Vormen van Verval Wenken voor als de beat stilvalt Door Bilwet "Wij gingen op dansles om meisjes naar huis te brengen." Johan Sjerpstra Voor hen die getrouw waren aan de tijdsgeest wacht nu de opdracht een esthetiek van de uitzichtloosheid te ondergaan. Men heeft op de toppen geleefd van alles wat er in zat en daalt thans af naar de diepe gronden, achter de nullijn. We betreden het tijdvak van de nawerking. De effecten worden voelbaar zonder dat ze benoembaar zijn. Roken lijdt tot kanker en sex tot AIDS. Dat zijn de bekende risiko's en bijwerkingen. Voorlichtingscampagnes en bijsluiters zwijgen waarover zij niet kunnen spreken. Waar het hier om gaat zijn de knagende en sluipende vormen van verval en aantasting. Ziektes zonder naam, niet te duiden klachten. Al die onduidelijke bezwaren vormen samen een diffuus complex. De implosie die Baudrillard aankondigde bezat nog een zekere charme. Het verhaalde over een heroische ineenstorting van bestaande instellingen en riep daar een gevoel van triomf over af. Baudrillard had gelijk en liet zijn lezers daarin delen. Als een klassiek avantgardist ijlde hij de meute vooruit en kon zo berichten over opkomende konstellaties van begrippen die weldra gemeengoed zouden worden. Maar de hyperrealiteit nam een andere wending. De trage maelstrom ontbeert het spectulaire moment van de apotheose. De implosie vond niet plaats. Wij zijn geen toeschouwers die zich laven aan schittering van de ineenstorting. We worden zelf meegevoerd door de krachten die vrijgemaakt zijn. Het draagvlak blijkt weggevallen. Een tuimeling zet in. Zonder elastieken koord van de bungiejumping of een moment voor jezelf om de shock te verwerken. Het is een vrije val in het ongewisse van de ultramoderne oorzakelijkheden. Het post-Katholieke tijdsbestek ontbeert iedere vorm van pastoraat. Dat had Nietzsche niet kunnen voorzien. Wat de genadeklap uitdeelt is niet het noodlottige moment van het ongeval, maar de lange tijd van de revalidatie, de geestesverduistering volgens Alzheimer, de gang naar helers en helderzienden, de wetswijziging die op zich laat wachten. Maar ook de hypotheek waarvoor men nooit een afbetaling verricht, de levenslange therapie voor het onverwerkt verleden, relaties die nooit gelegd worden, de integratie die maar niet tot stand komt. Het gaat hier om verschijnselen die niet te demarkeren zijn. Hun vaagheid is de fataliteit ervan. De fuzzy logic heeft het menswaardig bestaan zijn contouren doen verliezen. Men kan zich geen houding bepalen, laat staan zicht op verlossing bieden. Het zoeken is naar eigentijdse vormen van biecht en boete. De hulpverlener zou ook zelf graag ergens te rade gaan. De hoop blijft op de ander gericht. Men blijft optimistisch, ook in de filosofie. De buitenlander moet een impuls geven aan de bloedeloze cultuur. Men dwaalt weg in eigen gedachten en fabriceert van de vluchteling, de vrouw of de kunstenaar een verlosser die ons uit de collectieve impasse zal helpen. De ander dient als spiegel, maar moet zich niet al te konkreet aandienen. Voorbeelden moeten schaars zijn, anders wordt de richting weer onduidelijk waar de maatstaf aangelegd moet worden. Het optimisme slaat ook over op de ander, die de positieve vector dient te belichamen. De demonen zijn reeds uitgebannen. Hoe het Kwaad zich kan manifesteren en kan herkennen, wordt zo onduidelijk. Er heerst een pacificatie van alle vormen van ongelijkheid, strijd en eliminatie. De enige optie is die van het accepteren van de technische perfectie en het aanmodderen met de factor Mensch. Het komende tijdperk van de Oplossingen moet ons verlossen uit de rauwe en volhardende Middeleeuwen der Problemen waarin wij nog steeds verbannen zijn. Het aankaarten van problemen wordt met de dag ouderwetser. Wie weigert na te denken over Oplossingen is zelf deel van het Probleem en daarmee gedoemd tot het verleden. De Oplossing is anders dan het Idee of het Plan ontdaan van ieder hoger ideaal of heilsperspektief. Het is een Voorziening. In de Oplossing zit ook de afschaffing die men zelf moet accepteren en doorvoeren. Euthanasie als funktionaliteitsbeginsel. Er bestaan geen oude problemen. Wie torst er nog de last van de erfzonde? Hoe kan men nog warmlopen voor socialisme? De problemen hebben hun emotionele inbedding verloren en dus is er geen kontakt meer mee te maken. Je kunt het niet navoelen of over praten, behalve dan in beschouwende, media-antropologische zin. In tijden van opbouw en groeiverwachting, marktwerking en koersontwikkeling, is het van belang zich over te geven aan de vormen van verval. Dit is geen moedwillige decadentie. Het is een ontwikkeling van het systeem zelf dat in een periode van hoogtij woekeringen van surplus en verfijning produceert. Geen No Future dat om aandacht schreeuwt en als mode weer even snel verdwijnt. Het gaat hier om onmogelijke verbasteringen, niet-compatibele elementen die met elkaar vloeken en elkaar afstoten. Niet de glans van het spektakel, maar de kunst van het onbelangrijk worden. Het bijkomstige dat maar niet wil wijken en doorzeurt. Een onbestierbare griebus, zonder naam, zonder identiteit of voorbeeldwerking. Geen rap of rock&roll die je kan navolgen. Onbekommerde eenzaamheid. Op eigen houtje aanrommelen. Een hondse lichtvoetigheid die hinder veroorzaakt zonder de pose van het verzet. Een gestyleerde wanhoop die niet kan worden gedecodeerd als cultureel-politiek programma, maar wel een werkzaamheid ontketent. Een wanorde die als vuilnis wordt herkend, maar waar geen reinigingsmiddel tegen opgewassen is. Gericht tegen het definitieve van de Oplossing gaat het vrolijk door met het besmetten van de reine oppervlakken. Dat zullen de tekenen van leven zijn. Nawoord van het nieuwe boek van bilwet, 'Elektronische Einsamkeit' dat op 15 oktober 1997 bij de uitgeverij Suppose in Keulen is verschenen -- vooralsnog alleen in het Duits. Te bestellen bij: Suppose, Krefelder Strasse 40, 50670 Koeln fax 00 49 221 7391930 e-mail: ayat@khm.de