Voorwoord bij de tweede druk van het Duitse Media-Archief Door bilwet Alles is waarschijnlijk geworden. De trajecten die gebeurtenissen zullen doorlopen door de varia media heen zijn zo nauwkeurig te voorspellen, dat wat er ook over gezegd of getoond wordt, er geen extra informatie aan toe wordt gevoerd. De informatie coeficient tendeert altijd naar nul. De spirituele wijsheid omtrent de vier jaargetijden der systemen is onder het volk gekomen. Iedereen weet dat er na een groeikrachtig voorjaar, een volle zomer, een dwarrelende herfst een kille winter volgt: dat is het lot van alle media en hun items. Dit verkorte historische traject is ook de weg die de theorie aflegt. De mode-filosofen van eergisteren zijn nu al met hun herontdekking bezig. Hetzelfde geldt voor de media theorie van begin jaren negentig. De spekulatieve theorie, die met behulp van brokjes geschiedenis, kunst, filosofie, literatuur en film, de werking der media moest uitleggen, heeft zijn euforische fase doorgemaakt, is bekritiseerd, geaccepteerd op universiteiten en hogescholen en daarna langzaam doodgebloed. De dictatuur van de actualiteit is de motor achter deze voortdurende aanmaak van geschiedenis. Het historisch besef is de huidige verschijningsvorm van de vergeetachtigheid. Je hoeft niets meer te onthouden, want het is toch al passe. Het Media Archief is geschreven met dit sociologisch mechanisme in het achterhoofd. Vermoedelijk valt dit handboek voor de generatie na '89 historisch te determineren, maar toch tracht het zich aan dit moderne mechaniek te onttrekken. Bilwet's slogan was en is: theorie is informatie die informatie blijft. Zolang je er niets mee kunt is de theorie lezenswaardig. Hoe beter je een ideeenstelsel kent, deste onwaarschijnlijker wordt het. De concepten kunnen wel naar een ander vertooglevel worden geconverteerd, maar blijven hun absolute vreemdheid behouden. Vaag blijft vaag en wordt niet duidelijker in de loop der tijd en bezit een entropische kwaliteit. Dat is de hoop in de tijden van de kortgeschoren goede bedoelingen: niet te worden omgezet in praktijk, maar steeds onwaarschijnlijker te worden. De negatieve utopie hoeft niet te worden ontkracht door haar toekomstige realisering. Ze is nu al werkelijkheid, je hoeft er alleen maar oog voor te krijgen. Het is eerder een bril om het programma van de wereld te ontregelen. Dit boek is geschreven in de periode voor de opkomst van het Internet. De afronding geschiedde in een bizarre tussenfase vol van geruchten, visioenen en het plezier van het er op los hacken. Cyberspace, multi-media, mailboxen, maar ook je eigen video en radio. Op het moment dat je die mediale ruimte binnenstapt, overzie je alle mogelijkheden, niet alleen de technische, maar ook de sociale, artistieke en politieke potenties, in de zekerheid dat economie en wetgeving binnen de kortste keren een eind aan zullen maken. Het is het moment dat je nog onbekommerd ideeen kunt genereren, zonder geremd te worden door de vraag naar kritiek. Omdat we ons in het Media-Archief niet op de feiten beriepen, passen alle nieuwe ontwikkeling er altijd weer in. Zo keerden alle verschijnselen die we opsomden weer terug in het Internet, dat als een totaal medium vage karaktertrekken kan aannemen, soeverein kan op treden, normaal kan worden, anti-mediale gevoelens doet opborrelen danwel oude media kan reanimeren. Theweleit's Man- vrouw-media is van toepassing op het Net, de militaire oorsprong ervan is welhaast een banale mythe geworden, McLuhan is de 'patron saint' van de vijand Wired, Virilio blijkt als Europees tegenstander byzonder populair, Baudrillard is een cool memory geworden, terwijl de schipbreuk van James Cameron door een positieve recensie van zijn film 'Titantic' op de juiste website werd voorkomen. Hier wordt niets aangeprezen. Alle ideeen kunnen misbruikt worden door jonge ondernemers, daar kan je je nauwelijks tegen wapenen. De media zijn niet belangrijk, je hoeft er niks mee. Dat is een belangwekkend gegeven temidden van bezorgde benauwdheid, cleane hype en het grote geld. De ene keer zit je in een versnelling qua media-inzicht. Je doorziet opeens hoe Hollywood jouw dekonstruktiedrang te slim af is. Op andere momenten rem je af en ga je jaren zitten nadenken over het post-mediale. Het Media-Archief maakt zich nog niet druk over race en gender of om de politieke economie van de netwerk samenleving. Ook het design op het scherm laat ons volkomen koud. Wij zijn niet onder indruk van de tekortkomingen van anderman's software. Dit boek is een kritiek op de Grundrisse van de post-industriele samenleving, geschreven vanuit de dreamtime. We nemen plaats op het hek, tussen de analoge beschaving en digitale wildernis en bespotten de gevestigde cultuur die het met de media zo moeilijk heeft. Het is meer lachen met de media dan kotsen op de on-liner, zoals in 'Elektronische Eenzaamheid'. We graven ons dwars door het medialandschap heen en laten ons even niet ontmoedigen door de beperkingen die altijd weer aan media worden gesteld. ('Alles is mogelijk, maar niets kan,'Andre Simon) De lezer is hierbij van harte uitgenodigd de verzamelde concepten nog onwaarschijnlijker te maken dan ons is gelukt. Keer ze om, transformeer ze, plant ze over naar andere domeinen - zodra het nieuwe ideeen oplevert is de lente van de theorie aangebroken en kun je van een nieuwe mediacyclus gaan genieten.