Recensie van Evgene Morozov’s Safe Everything: Click Here

(originele versie van de recensie verschenen in de NRC boekenbijlage van 8 maart 2013. /geert)

Van het Wit-Russisch-Amerikaanse “jonge genie” (Tagesanzeiger) Evgene Morozov verscheen deze week een tweede boek dat voortbouwt op zijn bestseller The Net Delusion uit 2011. Deze 28-jarige internetcriticus en veelschrijver is zo succesvol omdat hij het nu eens niet heeft over zakelijke kansen of de laatste technologie en kanttekeningen durft te plaatsen bij de almachtige en onbegrepen internetreligie. Als alom gewaardeerde luis in de pels van Amerikaanse liberale opiniebladen van New Republic tot Slate beschrijft hij het internet als een volwaardig politiek-maatschappelijk verschijnsel waarover men, net als bij ieder ander controversieel fenomeen, van mening kan verschillen. Terwijl The Net Delusion zich richtte tegen de naïeve aanname dat autoritaire regimes vanzelf bezwijken door inzet van internet en mobiele telefoons, behandelt To Safe Everything Click Here een breed scala aan technologische issues. De achtergrond is evident: internet dringt in steeds meer domeinen door (niet alleen informatica, media of de telecomsector) en wordt alomtegenwoordig. Internetprofeten juichen dit toe en je kunt het aan Morozov overlaten hier vraagtekens bij te plaatsen. Zijn stelling dit keer luidt: internet is niet de oplossing voor al onze problemen.

Voorbeelden dit boek gaan van een analyse op afstand van afval in een vuilnisemmer (met als doel het te reduceren), interventies in de wereld van het koken en het beoordelen van restaurants, tot software voor misdaadpreventie en 3D-printers, het populairhistorisch vertoog over Gutenberg en de uitvinding van de drukpers, maar ook verkeerde verwachtingen van een ‘open overheid’, en de ‘pseudo-democratie’ van de Europese piratenpartijen met hun interne besluitvormingssoftware. Internetrealist Morozov richt zijn pijlen alle kanten op–en dreigt daarmee in zeven sloten tegelijk te lopen.

De steeds sneller en kleiner wordende chips verbazen niet langer. Nu het vliegwiel van de IT-innovatie op snelheid is, gaat het er vooral om zo snel mogelijk toepassingen te vinden en daarmee betreden we een gevarenzone. Het gaat nu om het aanboren en te gelde maken van markten zoals de gezondheidszorg, logistiek, mode, onderwijs en mobiliteit, en ook de openbare ruimte. Maar technologie kan maatschappelijke problemen niet oplossen, dat moeten wij zelf doen. Net als een bonte verzameling voorgangers, van Ivan Illich tot Ayn Rand, hamert Morozov op de menselijke natuur. Programmeurs dienen eindelijk oog te krijgen voor de complexiteit van menselijke gebruiken en tradities.

Morozov klaagt het veel te algemene gebruik van het begrip ‘het internet’ aan, alsof dat een vaststaande en bekende entiteit zou zijn die is iets en iets doet. Dit ‘internetcentrisme’ zoals hij het noemt, grijpt om zich heen en is zich van geen schuld bewust. Zoals iemand met een hamer overal spijkers ziet, zegt de internetcentrist: Klimaatprobleem? Daar hebben we toch een app voor? Maar met meten en meer data, samengevat in mooie plaatjes, lossen we niets op. De Wil tot Verbeteren is een doel op zich geworden met de goedbedoelende ingenieur-geek als rolmodel. Morozov waarschuwt ons dat we niet blind moeten geloven in technocratie van onderop. Volgens de profeten moet de samenleving zich aanpassen aan ‘het internet’. Deze visie ziet Morozov als de grote gemene deler die loopt van Nicolas Carr (The Shallows) tot fellow traveller van Google Jeff Jarvis. We dienen waakzaam te zijn voor mensen die een pleidooi houden voor efficiëntie, stelt Morozov in navolging van Tony Judt. Het is interessant te zien hoe deze jonge essayist de laatste jaren de twintigste-eeuwse technologiekritiek herontdekt.

Evgene Morozov is een veelschrijver. Hij is een klassiek geval van wat Gilles Deleuze en Felix Guattari in hun Anti-Oedipus beschrijven als iemand die op de schizofreen-productieve pool zit, en dat in positieve zin. De creatieve machine draait op volle toeren en hij is niet te stoppen. Zijn 33.000 volgers op Twitter kunnen hierover meepraten. De boeken, artikelen en websites waar hij op moet reageren blijven maar binnenstromen en hij lijkt geobsedeerd om iets met die snelstromende inspiratiebron te doen. Recente internetliteratuur kan inderdaad gemakkelijk worden ervaren als stortvloed. De kritiekloze en megalomane IT-projecten die erom vragen onder handen te worden genomen door de Oost-Europese toorn liggen voor het oprapen. Het probleem is wel dat, mede door zijn Sovjetachtergrond, de achterdochtige Morozov denkt alleen op de wereld te zijn. Voor een criticus is het niet zo erg om alleen maar vijanden te maken. Hakken maar. Dat levert vermakelijke polemieken op met Amerikaanse pundits, hippies en IT-goeroes die slechts applaus gewend zijn. Maar hoe lang houdt Morozov dit vol? Zou een carrière-intermezzo in de wetenschap wellicht voor de nodige rust en diepgang zorgen?

Sinds 2008 is de vraag naar internetkritiek merkbaar gestegen (terwijl het genre al net zo oud is als het medium zelf). Morozov kan gezien worden als een product van deze trend, die meer te maken heeft met de dreiging van internet die boven de kranten- en uitgeefwereld hangt, dan met het onderwerp zelf. Het is voor iedere auteur met een wereldsucces als debuut moeilijk om zichzelf te overtreffen. Voor wie onbekend is met bestaande kritiek op het techno-utopisme van Silicon Valley zal dit boek een pracht aan voorbeelden en inzichten bevatten. Voor wie al wat langer meegaat ontbreekt de diepgang. De Sturm und Drang van Morozov betekent dat hij haast heeft. Snel een paper samenvatten, je punt scoren en weer verder. Belangrijke inzichten moet de lezer her en der uit het boek plukken. Het verwijt dat Morozov (als Stanford fellow) niet wetenschappelijk te werk gaat slaat de plank mis; dat streeft hij helemaal niet na. Als man met een missie is hij allereerst een begaafd retoricus, een essayist en criticus van wie we hopelijk nog veel zullen horen. Het is niet te hopen dat zijn genialiteit niet omslaat in waanzin, of passend in deze tijd: in depressiviteit. De internetkritiek kan Morozov niet missen aangezien zijn collega’s, wereldwijd, op een hand zijn te tellen en in de kinderschoenen staat. Een systematische aanpak rond centrale begrippen zou een nog vernietigender werking hebben. De kapitalistisch-libertaire consensus rondom internet (die zich keert tegen regulering) is nog niet gebroken. Nu deze technologie de fase in gaat van verregaande integratie in alle onderdelen van het persoonlijk en maatschappelijk leven, moeten ook kritiek en controverse volgen en zijn er nog vele Morozovs van divers pluimage nodig. Dat vinden de goeroes niet leuk, omdat ze geen weerwoord gewend zijn, en zoals Morozov zegt, zij zich niet bewust zijn van de historiciteit van hun eigen nieuwlichterij. Zijn conclusie dat smart de nieuwe domheid is, bekt goed en zal ingewijden niet verbazen. Het is tijd de waan van de dag even te laten voor wat het is en over te stappen van hypekritiek naar een maatschappelijke analyse waarin het internet plaats krijgt tussen gelijkwaardige problemen—en oplossingen.

Ondanks de belangstelling voor het fenomeen Morozov dienen we ons af te vragen of er wel echt plaats voor dissidenten. In de ICT-wereld is positief blijven het eerste gebod (en dat geldt net zo goed voor Nederland waar geen kritiek geduld wordt). Tussen de regels door kunnen we lezen dat Morozov het maar moeilijk kan verkroppen dat zijn kritiek snel vergeten zal worden. Wanneer wordt het hypemechanisme zelf eens onderuitgehaald? Hij heeft onlangs de Franse techniekfilosoof Bruno Latour en de Duitse mediatheoreticus Friedrich Kittler ontdekt, dat is pas wat! Door zijn opvoeding onder een totalitair regime heeft Morozov een natuurlijke weerstand meegekregen tegen ideeënproductie an sich—en dat begint hem in de weg te zitten. Ieder Idee kan en zal leiden tot een eigen Auschwitz, Goelag en Hiroshima. Daar staat tegenover dat Morozov weigert genuanceerde uitspraken te doen. Hij wil geen zouteloze enerzijds-anderzijds denker zijn. Hierdoor weet hij niet om te gaan met de creatief-productieve kant van het conceptuele denken dat deze technologische context voortstuwt. Software, bedrijfsplannen en marketing zijn nu eenmaal speculatieve constructies die staan of vallen met het Nieuwe Idee en hoe dat wordt omgezet in code, imago en geld. Morozov kent ook de gevaren van het radicale cynisme. Zo manoeuvreert hij zichzelf in een onplezierig denkverbod. Wat hier ontbreekt is conceptuele vrijheid. Zijn leermeester en suikeroom George Soros zit in een soortgelijke ongeloofwaardige positie van vlijmscherpe speculatiecriticus die om de kapitalismekritiek heen draait. Het blijft briljante kritiek zonder consequenties. Lastige ruis die slechts tijdelijk voor rumoer zorgt terwijl de karavaan verder trekt. Internetkritiek kan meer.

Evgene Morozov, To Safe Everything Click Here: The Folly of Technological Solutionism, The Perseus Book Group, 2013, 448 blz., 29 euro.

 

Share