets van op maar leert er iets van af. Vol verwachting nemen we afscheid van de toekomst. Daar ligt de nieuwsgierigheid van bilwet die we graag delen met de Kroatische lezer of konsument uit niet nader genoemde aangrenzende streken. Prinzip Telehoffnung. Biedt Bilwet een venster op het Westen dat kan worden opengezet op momenten van ondragelijke saaiheid, wanneer de misdadige normaliteit de overhand neemt en iedere afwijking uitkomst lijkt te bieden (inclusief dit handboek)? Of slaat Bilwet de deur dicht naar iedere vorm van mediatie als ultieme uiting van de negatie van alle goede (en slechte) bedoelingen? Radikale theorie wijst altijd iets anders af. Dat is de gewonnen flexibiliteit van de ekonomische jaren negentig die nog moeten beginnen op de Balkan. Wat betreft media worden er per regel andere standpunten ingenomen in het Media-Archief. Zolang de theorie maar blijft knetteren en de ideeen elkaar wederzijds oproepen en uitdoven, is het gevaar niet groot dat je als belangrijk denker wordt binnengehaald, in wiens kamp dan ook. Een theorie is pas goed als je er niets mee kunt en je de conceptuele industrie met lege handen achterlaat. Deconstruktie en kritiek is niet genoeg, je moet ook zelf radikaal overbodig worden. Dat is pas het ware eind van de ideologie.