Auteur: Josephine Bosma
Onze beleving van de wereld is veranderd sinds de komst van het internet. Publicist Josephine Bosma schetst hoe kunstenaars in Nederland op de nieuwe verbondenheid reflecteren. De grenzen tussen kunstenaar en publiek vervagen.
Bij het woord internetkunst denken de meeste mensen aan leuke plaatjes of interactieve sites op het web. Maar internetkunst is veel meer dan dat. Netkunst is zelfs buiten de computer te vinden. De combinatie van computer en netwerk biedt kunstenaars de mogelijkheid eindeloos te combineren en variëren met tastbare en virtuele ‘materialen’. Internetkunst is kunst gebaseerd op internetculturen, culturen die draaien om techniek, spel, sociale netwerken, commercie en politiek. Netkunstwerken zijn vrijwel altijd interdisciplinair; ze zijn niet in een bepaalde kunstdiscipline te plaatsen. De theatermaker, filmmaker, beeldhouwer, muzikant, schilder, fotograaf, schrijver, dichter en danser; ze ontsnappen met het maken van een netkunstwerk uit het hokje waarin de traditionele kunstkritiek ze decennia lang gevangen hield.
Spelen met glitches
In Nederland is netkunst bij het grote publiek nog steeds vrij onbekend. Dat is vreemd, want Nederland spreekt op dit gebied al vanaf het prille begin een stevig woordje mee. Nederland staat in het buitenland bekend om zijn vooruitstrevende mediabeleid, zijn vrije media-cultuur en vroege internetexperimenten. Nederlandse netkunstenaars horen al sinds midden jaren negentig tot de
wereldtop.
Vooral het kunstenaarsduo Jodi (de Nederlandse Joan Heemskerk en de Belgische Dirk Paesmans) is al meer dan tien jaar internationaal een begrip. Het werk van Jodi is relatief makkelijk als beeldende kunst te herkennen omdat het bijna altijd speelt met visuele vormen binnen de computer. De krachtige visuele vormen van Jodi hebben zeker geholpen hun werk toegankelijk te maken. Maar Jodi’s werk is minder eenvoudig en eenduidig als het lijkt. Ook dit werk is gelaagd en gaat dieper dan het beeldscherm alleen. Jodi speelt vooral met code. Al in hun vroegste websites verstopten ze bijvoorbeeld een tekening in de broncode van een webpagina, en ook nu speelt Jodi nog met de poëzie van de broncodes en de glitches (foutjes) in on- en offline computerspelletjes. Maar Jodi is absoluut niet het enige dat Nederlandse netkunst te bieden heeft.
Chatten met een gevangene
Bij een druk kruispunt staat midden op de stoep een vreemd object. Het ziet er uit als een krul van doorzichtig, opgeblazen plastic. Het is een ongebruikelijk opblaaskussen. In die krul staat een tafeltje, een stoel en een computer. De hoge, zachte muren schermen de bezoeker af van de hectiek op straat. Slechts de geluiden en wat vage schimmen dringen nog door. Hier zijn we, ondanks de drukte, alleen. Als we plaats nemen voor de computer blijkt dat we contact hebben met iemand die ook alleen is. Een gevangene, een monnik, een verslaafde aan computerspelletjes: we kunnen met hen in gesprek gaan, zomaar, midden op straat.
Dit kunstwerk, Agora Phobia Digitalis, is van Karen Lancel. Karen Lancel onderzoekt als kunstenaar gevoelens van intimiteit en veiligheid. Ze werkt sinds 1995 met het internet. Daar heeft ze bewust voor gekozen, omdat het internet sinds zijn ontstaan onze sociale omgeving ingrijpend veranderd heeft. Die verandering heeft invloed op ons zelfbeeld en de manier waarop we de wereld ervaren. De angst voor terrorisme, het spanningsveld tussen een behoefte aan intimiteit en onze hang naar individualiteit: het zijn thema’s waar Lancel nu al meer dan tien jaar meebezig is. Karen Lancel werkt vanuit de traditie van theater en performance in de beeldende kunst. Ze is een verhalenverteller, maar wel een die situaties creëert waarin het publiek een verhaal zelf meemaakt, in plaats van het passief te zien of horen. Daarmee lopen werkelijkheid en fictie even in elkaar over.
Bomexplosie
In een ander werk laat Lancel, samen met haar partner Hermen Maat, op een symbolische manier de gevaren van intimiteit zien. Ook hier speelt ze met de vermenging van algemene opvattingen over onveiligheid en persoonlijke ervaringen. Ze heeft sensoren in een jas aangebracht die bij aanraking een grotendeels onzichtbare kettingreactie in gang zetten. De sensoren sturen een signaal naar een ontvanger, die op zijn beurt een computer een zoekopdracht geeft naar plaatjes van bomexplosies. De computer stuurt de gevonden plaatjes van opgeblazen auto’s en gebouwen vervolgens naar een groot beeldscherm naast de twee mensen. Kort na de aanraking verschijnt in de ruimte een gruwelijk beeld van vuur en verwrongen metaal, rondvliegend glas en weggeblazen lichamen. Intimiteit en onveiligheid overlappen elkaar soms, en Karen Lancel confronteert ons ermee.
www.jeffkoons.com
Op een kunstbeurs in Frankfurt staan vijf pilaren op een rijtje. Op elke pilaar ligt een map. In elke map zit een lijst internetadressen. Deze adressen zijn door kunstenaar Peter Luining gecreëerd. Luining heeft van de handel in domeinnamen een kunstproject gemaakt. Hij heeft onder andere de namen van bekende kunstenaars zoals Jenny Holzer en Jeff Koons als web-adressen geclaimd, en hij verkoopt ze aan de hoogste bieder. Met zijn werk wil hij de kunstwereld bewust maken van het bestaan van een nieuwe omgeving waar de kunstwereld het liefst onwetend van blijft: het internet.
De opstelling van de pilaren is geen toeval. Ze verwijst naar een Amerikaans conceptueel kunstwerk uit de jaren zestig: Mel Bochner’s Working Drawings And Other Visible Things On Paper Not Necessarily Meant To Be Viewed As Art. Peter Luinings werk is een zogenaamde ‘re-enactment’, het opnieuw uitvoeren van een bestaand kunstproject door een andere kunstenaar. Zowel Luining als Mel Bochner zochten een manier om een conceptueel werk dat moeilijk in een galerie te presenteren is, toch fysiek vorm te geven. In zekere zin is zijn keuze voor deze re-enactment ook een commentaar op de kunstwereld, waarin low-tech oplossingen voor kunstvraagstukken nog altijd geprefereerd worden boven nieuwe technologieën. In welke vorm Luining zijn domeinnamenproject ook gegoten zou hebben: de virtuele en de fysieke wereld zijn in dit werk duidelijk met elkaar verbonden.
Zelfmoord
Er klinkt ineens een zielig gesnik uit een computer. Het geluid komt van de beginpagina van mouchette.org. Als we dezelfde webpagina herladen horen we steeds iets anders. Mouchette.org is een fantastisch labyrint, een film die we steeds opnieuw zelf samenstellen, en een wonderlijk universum van sterfelijke tederheid. De Franse kunstenares achter dit online-project wenst anoniem te blijven, maar ze woont al sinds jaren in Amsterdam. Ze geeft al sinds 1996 vorm aan het internetpersonage Mouchette, een fictief meisje van 13 dat zelfmoord wil plegen, gebaseerd op een karakter uit een film van de Franse regisseur Robert Bresson. De website van Mouchette bevindt zich tussen po- ëzie, film en documentaire. De site heeft meerdere stormen doorstaan. Vanwege een onderdeel van de site waar tieners hun zelfmoordverlangens kunnen bespreken, hebben Amerikaanse ouders ooit geprobeerd de site van het net te halen. Het is juist dit forum dat toont hoe het Mouchette-kunstproject een stap verder gaat dan alleen een spannende site op het internet zetten. De zorgvuldigheid waarmee de kunstenares een zwaar onderwerp als suïcidale verlangens van kinderen bespreekbaar maakt, is indrukwekkend. Het Mouchette-project is een toonbeeld van visueel en literaire poëtische interactie tussen kunstenaar en publiek online. De kunstenares overstijgt de veelal platte web-interacties door ook persoonlijke contacten met het publiek te onderhouden, voornamelijk via email.
Nieuwe kunstervaring
Het is onderhand ook in de kunsten niet meer te ontkennen; het internet is als een doodgewoon, flexibel gereedschap werkomgevingen en privé-ruimtes binnen geslopen. Het is ook verbindingen met andere media aangegaan. Al deze ruimtes, de werkomgeving, de privé-ruimtes en de bestaande media, zijn nu met elkaar verbonden en van elkaar doordrongen. Het zijn de werkwijze en de visie van de kunstenaar die hierbinnen een traject aanleggen en zo bepalen hoe een netkunstwerk er uit ziet. Kunst op het internet gaat de beperkingen van het keyboard, het beeldscherm en de bandbreedte van het internet grotendeels voorbij. Netkunstwerken zijn flexibel in tijd en ruimte. Ze zijn vaak niet in een enkel beeld te vangen. Netkunst geeft goed weer hoe niet alleen de belevingen van kunstenaars, maar de belevingen van ons allemaal veranderd zijn door nieuwe media. Ze zorgt niet alleen voor een nieuwe kunstervaring, maar ook voor een nieuwe manier om onze veranderende omgeving te benaderen en weer te geven.
Een laatste voorbeeld om dit te illustreren. Door de starre esthetiek van vroege webpagina’s naar de fysieke ruimte te verplaatsen maakt Jan Robert Leegte, van origine beeldhouwer, de virtuele wereld ook buiten de computer deel van onze omgeving. Of, als je het van de andere kant bekijkt, met zijn kunst plaatst Leegte onze ‘oude’ wereld als het ware in een computer. Ornamenten en vormen uit de digitale wereld bewegen op muren, plafonds. Zo staat er midden in de ruimte ook opeens een scrollbar. Je kunt er niet op klikken, je kan er alleen maar langslopen. Je zou bijna de weg kwijtraken.
Lees verder
www.laudanum.net/bosma
wwwwwwwww.jodi.org
www.lancelmaat.nl
www.mouchette.org
www.leegte.org