Henk Wals: Teksteditie uit de Band

 Joost Kircz opent de eerst sessie van de dag: Schrijven en Redigeren. Wat wil de auteur vertellen? Welke technieken worden hiervoor gebruikt? Wat is de nieuwe positie van de schrijver? Vragen als deze worden door de vier sprekers van de sessie onder de loepgenomen.

De eerste spreker van deze sessie is Henk Wals. Hij is directeur van Huygens ING, een instituut van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Het instituut onderzoekt ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving door de eeuwen heen. Vandaag gaat Henk dieper in op een specifiek onderwerp: de teksteditie. Dit is onlosmakelijk verbonden met de notie van literairerfgoed. Van materiele voorwerpen is het heel normaal dat het opgeslagen en tentoongesteld wordt, maar met literair werk gaat dat heel anders. Literatuur toont zich in verschillende gedaantes. Een boek wordt steeds opnieuw uitgebracht als het succesvol is en auteurs kunnen wijzigingen toepassen; literaire werken zijn dus fluïde.

De vraag is echter hoe we met het literaire erfgoed omgaan. Wat doen we met het fluïde karakter? Kunnen we achterhalen wat de veranderingen zijn van de auteur, de drukker of editor? Hoe gaan we om met het probleem dat bepaalde taalvormen en thema’s voor latere generaties onbegrijpelijk worden? In de teksteditie wordt gekeken naar de laatst goedgekeurde versie van een boek. In het zogenoemde variantenapparaat (vaak in de vorm van een boek) worden veranderingen in kaart gebracht die gedaan zijn. Hierin kun je de verschillen in tekst zien en zo wordt het werk van de auteur geconserveerd. Maar gaat een breed publiek naar de papieren teksteditie kijken? ‘Nee, dat denk ik niet’ zegt Henk Wals. ‘We komen hier bij de grens van wat er op papier mogelijk is.’

Een gedrukt boek heeft een beperkte ruimte, dit in tegenstelling tot een digitale editie. Je kunt digitaal alles laten zien wat de lezer door de tijd heen voor ogen heeft gehad, verschillende vormen van spelling laten zien en zo veel toelichtingen als gewenst weergeven. Teamwork is nu ook mogelijk en er hoeft ook geen uitgever meer aan te pas te komen. Bovendien kan de computer automatisch de versies met elkaar vergelijken. Henk laat op het scherm een voorbeeld zien van een digitale teksteditie. Met verschillende kleuren zijn de veranderingen in de tekst duidelijk te zien.‘Het is een hele vooruitgang ten opzichte van de papieren variant’ gaat Henk Wals verder. Hij laat het project ‘Vincent van Gogh The Letters’ zien, wat bestaat uit een online collectie van 902 brieven van Van Gogh. De gebruiker kan door de brieven zoeken door middel van twee panelen: een paneel met de transcriptie en een paneel met het originele document. De lezer kan zoeken per onderwerp, onderdelen markeren, vertaling krijgen en naar de genoemde kunst kijken. Er is ook een papieren editie, maar die haalt het natuurlijk niet bij deze digitale volgens Henk. Het project ‘Beyond read’ gaat al een stukje verder. De lezer logt in met een Facebook account en op basis van het profiel wordt er een boek gekozen wat bij de gebruiker past. Social reading is ook mogelijk met dit project: lezers kunnen commentaar geven, vragen stellen, samen met vrienden lezen, achtergrond informatie krijgen enz.

Wat nog meer? ‘Ik heb daar geen vast omlijnd idee over’ zegt Henk Wals. ‘Ik weet waar het ongeveer naar toe gaat: een gedistribueerde opzet. Ik stel voor dat alle tekstversies vindbaar zijn.’ De teksten kunnen dan met elkaar worden vergeleken, onderzoek wordt makkelijker en op den duur ontstaat dan een enorme hoeveelheid kennis. De teksten kunnen ook voor het onderwijs beschikbaar worden gesteld of gebruikt worden voor social reading. Toch moet het volgens Henk wel mogelijk zijn om papieren boeken te generen uit de teksten. Henk voorziet een toekomst waarbij er geen monolieten meer zijn op het web, maar combinaties van data en slimme web services die door instellingen zoals Huygens ING worden ontwikkeld. ‘Ik denk dat dit een goede manier is om zo met het cultureel erfgoed om te gaan. Je dient onderzoek en onderwijs, geeft lezers allerlei manieren van toegang tot de tekst’ zegt Henk. Een virtueel museum is misschien voor sommige lezers ook een goed idee.

Kortom, het is duidelijk dat de teksteditie uit de band is. We gaan een spannende toekomst tegemoet met meer interactieve vormen van literatuur.