Verslag van de discussieavond over kunst en engagement gehouden in het kader van tentoonstelling Niet Normaal in de Beurs van Berlage, Amsterdam, 27 januari 2010.
De openingstoespraak werd gehouden door directeur Fonds BKVB Lex ter Braak. Hij heeft argwaan. Ter Braak verwoordt het gangbare institutionele standpunt in Nederland. Kunst en engagement doet hem denken aan korrelige foto’s uit het China van de jaren ’70. Voor ter Braak is elk kunstwerk geengageerd en doet een uitspraak over de wereld. Het zegt altijd iets over de verhouding tussen de kunstenaar en de wereld. Elk kunstwerk kan betrokkenheid tonen, zelfs als het zich afwendt van de wereld. Ter Braak is wars van politieke invloed op de kunst en verdedigt de autonomie van de kunst (en zijn fonds). Hij is tegen inlijving. Het is spelen met vuur om te pleiten voor een directere band tussen kunst en politiek zoals de Amsterdamse wethouder Cultuur Carolien Gehrels dit onlangs gedaan heeft.
Volgens de voorzitster is het Nederlandse debat over kunst en engagement een permanente dialoog. Nederland is geobsedeerd met dit thema–maar dat is niet erg.
Gehrels opende met de stelling dat het haar vooral te doen is om de culturalisering van de politiek, om waarden zoals kwaliteit en pluriformiteit. Wat is het belang en de ‘culturele aansprakelijkheid’ (zoals Hans van Houwelingen het noemde). Amsterdam moet een kunsthoofdstad blijven. Dit eerste debat ronde was tussen twee politici (uit PvdA/Amsterdam en VVD/Utrecht). Men was het er over eens dat kunst excellent en toegankelijk moet zijn. Dat maakt een stad aantrekkelijk. Het gaat om het instellingenbeleid dat gemeentes voeren, niet om individuele kunstenaars.
Door naar de tweede ronde. Volgens Soheila Najand (kunstenaar, directeur Interart) heeft de politiek in het tijdperk van de globalisering haar eigen context kwijtgeraakt. De poltiiek heeft gefaald en is teruggetreden. Er is geen andere keuze dan het populisme. De zekerheden van engagement, ideologie en religie zijn weggevallen. Gijs Frieling (kunstenaar, directeur W139) vindt iedereen slim en verstandig. Hij constateert een consensus en weet het verder ook niet. Waar zit het echte probleem, het pijnpunt? Geengageerde kunst kan heel slecht zijn. Middelmaat is geen kunst en zou dit label niet mogen krijgen. De ware kunst zegt ja tegen alles en maakt het kunstwerk, om het even of er vraag naar is.
In de derde ronde constateert Jonas Staal dat het ontkennen van ideologie, zoals Lex ter Braak dat doet, ideologie pur sang is. Wat Staal verlangt is kunst met een standpunt. Hij maakt geen absolute scheiding tussen het activist zijn en het kunstenaarsberoep.
Directeur van het Bredase grafisch design museum Mieke Gerritzen constateert het uitdijen van bureaucratie. Ze gaf als voorbeeld de niet-cultuur competente kenniswerkers van Kennisland die binnenkort als subsidie gatekeepers aka consultants gaan (mede)bepalen wie geld krijgen in het kader van een nieuwe culturele innovatieregeling. Kunst zou onafhankelijk moeten zijn van dit soort instrumentalistische regelingen die cultuur onderdanig maakt aan de ‘creatieve industrie’. Heel wat kunstenaars maken is geen kunst meer maar design, vormgeving, werken gemaakt in opdracht. Er zijn bijna geen kunstenaars meer die gewoon hun eigen ding doen.
Volgens Ine Gevers, curator van de Niet Normaal tentoonstelling, test kunst de (autonomie) van de kunst. Waar het om gaat is het vormgeven en aanbieden van een gift. Het is een riskant gebaar. De geste kan worden afgewezen, genegeerd, gesaboteerd.
Lector en universiteitsdocent Jeroen Boomgaard sluit in de vierde ronde af met een pleidooi voor persoonlijk engagement. Autonomie is een verworvenheid, geen plicht of politiek program maar een kwaliteit. Het is geen boodschap of bedoeling. Het nieuwe engagement is niet echt niet. Het was een reactie op de postmoderne introspectie. In die zin is het geen nieuwe stroming. Kunst dient onverwachts te zijn. Politici van vandaag de dag zien het als een vrije ruimte in het lege midden van de democratie.
Ine Gevers reageert: autonomie moet je bevechten. Het is geen gegeven. Het kan alleen door derden aan de kunst kan worden toegedicht.
Dit was het zoveelste debat over kunst en engagement. Gaat er met de spook van Geert Wilders en het rechts populisme ook echt iets veranderen in Nederland? Vanuit de zaal komt de oproep dat kunst en politiek moeten hun agenda’s naast elkaar moeten leggen. Wat opvalt is hoe snel en gemakkelijk het thema kunst & engagement wordt gelijkgeschakeld aan overheidsbeleid. Engagement is propaganda maken en je als kunstenaar onderschikt maken aan de Partij en het Goede Doel. Het is vreemd om te zien hoe op zo’n avond, bezocht door louter Witte Medemenschen, er totaal geen sprake is van issues (zoals ecologie, urbanisatie, migratie, recessie). Engagement is blijkbaar een kapstok om het over het (locale) subsidiebeleid te hebben, niet over wat er in de wereld geschiedt.