Prolegomena tot het bilwet-sexboekje



Geschreven ter gelegenheid van de opening van de
Artporn Website(http://thing.Desk.nl/artporn)
Amsterdam, juni 1996




"Stoutmoedigen aller landen, copuleert!"

(Sjerpstra)





















1. KUIFJE IN SEXONIA

Kuifje had nooit een vriendin, wel een huishoudster, mevrouw Vink, een oudere alcoholische vriend en een hondje. Ietwat minder bekend zijn de kinderen Niko en Noesjka (uit Het Haaienmeer) waarmee Kuifje meer dan vriendschappelijke betrekkingen onderhoudt. Voor de rest is Kuifje een monomane speurder die strijdt tegen het Kwaad en opkomt voor het Goede. Vaak is hij juist aan een vakantie begonnen of knapt hij een uiltje wanneer zich plotseling een avontuur aandient. Tijd voor spannende sex wordt Kuifje slechts in het illegale circuit vergund. Hergé heeft alleen oog gehad voor de politiek-journalistieke levensloop van onze eeuwig jonge Belgische mensenvriend. Andere auteurs mochten Kuifje volgen op zijn dwaaltochten langs bordelen, cafés, disco's en andere gelegenheden die bij Hergé niet aan bod komen, zoals de rooksalon (met kifpijp) op kasteel Molensloot.
Een van deze illegale albums is 'Kuifje in Zwitserland' door Efdé (Felip Denis), dat expliciet als boventitel 'een parodie op Kuifje' heeft en niet zoals gewoonlijk 'een avontuur van Kuifje'. Het is een pastiche van beeldcitaten uit de gewone Kuifjes, maar ook uit pornobladen, kranten en particuliere fantasieën, met als hoogtepunt het intieme samenzijn van Kuifje en Emilie in een Kongolese hut. Wat ze daar doen krijgen we niet te zien. Kuifje redt de badende black queen voor de aanval van een worgslang. Uit dank daarvoor mag hij bij haar logeren, met toestemming van haar vader, het stamhoofd. Ze vindt hem maar niks, hij presteert geen bal en laat de koffie koud worden. "Ik heb genoeg van die klootzak... Hij komt me hoe langer hoe meer de strot uit! Ach, was Sonny maar weer terug!...", verzucht Emilie wanhopig. Op dat moment verschijnt Sonny en gaat ze er vandoor met een luxe automo- biel. Zelfs in een door justitie erkende parodie doet Kuifje het niet. Eerder in het boek, per boot aangekomen in Tanger, gaat Kuifje met Kapitein Haddock in de souk naar een nachtclub waar Bianca Castofiora een striptease-act opvoert. Ze rukt de pijp uit de mond van Haddock en stopt die in haar kut en duwt hem terug in de mond van de aangenaam verraste Haddock. Kuifje rent hierop naar de wc, begint zich af te trekken, en de gevolgen zijn schokkend. Het is alsof hij een emmer water over zijn kop krijgt, water spuit uit de barstende wc-pot, het wc-papier rolt vanzelf af, de buis van de stortbak knakt, de kalender zwiebert, kortom, Kuifje komt klaar. Castafiori weet achteraf de kapitein te verleiden tot een verzetje. Hij gooit een pan zwart aangebrande macaroni à la milanaise tegen het achterwerk van de ontklede diva, roept uit: "Enteren" en stoot zijn deel door de smeerboel heen bij haar van achter naar binnen. Als hij klaar is, laat hij op gepaste wijze een paar briefjes van duizend op haar nachtkastje achter. Op de voorkant van het blad 'Spetters' (stripblad voor volwassenen) kijkt een ongeschoren Kuifje verschrikt hoe Hergé met bobbel in de plusfour de sexshop uitloopt, waar hij net bij de porno-uitverkoop ondermeer de bladen 'Kreun', 'Glij-1', 'Neuk', 'Klit' en 'Pomp' bemachtigd heeft. De eyecatcher luidt: "Exclusief: Kuifje in Holland." Deze zwart-wit minispecial behandelt Kuifje als jodenhater, die per ongeluk de trein naar Auschwitz neemt, denkend dat het de gereserveerde trein is voor de Club Méditerranee. Kijken hoe ver je kunt gaan. De porno heeft hier tot funktie, Kuifje bij zijn positieven terug te brengen. "Nee, ik mag niet kijken," zegt Kuifje terwijl hij zijn hoofd afwendt van de pornoplaat die hem door de Jood Rastapopoulos wordt voorgehouden.
De fatsoenlijke manier waarop Hergé het leven van Kuifje heeft vastgelegd, nodigt uit tot ondeugdelijke parodiëring. Men vermoedt dat Hergé sexueel iets te verbergen heeft en niet vrij is van bepaalde antisemitische sentimenten. Men probeert de maker in verlegenheid te brengen door Kuifje zijn eigen taboes te laten doorbreken. Daarmee wordt de dubbele boodschap van de brave Kuifje expliciet gemaakt, namelijk dat het lege figuurtje projectiescherm van het mannelijk Es is. Het paradoxale van deze strategie is dat de prikkeling van de fantasie afneemt naarmate het onbewuste meer belicht wordt. De porno- grafische context sexualiseert Kuifje niet, zoals uit de zojuist beschreven passages wel blijkt. De icoon die uit zijn klare context wordt gehaald (Paus in z'n blote kont, Chirac met dampende joint) heeft slechts een kortstondig hilarisch effect. De Van Gogh-met-walkman werkt niet en wekt hoogstens euro-fundamentalistische reacties op. Wat het beste blijft werken is de blanco Kuifje, die als vanzelf pornografische effecten sorteert, net zoals Moeder Maria dat doet. Je hoeft het liefdesleven van Madonna niet uit te schrijven (of te verfilmen) om het expliciet te laten zijn. Zo hoef je Kuifjes geslacht niet te tonen, om te kunnen vermoeden dat hij er een heeft. Voor een goede Porno-Kuifje moeten alle expliciete verwijzingen naar deze comic meme worden geschrapt, zodat je een avontuur van Kuifje krijgt zonder de held zelve. Het gaat dan om de reëel bestaande porno van de Kuifjes in jezelf, geprojecteerd op de Kuifloze tabloids. Het is de rol die je aanneemt wanneer je probeert om frank en vrij voor journalist te spelen, zonder culturele bagage. Het is de georganiseerde onschuld ten voeten uit, op zoek naar weer een nieuw avontuur, het geslaagde orgasme bij wijze van normale spoelbeurt.



2. MOOI WEER MET WILHELM REICH

Terug tot Reich, terug tot de 'nieuwe cultuur' en een posthuum eresaluut aan de proto-hedonist Anton Constandse. Wilhelm Reich blijft een wegwijzer voor de modale radelozen, aangezien hij de twintigste eeuw theoretisch belichaamt: hij is de begripsmatige samenkomst van politiek en psychologie, van economie en sexualiteit, fascisme en stalinisme. Hij construeerde een verband tussen technologie en orgasme, en dat idee is tekenend voor deze tijd van virtuele sex en vrijgezellenmachines tot en met de sublimaties in het machinale en de mediagebonden libido. Reich sloeg door, dat maakt hem sympathiek en bruikbaar voor de zoekers die aan gene zijde van de wetenschappelijke differentie zijn beland. Goed vóór de oorlog en fout nà de oorlog, zo hoort het. Reich lijdt nog steeds, net als eerder Nietzsche, aan de vervalsing van het eigen werk. Hij is de beslissende schakelingen van deze eeuw op het spoor gekomen (psycho-analyse en marxisme, sex en politiek) en is meteen de weg kwijtgeraakt. Temidden van de begrippen (in Europa) ontwikkelt hij nog meer begrippen, en omgeven door de machines (in Amerika) construeert hij eigen machines. Het resultaat is een perpetuüm mobile van theorie en praktijk, dat gaat dollen. Reich weigerde tegen beter weten in mee te werken aan het redelijk alternatief en stelde tegenover het gezond verstand het gezonde orgasme. Net zoals je de kritiek hebt op de instrumentele rationaliteit (in z'n huidige vorm van de nuance en het kleine verschil), kun je ook vraagtekens zetten bij de heilzame werking van het erkende sexen (van Cosmo tot Tantra). Het heersende mediavertoog benadrukt altijd nog de tegenstellingen tussen gevoel en verstand om de coalities tussen beide te maskeren en aldus vrij te maken. Boeken als 'De Emotionele Intelligentie', 'De Celestijnse Belofte' en het fenomeen Jomanda danken hun succes aan deze invrijheidsstelling. Er is meer tussen hemel en aarde, erkennen ook de meest gezaghebbende professoren. Reich zat indertijd op Internat, net als Lenin, DaDa, Freud en vele andere strijders voor de Internationale. De gewezen Oostenrijker wilde graag gebruik maken van de ongekende mogelijkheden die Internat bood. Zijn ongeremde schakelwoede bracht hem tot ongekende hoogtes en dieptes: van de wijkcommitees ter bevordering van de sexuele hygiëne, de strijd om de 'levensvernieuwing' in de Sovjet-Unie en de jeugdcommunes, de religieuze extase als sexueel surrogaat, sexpol in Denemarken, zijn erelidmaatschap van de "Internationale Vereniging voor Plasmogonie" in Mexico tot en met de elektrische functie van sexualiteit en angst.
Reich had lol in zijn eigen genialiteit. Het zijn vooral wij die daar nu last van hebben, omdat we het bruikbare en het waanzinnige in zijn Leer elke keer opnieuw moeten ontwarren. Het gaat bij hem om een milkshake van evolutieleer, marxistische politieke economie, etnologie, bioelektronica, pedagogie en sociaal werk, kosmologie en ander natuurwetenschappelijk onderzoek. Het is een vooroorlogse interdisciplinaire aanpak die erg productief was, maar niet veel bruikbaars opleverde. Deze tragiek is eigen aan de synergie van het ongeremde koppelen. In tegenstelling tot Freud bleef Reich zonder gevolgen. Hij deed niet aan schoolvorming en bracht het niet tot een wetenschappelijke discipline. Wat Reich doet is het kopiëren van de sexuele potenties naar de terreinen van het weten en de arbeid. Zo transformeert hij de sex in kennis en werk, en brengt hem op een hoger plan. Sex als algehele probleemoplosser, die als levensenergie de emotionele pest kan uitroeien (met de riemen die je hebt).
In die drift tot ordinaire sublimatie zit ook de angstige ontkenning van de impotentie van de beperkingen. Der ganze Orgasmus ist immer der Unwahre. Bezien vanuit het sociale vraagstuk heeft Reich altijd gelijk, alleen zijn de wereldhistorische connotaties van zijn denken niet meer dan propagandistische bespiegelingen. "Liebe, Arbeit und Wissen sind die Quellen unseres Lebens. Sie sollten es auch beherrschen." Hij somt de kwalen op van het dagelijks leven en houdt er vervolgens nog een pleidooi voor ook. Niets geen recht op luiheid, lusteloosheid, verveling, lamlendigheid en vernielzucht, niets geen recht op perversie. Er ligt altijd nog belangrijke research vóór hem. Sex kan een oplossing betekenen voor reuma, fascisme, kanker, remmingen, slecht weer, syfillis, de ouderwetse familie, het socialisme in een land, homofilie en het verwaarloosdenvraagstuk.
Reich wilde de orgon ontdekken die dode materie tot leven zou wekken en tevens een kanon construeren om mooi weer te maken. Doctor Reich is in dat opzicht een collega en tijdgenoot van de reporter Kuifje en vult de onbelichte kanten aan van de jonge Belg. Beiden strijden tegen het Kwaad en werken aan het goede doel, namelijk de "verwezenlijking van het levensgeluk op aarde." Maar sex is de verkeerde invalshoek voor Hergé. Professor Zonnebloem, die een minstens zo geniale uitvinder en experimentator is als Wilhelm Reich, zou het nooit over sex hebben. Hij spreekt niet over de biogenese, de vegetotherapie, noch maakt hij melding van Hodann, Roheim en Malinowski. Hij werkt aan de atoomraket en de kleurentv. Maar het gaat beiden om de ontdekking van de onbekende en onzichtbare bronnen van energie, die vervolgens zinvol ingezet kunnen worden ter bevordering van de klare lijn van gezondheid en geluk. Waar het geheim van Hergé berustte op het verzwijgen van de sex, is het geheim van Reich nu juist dat hij het alleen maar heeft over (de functie van het) het orgasme.



3. LEIDS GENOT BIJ ANDERMANS SEXUELE MISDADIGHEID

Kort na de Tweede Wereldoorlog komt Prof. dr. E.A.D.E. Carp te Leiden met zijn bundel 'Sexuele Misdadigheid', bedoeld "speciaal voor artsen, juristen en studenten". Dat Carp met een "blikverdieping" op het "misvormde driftleven" hoort bij de Wederopbouw, de herdenking van de oorlog en het wegsterven van het feestgedruis der bevrijding. Bij het herstel van de normaliteit past het vaststellen van de afwijking en het criminaliseren daarvan door een psychoanalytische diagnose. Onze psy- chopatholoog heeft een casus over het crimineel fetisjisme van een vlechtafsnijder, 'ein Verbrecher ohne den Mut zum Verbrechen'. Verdachte draagt een bril, heeft een goed verzorgd uiterlijk, smalle handen en voeten, en normale reflexen. Dit geval van "gemaskeerd sadisme" gaat het om het afsnijden van de haarvlecht, "niet om het blote bezit ervan." De man sloeg twee keer toe en na beëndiging van de psychoanalytische behandeling, die zes maanden duurde, was de neiging tot sadistische handelingen geweken. De "ernstige psychosexuele stoornissen" traden niet meer op.
Of neem de 'Penis Stoltz' van de exhibitionist. "De laatste maal dat hem dit overkwam, viel zijn oog op een vrouw aan het postloket, op zeer eenvoudige wijze gekleed en zonder enige bijzondere aantrekkelijkheid. Onze patiënt komt tot de volgende uitroep: 'Het kan toch niet mijn moeder zijn, die ik achter zo'n vrouw zoek?'" Bij het kijken naar zijn moeder, wanneer zij zich baadde, had hij bijzondere belangstelling voor haar okselbeharing getoond en haar hieromtrent opheldering gevraagd. De kleptomane zoekt de opwinding van het verbodene. "Onze patiënte geeft duidelijk blijk orgastische belevenissen te hebben, die haar zelfs meer bevrediging geven dan de co‹tus." Als je mij niet geeft wat ik hebben wil, dan zal ik het nemen. De kleptomane heeft de fantasie om de penis van de moeder te roven, ook het stelen van de doos met sigaren drukt deze wens uit (aldus Carp). Het is verwonderlijk dat bij deze vrouw, die frigide is, tijdens het stelen voor de eerste keer een orgasme tot stand komt, "ofschoon hiermede niets bewezen wordt". Paedophilie, travestitisme, criminele homo-erotiek, zo”stuprum: deze beschaafde collega van Reich heeft als afwijking al deze gevallen te moeten inventariseren en lichamelijk te onderzoeken. Uit een verdrongen angst zelf te worden ontmaskerd als pervers, stelt hij zijn dossiers ter beschikking van de autoriteiten. En alsof dit nog niet erg genoeg is, bundelt hij zijn patiëntenverhalen in boekvorm. Hij gaat sociaal en wetenschappelijk verantwoord te werk en onderbouwt zijn objectivisme met erkende namen uit de psychoanalyse en sexuologie. Wat Carp beoogt is het vermaken en aangenaam verpozen van zijn collegae artsen en juristen. Hier worden van onschuldigen daders gemaakt, in een wanhopige poging, na WO II, om het 'criminele' op het spoor te komen ('de banaliteit van het Kwaad' moest nog erkend worden). Het daderschap is ondergedompeld in de normaliteit en als afwijking niet zichtbaar te maken met het psychoanalytisch instrumentarium. Het wordt opgehangen aan de belangstelling voor okselbeharing. Zo vervaagt ieder verschil tussen onschuld en misdadigheid. Het gevolg hiervan is dat de aandacht uiteindelijk is verschoven naar de belevingswereld van de slachtoffers. Van de kinderpornografen of verkrachters weten we niet meer dan dat ze aan ons gelijk zijn, zich onder ons bevinden, op ieder moment kunnen toeslaan en 'slachtoffer worden van hun eigen misvormde driftleven'. Dader en slachtoffer zijn als categoriën niet meer uit elkaar te houden. 'Had je maar dader moeten zijn.' Maar of je nu slachtoffer of dader bent, in beide gevallen moet je behandeld worden, dat wil zeggen omgevormd en gerepareerd tot een "Nieuw Mens" (dr. Reich) die er weer een tijdje tegenkan.

4. COMPUTER SEX: OVER HET FANTASIEDESIGN

Voor de hedendaagse ontwerpers van de sex is de relatie tot de macht zoekgeraakt. Als de traditionele machtsvraag er niet langer toe doet, begeeft men zich op een nieuw, onbekend terrein. Althans, zo lijkt het in de hoos rond 'VS'. Men is zo blij met deze veelbelovende ontdekking omdat de sex nu eindelijk weer is teruggekeerd tot de paradijselijke toestand van voor de zondeval. Waar in de jaren zestig nog een revolutionair, maatschappelijke perspektief nodig was om de sex te bevrijden, ontbreekt in de jaren negentig iedere legitimering. 'Virtuele sex kan niet waar zijn', zo fluistert ons het kritisch-moreel bewustzijn in. Het moet wel leugen en bedrog zijn. Reeds velen meenden daarom dat 'virtuele' sex gewoon niet kan en mag bestaan. De onheilsprofeten zien al de eerste tekenen van verval. VS leidt tot verslaving, legt het Net lam, is een teken van narcisme, cynisme en autisme en zou het realiteitsverlies bevorderen. De surrogaatsex van de cyberjunks met hun apparaten zou een afkeurenswaardig escapisme zijn voor de AIDS. Het is weliswaar safe sex, maar deze condoomvrije bevrediging zou wel eens erger kunnen zijn dan de kwaal. Deze typisch Europese denktrant kortom ziet sex nog steeds in het licht van gevaar en ondergang.
De traditionele kritiek op de VS is een verhuld pleidooi voor de reeel bestaande sex die niet verloren mag gaan. Waarover de kritici zwijgen is de krisis in het actuele sexen. In het huwelijksbed van het Verenigd Europa wordt gepraat, tv gekeken, geslapen, gebeld, gesport, gelezen, maar het kinderen verwekken blijft tot een minimum beperkt. De bevolkingstoename in Europa wordt geimporteerd. Het verband tussen een kritiek op VS en de explosieve groei van migranten en vluchtelingen kan niet gelegd worden omdat het onder het taboe van het racisme valt. De uitgedeide middenklasse draait om de hete brei heen en moet er als een uiting van verdringingsarbeid (Freud) verlegen om lachen. De Europeanen zouden in feite terug moeten keren naar de Victoriaanse geslachtsgemeenschap. Doe het niet immoreel met machines, rubber, dieren, boekjes, maar echt in de zin van "wettelijk, door het huwelijk verbonden." In zo'n benauwde law & order huwelijksmoraal kan iedere kritiek op de VS verzeild raken, want tegenover de "virtuality" staat nu eenmaal de "reality" en die is qua sex in een terminaal stadium terechtgekomen. Het vermaak over de gehandicapte Ander die veroordeeld is tot copulatie met het machinale heeft een bittere ondertoon: men veroordeelt de improductiviteit, maar bedoelt eigenlijk de eigen (blanke) impotentie.
Na de feministische kritiek op het sexisme van mannen in hun gedrag, in de reclame, op het werk en in bed, is een tijdperk gekomen van een hyper-sexueel bewustzijn. In tijdschriften, in de kunst, op de dansvloer, in de muziek (Prince/Madonna) is een bezielde herwaardering terug te vinden voor harde, speelse en expressionistische sexuele technieken. Het lichaam moet zich uiten en de sexueel correcte bodyculture vergt een maximale inspanning om eruit te halen wat erin zit. "Suck it, baby!" Begeleid door een massacultuur van tekens en voorschriften wordt het post-feministische lichaam, gestut door tal van academisch onderbouwde gender-constructies, weer een 'sex-machine'. Maar dit is een ander lichaam dan dat uit het tijdperk van James Brown. Het gaat niet langer om de bevrijding van de sexualiteit of het praktiseren van perverse krachten, maar om het circuleren ervan. Sex is in de bovenbouw beland waar het als immateriele waar verhandeld wordt. Freud had nog de illusie dat sex in de onderbouw zat, terwijl men zich er nu juist super-bewust van is. Sex dient niet te worden verdrongen of bevrijd, maar te worden gecelebreerd, zo luidt het huidige devies. Sex is een gewijde aktiviteit, die omwille van haar imagokarakter niet licht mag worden opgevat.
Wat is het geheim van intersex? Dit is geen onschuldige vraag van een belangstellend journalist uit de schrijvende pers, die ook wel eens een leuke, hippe reportage wil maken. De vraag omtrent VS kan alleen maar geplaatst worden binnen de klassieke Europese traditie van de Sex, het Weten en de Macht (zoals Foucault dat in zijn driedelige 'Geschiedenis van de Sexualiteit' analyseerde). De 'zorg om VS' is vele malen groter dan de feitelijke praktijk. De hoeveelheid 'VS-related' themanummers, wetgeving, schandalen, kunstinstallaties, boeken, afstudeerscripties, verwachtingen, films en tv-items, sektes, ansichtkaarten en sex fiction is niet meer te overzien. De representatie heeft het geschutter met de 'real personal' computer wederom overwoekerd. Noch de hardware, noch de software zullen ooit in staat zijn om de beloftes waar te maken. De intense aandacht voor VS moeten we niet interpreteren in termen van de marketingsstrategie. Hoe spannend de verhalen ook mogen klinken, ze vormen geen reclame voor een realiteit die komen gaat, maar sorteren uiteindelijk een reactionair (en racistisch) effect. Wat in eerste instantie lijkt op het pushen van cybersex en de supertechnologie in het algemeen, heeft geen andere werking dan de VS plooibaar te maken en aldoende onder kontrole te krijgen. De bovenmachinale verwachtingen blijken alsdus een slinkse strategie om de opgewonde gebruiker te frustreren.

Het vertoog rond virtuele sex staat ook in een lange prothetische traditie van mens en machine. Vanaf de 17de eeuwse automaten ontstaat het probleem van de overheersing door zielloze machines van de mens. Deze geschiedenis valt o.a. na te lezen in Sigfried Giedon's 'Mechanization takes command' (1948). Er staat waarachtig een hoofdstuk in over 'mechanical fertilization', waarin hij waarschuwt voor een "gevaarlijk punt" dat wordt bereikt wanneer de kunstmatige voorplanting bij de mens mogelijk wordt. De uitbuiting van mensen door machines vinden we ook bij Karl Marx geanalyseerd als een aanklacht tegen de onmenselijkheid. Pas in het tijdperk van de automatisering in de jaren zestig zien we een omslag en wordt de libidineuze, produktieve verhouding tussen de mens en z'n 'vrijgezellenmachine' benadrukt (van Reich tot Deleuze/Guattari). De machines worden speelgoed; als het geen plezier verschaft is geen goede machine en dat hebben ze niet in de laatste plaats bij Nintendo goed begrepen. Alhoewel de cyborgs a la Donna Haraway en cybersexuologen van het Net stellig beweren dat ze onderdeel uitmaken van een underground beweging die ons nog te wachten staat, behoren ze allang tot het heersende vertoog. De cybervisionairen van Howard Rheingold en Michael Heim tot Douglas Rushkoff zien de machine-sex als een nieuwe produktiekracht, die van zijn ketenen dient te worden ontdaan. 'The body electric' moet electronisch worden aangekleed om te kunnen ontsnappen aan het saaie leven van alledag met z'n sociale rimram. Het accepteert de geproclameerde opheffing van het sociale en het verdwijnen van de publieke ruimte en pleit voor een totale overgave aan de 'virtuality', zulks geheel in het belang van de opkomende 'virtual class' zoals Kroker en Weinstein die in hun boek 'Data Trash' beschrijven.
De profeten van de Westcoast beschrijven de virtuele sex altijd als extatische koppeling van het lichaam aan de machine. We kunnen het vertoog van de 'cyberculture' (zoals Mark Dery e.a. die analyseren) ook definieren als 'fantasie-design'. 'Get Wired' moeten we dan ook letterlijk opvatten als de simpele oproep om je lichaamsdelen aan te sluiten en niet zozeer om te gaan kommuniceren. Voor zover er sprake is van een uitwisseling, is dat op het niveau van de 'dialogue interieur', oftewel van de fantasie. De virtuele sex zoals we daar nu mee hebben kennisgemaakt, heeft helemaal geen haptische of sensuele kwaliteiten. En hoeft die ook niet te hebben. De hulpstukken van plastic doen a-sexueel aan, zijn veel te log en te zwaar, te opzichtig en omstandig en missen ten enemale de subtiele kwaliteiten van de verleiding. Maar als fantasie-design, gesitueerd in een dromerige, hallucinerende omgeving, zijn ze een groot succes, zowel sexueel als financieel.
De vormgeving van de fantasie spekuleert op het menselijk teveel en ontkent het tegelijkertijd. Virtuele sex als concept begeleidt een verschuiving van de gevoelige, erogene zones van het lichaam. Als we de 'Vorlesungen' van Sigmund Freud volgen, is het zo dat met een fantasie die niet voortkomt uit een konkrete verleiding, de 'user' masturbatie niet meer nodig heeft. "Sex without secretion", zoals Arthur en Marilouise Kroker dat cynisch noemen. Met de komst van cybersex verschuift de erogene zone weg van de genitalien naar de handen, de vingertoppen, de oren, ogen of zelfs naar metazones zoals de abstrakte matrix in het eigen hoofd en op het persoonlijke beeldscherm. Het fantasie-design verzamelt en organiseert de methoden en technieken van de verschuivingen. Het weet de tere plekjes aan te spreken en aan te boren. In dit specifieke design wordt de 'Traumarbeit' onder electronische omstandigheden in kaart gebracht en verdicht. Wat juist wordt ingeschat is de kracht van de verbeelding, niet de perfektie van de machines. Het fantasie-design als een positieve wetenschap erkent de grenzen aan de mechanisering en vervalt niet in paranoia. De virtuele sex als geslaagd fantasma is een expliciete continuering van het evangelie volgens Johannes de Lennon: "Make Love Not War". Door de fantasie te electrificeren, kan de frustratie bevrijd worden uit z'n destructieve beklemmingen en dat is nog steeds de potentie van VS.

De VS als fantasie-design ziet de koppeling tussen mens en machine niet langer als probleem aangezien deze klassieke tegenstelling is omgezet in een vanzelfsprekende symbiose. De machines funktioneren niet goed als er mensen aan zitten en de mens is al bijna ondenkbaar zonder een kompleet machinepark altijd staat opgesteld. Ook de mechanische ondersteuning van de sex is een maatschappelijk feit, van vibrator tot love doll. De stap naar de electronische sex echter opent nieuwe perspectieven. Als het menselijk lichaam genoeg had aan zichzelf bestond er geen sex. Elk lichaam vermoedt dat het nog veel meer mogelijkheden in zich heeft tot exploiratie dan met de beschikbare partners en middelen te bereiken zijn. Eeuwen lang heeft men dit gezocht in het exotische, dat werd gelokaliseerd in het lichaam van andere rassen. Aangezien de vreemde rassen nu beschikbaar zijn op de sexuele markt, ontstaat er een belangstelling voor een nieuwe beleving van het exotisme. Het vreemde, andere wordt nu op het niveau van de chips en de sensoren geprojekteerd. Daar wordt iets vermoed, een koppeling die men met geen de vorige versmeltingen had mogen meemaken. Om van VS een succes te maken, mag het nooit gerealiseerd worden. De verhalen over de technische obstakels die nog genomen moeten worden, interesseren ons niet. Als de fantasie de G-spot maar raakt, is de hardware om het even. "Bevrediging door fascinatie", dat is het credo.