Play Time in de tijd

Een recensie van Robert van Boeschoten

De film Play Time van Jacques Tati was zijn tijd ver vooruit en eveneens een film die past in het tijdsbeeld. Tati laat in zijn film alle scenes organiseren als in een spel. De scenes verwijzen niet echt naar elkaar maar zijn als tijdfragmenten aan elkaar verbonden. Hiermee geeft hij Deleuze en Ranciere een basis om te filosoferen over het zogenaamde time frame dat een verhaal als een aparte scene neerzet. Daarnaast bestaat het zogenaamde movement frame dat het verhaal in scenes organiseert als een opeenvolging van gebeurtenissen. Het time frame is een breuk met de bestaande orde omdat het geen verhaal vertelt maar het moment pakt als instant geluid of beeld dat alles organiseert en waarmee jezelf kan speculeren welk verhaal er in past of welke toekomst daarmee kan worden aangeduid.

Die toekomst bij Tati lijkt sterk verbonden aan de impact van technologie. Telkens weer zijn er scenes waarin een machine of ander technologisch artefact bepaalt hoe men zich tot elkaar kan verhouden. Een receptionist die maar op enkele knopjes drukt die elke keer een ander geluid produceren om contact te maken met iemand anders en eigenlijk lukraak bezig is, mensen die als in een vissenkom naar hun TV kijken zonder besef te hebben van waar ze zijn. Al deze scenes hebben een potentie in zich en zijn eigenlijk een virtueel verhaal. Deze vorm van speculeren is constant aanwezig en mensen geven zich er aan over alsof ze in een spel zijn. Het ziet er naar uit dat Tati het boek Understanding Media van McLuhan dat twee jaar eerder was verschenen goed heeft begrepen. Het medium bepaalt de inhoud van wat gebeurt voortdurend. De mensen kunnen zich niet onafhankelijk van hun technologisch omgeving tot elkaar verhouden. Zelfs een scene waarin iets zogenaamd authentieks vast gelegd moet worden op een foto is telkens onderbroken door omstandigheden die men niet kan uitsluiten. Mensen zijn niet autonoom maar volstrekt heteronoom in deze wereld. Er is geen onderscheid tussen een ik die zich bewust is van een omstandigheid en een eigen betekenis produceert en de betekenis die door de technologisch omstandigheden bepaald wordt. De technologie is als een spiegel voor iedereen zonder dat men daar erg in heeft. Als spiegel bepaalt het waar je interesse naar uit gaat alsof je er door gefascineerd bent maar gelijktijdig je eigen bewustzijn er mee verdoofd. In McLuhans woorden Narsissus becoming Narcosis.

tumblr_mepp09O3EA1qg39ewo1_500

De technologie als extensie van onze zintuigen stimuleert onze verbeelding om een andere wereld mogelijk te maken. Maar om dat vorm te geven moeten we in zekere mate in controle zijn van die technologie. Tati laat zien dat wij dat niet zijn. Zelfs de mensen in de film die hun laatste uitvinding tonen aan anderen zijn dat niet. De architect die in zijn nieuwe restaurant voortdurend zaken moet bijstellen of de mensen in hun kantoor die geen benul hebben van waar ze zijn. Tati stelt dit thema regelmatig aan de ode in zijn films waardoor er en sfeer van vervreemding ademt uit de scenes die hij ons voorschotelt. Hij als enige kijkt er met enige verbazing naar en probeert te zien welke patronen zich voordoen waar hij op kan anticiperen.

Ook hierin lijkt hij het advies van McLuhan te volgen die naar aanleiding van Poe’s verhaal Into the Maelstrom aangeeft dat we de tijd moeten nemen om te zien welke effecten nieuwe technologie heeft op onze relatie met de wereld en elkaar. Aan het eind van de film wordt dit letterlijk getoond als mensen op een rotonde eindeloos blij in het rondte blijven rijden alsof ze op een kermis zijn. Als men ergens terecht komt dan is dat meer toeval dan gepland.

De mensen in de film worden met elkaar verbonden door de sfeer waar men zich in bevind. De scene in het restaurant laat dit goed zien. Iedereen wordt er naar toegezogen en ontkomen is bijna niet mogelijk. Boven die ingang hangt een neonreclame die wijst waar men moet zijn en men raakt er door gebiologeerd waardoor men vanzelf weer naar binnen gaat.

Screen Shot 2016-02-15 at 11.07.04

Dit element heeft veel weg van wat Sloterdijk een levenssfeer noemt. In zijn boek noemt hij er 9 maar in deze film is de fonotoop sterk aanwezig. De sfeer bepaalt hoe men is en maakt andere vormen van zijn daar in niet mogelijk. Het heeft een sterk immunologisch karakter. Elke interactie krijgt alleen betekenis binnen het gedrag wat past bij de sfeer. De muziek die de band speelt in het restaurant resoneert de geluiden die in de film verbonden worden met het geluid van de technologie. Iedereen is er door gebiologeerd en babbelt mee. Het lijkt op een akoestische stolp waarin alles weerklinkt en een ander geluid verstomd wordt zoals bij een winkelcentrum. Tati laat deze sfeer al proeven in 67. De communicatie binnen deze stolp is alleen het geluid dat er binnen geproduceerd wordt. Om een ander geluid mogelijk te maken is stilte nodig die de kans op introspectie geeft zoals de lezer in stilte een eigen mening en eigen stem kan vormen.

Binnen organisaties is deze praktijk heel gewoon. Niet alleen de kantoortuin bepaalt wat gezegd kan worden en met name wat niet gezegd mag worden, ook elke vorm van retoriek van het management geeft aan wat wel en wat niet betekenisvol mag zijn. Met name organisaties die hun eigen imago of brand hoog willen houden zijn verzot op hun akoestische stolp.

tati play time

Het is interessant om te onderzoeken welke medium in je organisatie centraal staat om te zien in wat voor sfeer men wil samenwerken en welke mogelijke betekenissen daardoor aanwezig kunnen zijn.

 

Share