Buffelen in de Nieuwe Media in Amsterdam

Auteur: Daniëlle van Diemen

Mensen die in de nieuwe media werken, hopen vaak dat de volgende grote webdoorbraak op hun naam komt te staan. Ze behoren tot de ‘creatieve klasse’ en worden geacht de Amsterdamse binnenstad op te vrolijken door veel over straat te wandelen en ‘s avonds hippe galeries te bevolken.

Om te weten hoe het leven van webwerkers er in Amsterdam werkelijk uitziet, interviewden Danielle van Diemen en een collega 35 mannen en vrouwen tussen de 30 en 45 jaar die na hun opleiding uitsluitend voor het internet gewerkt hebben. Ze worden de voortrekkers van de 21e eeuw genoemd en zijn programmeur, interactiedesigner, grafisch ontwerper of doen content-creatie en projectmanagement. Een deel werkt freelance, een ander deel in loondienst en voor beide geldt dat hun contracten onzeker zijn en dat hun werk niet gebonden is aan tijd en plaats. Hoe gaan webwerkers om met de eeuwigdurende onzekerheid van het werken voor het internet? Daarvoor duiken we eerst in de geschiedenis van het internet.

Kunstacademie en cursussen
De meeste geïnterviewde webwerkers hebben geen specifieke opleiding in de nieuwe media gevolgd. Die bestonden nog niet toen het internet van militair en universitair netwerk uitgroeide tot massamedium. Veel webwerkers kwamen van de kunstacademie of
hadden een taal gestudeerd. Informatica-studenten legden zich toe op programmeren voor het internet. Schrijvers pasten hun teksten aan voor het beeldscherm en regelneven werden projectmanager.
Terwijl het internet verder groeide werd duidelijk welke professionele kwaliteiten een webwerker nodig heeft voor een carrière in de nieuwe media. Het is belangrijk om een fascinatie voor het internet te hebben, niet bang te zijn voor verandering en continu te willen bijleren. Dus volgen zij een cursus op kosten van de baas of leren ze van hun collega‘s. Freelance webwerkers vertrouwen vooral op hun netwerk van vrienden en voormalige collega’s om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen. Mocht dat niet lukken dan is er altijd wel iemand online die advies kan geven.
Er bestaat nog geen officieel opleidingsinstituut voor webwerkers, zoals die er zijn voor juristen, IT’ers of medici. De webcursussen die er in Nederland worden gegeven, zijn al verouderd op het moment dat ze worden aangeboden, vinden de webwerkers. Zo‘n oordeel past in de webcultuur, waar men altijd op zoek is naar de new new thing. Dus als het gerucht gaat dat er in de VS of in Japan een goede cursus wordt gegeven, vliegt de webwerker daar, liefst groepsgewijs, naar toe. Hiervoor moet je echter wel het netwerk en het geld hebben. Voor het runnen van een eigen bedrijf (wat freelancers doen) is specifieke kennis nodig. Zoals het voeren van een boekhouding, marketing en soms personeelszaken. De meeste freelancers zijn professionals en goed in hun vakgebied. Zij jongleren met de managementtaken waar ze in hun opleiding weinig over hebben geleerd. Hun boekhouding wordt meestal uitbesteed en ze werken samen met vrienden en kennissen die allemaal in dezelfde levensfase zitten. Dat wil zeggen, onder de 35, geen kinderen en wonend in de ‚creatieve stad‘. Oudere webwerkers, de veertigplussers, hebben gemerkt dat een nieuwe techniek niet altijd een betere techniek is. De internettechniek vernieuwt zich echter continue en dit kan voor de oudere webwerkers bedreigend zijn. “Hoe werkt AJAX?”en “Zal video echt belangrijk worden op de mobiel?”, vragen zij zich af. Zij focussen zich op wat ze goed kunnen en laten aanpalende disciplines schieten. Deze groep maakt zich zorgen over hun financiële toekomst. Vooral als ze denken aan een verslechterende gezondheid. “Ik weet eigenlijk niet hoe het zal gaan, want ik heb een lekkende hartklep.” Maar telkens is er wel een nieuw project waarop ze zich storten en dan stellen ze hun zorgen maar weer uit.

Hoge werkdruk en constante vernieuwing

Tien jaar geleden was iedereen enthousiast over internet en heerste het gevoel dat alles mogelijk was. Iemand die voor het web werkte, kon creatief zijn en zijn eigen werkprocessen bedenken – zo was het idee. Inmiddels is de blik op de branche reëler geworden. De meeste web-ideeën bleken te complex om uit te voeren en er kwamen managers die de werkprocessen professionaliseerden. Ook is er een onderscheid ontstaan tussen onderzoek, concept, ontwerp, productie en ‚uitrol‘. Webwerk wordt nu dus minder gehypet, maar internet als medium is nog steeds niet ‘af’. Onder webwerkers leeft het gevoel dat ze deel zijn van een zich langzaam voltrekkende revolutie. Ze hopen dat zij de pioniers zijn van een nieuwe ontwikkeling.
De werkdruk in de nieuwe media sector is hoog. De projecten moeten liefst gisteren af zijn en naast het werk moeten de webwerkers op de hoogte blijven van de laatste technische- en ontwerpontwikkelingen. Het projectmanagement is een heikele klus. “Ik werk met een strak tijdschema en het is heel moeilijk om niet uit te lopen. Als er een over zijn uren heengaat, zitten de anderen te wachten.” Zo vertelt de eigenaar van een nieuwe media studio die zelf het projectmanagement doet.
Ondertussen is er ook routinematig web-werk ontstaan dat in lagelonenlanden wordt uitgevoerd, zoals het vullen van databases met gegevens over producten en consumenten. De webwerkers die wij spraken, zijn op een ander niveau bezig. Zij worden geacht hooggeschoold te zijn en creatief werk te leveren, volgens de laatste trends en op het gevraagde moment.

Mondiale webcultuur en Amsterdam

De techniek van internet en het dagelijks leven beïnvloeden elkaar wederzijds. Dagelijkse activiteiten worden naar internettechniek vertaald en deze nieuwe software maakt nieuwe internetdiensten mogelijk. Denk aan winkelen, gamen, onderzoek doen, nieuwe contacten leggen, samenwerken, reizen boeken, informatie opzoeken, elkaar troosten, foto‘s en video’s vertonen en ga zo maar door. De laatste belangrijke ontwikkeling is dat deze internetdiensten ook mobiel, en dus overal, te gebruiken zijn. Het gevolg is dat de plek waar je je als persoon bevindt, minder belangrijk wordt. Steeds vaker communiceren we met iemand zonder te weten waar die is. Dit geldt in toenemende mate ook voor de webwerkers. Zij werken in teams van zes à twaalf mensen op verschillende plekken in de wereld aan techniek, interactie-design, het grafisch ontwerp, de content creatie en het projectmanagement. De teamleden werken freelance of in loondienst, vanuit huis of in het gebouw van een groot webbureau. Maar ze doen allen hetzelfde soort werk en bevinden zich in dezelfde mondiale, Westerse webcultuur. Voor sommigen heeft werken voor het web iets anarchistisch “Ik maak graag deel uit van de internetgemeenschap, want het is een gemeenschap zonder overheid.” Dit klopt echter maar ten dele want opdrachtgevers van webprojecten houden zich aan overheidsregels en (commerciële) wetten en stellen harde eisen aan wat er over hen gecommuniceerd mag worden. De webwerkers hebben dus maar een beperkte uitingsvrijheid.

Amsterdam in de mondiale webcultuur
De Amsterdamse ontwerpers en marketeers zien trends op straat en verspreiden deze via het internet terwijl de bewoners van Amsterdam weer trends van elders via het internet oppikken. “Als ik even klaar ben met werken, ga ik een bagel eten en naar Aboriginal art kijken.” Amsterdam heeft door de belangrijke internetverbindingen die er na de Tweede Wereldoorlog zijn aangelegd en de overal beschikbare bandbreedte, een belangrijke plaats in de mondiale webcultuur. Andere belangrijke plekken zijn Londen, Zuid-Korea, Melbourne, Scandinavië en San Francisco.

Opdrachtgevers en wensen: meer creativiteit!
De meeste freelance webwerkers werken langere tijd voor een of twee vaste opdrachtgevers om de huur van hun appartement en van hun studio te kunnen betalen. Daarnaast werken zij voor verschillende andere, kleinere opdrachtgevers. Soms gratis als vriendendienst of voor een zaak waar ze mee begaan zijn. De meest aantrekkelijke opdrachtgevers zijn de seks-, gok- of tabakbranche. Zij mogen niet functioneren of adverteren in de echte wereld en investeren flink in diensten en promotie op Internet. Zij betalen over het algemeen goed en geven de webwerkers veel creatieve vrijheid. Creatieve vrijheid is een groot goed voor webwerkers. Als ze die hebben kunnen ze experimenteren met nieuwe technieken en content die ze later in kunnen zetten voor gevestigde opdrachtgevers als banken en reisbureaus.
Opdrachtgevers uit de culturele sector en de overheid hebben een groot aantal opdrachten te vergeven maar geven de webwerkers weinig creatieve vrijheid. De webwerker dient rekening te houden met de huisstijl, de interne werkprocessen van de opdrachtgever en ook het eindproduct, de website, dient door vele organisatie-lagen goedgekeurd te worden (“vergaderen!”). De professionele reclamebureaus bekommeren zich juist om het inzetten van de meest recente technieken. Om voor deze bureaus te werken dien je dus goed op de hoogte te zijn van het nieuwste van het nieuwste op trend- en technologiegebied.
Alle geïnterviewde webwerkers werken naast hun betaalde werk aan eigen projecten. Sommigen doen dat na werktijd, anderen nemen een tijdje vrij. “Ik neem vrij van mijn werk bij het reclamebureau om een visuele taal ontwikkelen, zodat mensen informatie beter of anders tot zich kunnen nemen.” Vele webwerkers ervaren een constante spanning tussen het werken aan eigen projecten, het bijleren van nieuwe dingen en het uitvoeren van betaalde opdrachten.

Verdiensten en werktijden

Voor de webwerkers geldt steeds opnieuw: wat wordt mijn nieuwe project? Terwijl webwerkers in loondienst door hun manager op een project worden gezet, mogen freelancers zelf kiezen met wie ze in zee gaan voor een project. Ook staan zij regelmatig voor de keuze: “Ga ik een weekend naar Parijs om 1000 euro uit te geven of ga ik een weekend doorwerken om 1000 euro te verdienen?” Velen leven van project naar project en durven niet op vakantie te gaan (of niet lang) uit angst contacten of projecten mis te lopen. Onder hen verdienen sommigen in korte tijd grote bedragen; de databaseprogrammeurs en interactieontwerpers. Anderen sappelen voor een jaarsalaris dat lager ligt dan een uitkering, dat zijn de kunstenaars.
Het gemiddelde jaarsalaris ligt echter rond de 30.000 euro. Als je beseft dat webwerk ingewikkeld, hooggeschoold werk is, is een gemiddeld jaarsalaris van 30.000 euro niet veel. Ter vergelijking: WO- en HBO-afgestudeerden met enkele jaren werkervaring verdienden in 2006 gemiddeld 45.000 – 60.000 euro per jaar. De freelancers met specifieke veelgevraagde skills als programmeren en (interactie) ontwerp verdienen meer dan gemiddeld; tussen de 70.000 en 90.000 euro per jaar. De kunstenaars rond de 10.000 euro per jaar. De tekstschrijvers zitten tussen de 20.000 en 30.000 euro per jaar.
Hoeveel uur werken webwerkers voor dat salaris? Webwerkers in loondienst werken zo’n dertig tot vijftig uur per week, terwijl freelancers vaak voor een klus ook ’s avonds en in het weekend doorwerken. Omdat iedereen graag een opdracht binnenhaalt wordt er geconcurreerd met de opleverdatum en ontstaan er daardoor soms “boulimische arbeidspatronen”. Dit betekent honderd uur per week werken of, zonder slaap, net zo lang doorgaan totdat de klus af is om daarna twee weken lang niets te doen. Tot laat doorwerken of juist heel vroeg beginnen hoort sowieso bij de cultuur van de webwerkers. De opdrachtgevers, vrienden en collega‘s maakt het niet uit waar je je bevindt. Ook op kantoor kan er tot laat doorgewerkt worden en er is altijd wel iemand online om je gezelschap te houden tijdens het werk achter de computer.

De toekomst: 35-plus en kinderen krijgen
Er is een tendens bij web- en reclamebureaus om vooral mensen tot 35 jaar in dienst te hebben. Daarna is het up or out; je wordt hoofd van een afdeling of je vertrekt en begint voor jezelf. De webwerkers in loondienst zijn het beste af als je kijkt naar betaling en arbeidsvoorwaarden. Zij beseffen echter dat ze niet de rest van hun leven bij dezelfde werkgever zullen blijven. Er bestaat bij hen geen duidelijk beeld van hoe hun leven er later uit zal zien. Er zijn weinig rolmodellen, de branche is simpelweg te jong.
Het wel of niet stichten van een gezin is voor de meeste van de ondervraagde webwerkers een groot vraagteken. Ze hebben het krijgen van kinderen vaak al een paar jaar uitgesteld en zij wachten op een rustige periode in hun werk. Vooral vrouwen hebben geen idee hoe ze het freelancebestaan en het grootbrengen van een kind gaan combineren. Sommigen proberen het gewoon. Anderen ijveren voor een gebouw waar webwerkers samenwerken en de kinderen naar een crèche kunnen, die altijd open is. In Amsterdam is zo‘n ‘webwerkverzamelgebouw’ er nog niet, maar afgaande op de onafhankelijkheid en innovatiekracht die de webwerkers tot nu toe hebben getoond, zou zo‘n gebouw er over een paar jaar wel kunnen staan.
Bijna niemand van de freelancers overweegt om (weer) in loondienst te gaan. De vrijheid om opdrachten wel of niet aan te nemen en de vrijheid om te kiezen met wie je samenwerkt, zijn hen te veel waard. “Ik voel me als freelancer vaak een beetje versnipperd, maar om nou bij een bedrijf te werken en dan met collega‘s de hele tijd over de vakantie en de verbouwing te praten, nou nee.” Het werken in loondienst biedt overigens ook niet veel zekerheid want velen worden na enkele halfjaarcontracten weer ontslagen.

Drijfveer? Stiekeme hoop…
Om nieuwe opdrachten te verwerven en de laatste ontwikkelingen te volgen is het voor alle webwerkers belangrijk om naar borrels en bijeenkomsten te gaan. Deze worden meest op doordeweekse dagen gehouden en bestaan uit lezingen en presentaties van projecten van andere webwerkers. Voor velen is dit een leuk, speels onderdeel van hun werk. Hier ontstaan de informele netwerken die zo belangrijk zijn voor het voortbestaan van de carrière als webwerker. Voor degenen die verlegen zijn, geen alcohol drinken of vroeg naar huis moeten om voor kinderen te zorgen kan een borrel echter ook een beproeving zijn. Maar, you are only as good as your last project en als je als freelancer eens een andere weg in wilt slaan, moet je materiaal kunnen laten zien aan bekenden en een potentiële nieuwe opdrachtgever. Borrels en bijeenkomsten zijn daarvoor de uitgelezen plekken.
De meeste freelancers leven in constante financiële onzekerheid. De Nederlandse verzorgingsstaat speelt maar mondjesmaat in op de nieuwe werkers. Maar, er komt langzamerhand meer flexibiliteit in het runnen van een eigen bedrijf alsmede particuliere verzekeringen tegen ziektekosten en arbeidsongeschiktheid. Zwangerschap wordt sinds kort ook voor zelfstandigen gezien als arbeidsongeschiktheid en is daarmee verzekerd voor vrouwelijke webwerkers. Tegen werkloosheid kan een freelancer zich niet verzekeren en ook een pensioen moet uit eigen zak komen.
Het werk in de nieuwemediabranche blijft zich ontwikkelen, ook in Amsterdam. De mensen die in de nieuwe media werken, zijn over het algemeen zeer enthousiast over het vakgebied en nemen de (financiële) onzekerheid op de koop toe. Het gegeven dat het internet als medium en als techniek nog volop in ontwikkeling is, werkt als motor voor de mensen die er in werken. Sommigen hebben hun collega‘s of bazen miljonair zien worden. Met de stiekeme hoop zelf ook ooit op het grote geld te zitten, buffelt men voort. “Waar zie je jezelf over vijf jaar?”, vroegen we. “Met het hele bedrijf op Bora-Bora!”, was het antwoord. De droom om miljonair te worden, het horen bij de groep hippe web- werkers en een aanhoudende honger naar nieuwe technieken en projecten, kenmerkt de nieuwe media branche én de webwerkers die er in overleven.

Lees verder
www.bright.nl

www.freelancefridays.nl
www.happyvpro.nl
www.exlostboys.com
www.nvj.nl/vacatures

Share