Dromen over een zichtbare, levendige HvA bibliotheek

(dit is de niet-ingekorte versie van mijn opiniestuk voor HvanA, de online nieuws website van de Hogeschool van Amsterdam waar ons lectoraat netwerkcultuur sinds januari 2004 aan is verbonden. De korte HvanA versie staat hier)

Wat onmiddellijk opvalt bij het betreden van HvA-gebouwen is de afwezigheid van boeken en tijdschriften. De gebouwen zijn kaal, leeg en schoon en voelen eerder aan als middelbare scholen dan als een levendige kennisinstelling. Dit in tegenstelling tot de centrale OBA hier in Amsterdam, de boekenberg in Spijkernisse, het veel geprezen Forum in Groningen, de nieuwe bibliotheek in Deventer, de Oodi in Helsinki en ga zo maar door. Dit zijn plekken waar mensen graag willen zijn. Recentelijk geformuleerd HvA gebouwenbeleid is erop gericht dat studenten langer op de campus te houden. De realiteit van vele studenten is echter dat ze zich zo snel mogelijk naar huis of werk haasten.

Dit alles gaat mis aangezien het HvA-vastgoed en bibliotheekbeleid, ondanks alle innovatie retoriek decennia achterloopt. Na de hype rond kennisdigitalisering leven we inmiddels in een tijd waarin hybride oplossingen centraal staan. Papier en technologie, analoog en digitaal, virtueel en reëel, online en offline bestaan naast elkaar en vullen elkaar aan. Wanneer leerstof gelezen wordt op papier is de concentratie hoger terwijl het vinden van nieuwe bronnen en informatie in de verkennende fase van onderzoek veel beter online gaat. De bewijzen dat overmatig gebruik van smartphones en sociale media negatieve impact hebben op kennisverwerving, mentale gezondheid en stemming zijn legio (zie: https://www.youtube.com/watch?v=GLD6chdFjA0). Velen zijn daarom op zoek naar een nieuwe balans. Hoe dam ik notificaties in? Waar kan ik geconcentreerd studeren als het thuis te druk is? Waar en voor hoelang kan ik de telefoon voor mezelf verstoppen? Dit soort vragen zijn inmiddels gemeengoed. Toch denken we bij oplossingen binnen de HvA niet aan de bibliotheek. Deze faciliteit is onzichtbaar en zowel studenten als medewerkers vinden geen aansluiting bij een bibliotheek die de nadruk blijft leggen op dure databanken vol online peer review artikelen. Hoe kan hierin verandering komen?

Wat nodig is voor een aantrekkelijke campus is een sociale omgeving met rustige studieplekken en mogelijkheden tot overleg in kleine groepen, met een café, piano… en boeken. Aspecten waar op andere plekken duidelijk over na is gedacht. De ander is niet alleen stoorzender maar kan ook motivatie geven je te blijven concentreren. De subtiele factor hier is de al te Nederlandse ‘gezelligheid’, die zowel gif als medicijn kan zijn. De HvA lijkt niet door te hebben dat rust en roering geen tegenstellingen zijn maar elkaar juist aanvullen tot een inspirerende plek waar mensen graag willen zijn. De huidige werkplekken worden helaas door niemand met kennis en inspiratie geassocieerd… Gelukkig valt hier zonder veel investeringen veel aan te doen – zoals het fysiek zichtbaar maken van de bibliotheek en haar rol binnen de hogeschool beter te definiëren.

Maak de bibliotheek fysiek

In het huidige beleid van de bibliotheek wordt papieren informatie ondergewaardeerd terwijl er exclusief wordt ingezet op het toegankelijk maken van (dure, commerciële) elektronische databanken met online peer review artikelen. Hier is een parallel tussen het gebruik van papieren handboeken in de klas. Leren wordt niet meer in verbinding gebracht met lezen. Boeken en kennis zijn onzichtbaar geworden in het openbare beeld van vele opleidingen terwijl de fysieke aanwezigheid van boeken en tijdschriften rust geeft en mogelijkheden tot het maken van nieuwe (kennis)verbanden opent. Om hier een begin mee te maken zal het rekenmodel van de HvA op de helling moeten. De bibliotheek als ruimte dient prioriteit te krijgen en niet langer per vierkante meter door de eigen organisatie ruimte in rekening worden gebracht.

Wat ik bovenal wil voorstellen is dat de manier waarop we als HvA naar kennis kijken niet langer gereduceerd wordt tot een eenzijdige toegang tot dure peer review artikelen. Laten we aansluiting zoeken bij hedendaagse, innovatieve hybride bibliotheek-concepten. De bibliotheek zou zich niet moeten terugtrekken in het virtuele domein maar een levende, sociale omgeving worden waarin de medewerkers als kennis brokers functioneren.

De fysieke afwezigheid van de bibliotheekmedewerker is namelijk opvallend. Iedereen snapt dat ze bestaan en ergens binnen de organisatie rondlopen, maar ze zijn in de meeste gevallen niet identificeerbaar. Toch kan dit gemakkelijk anders worden georganiseerd. Als we de wens uitspreken dat de bibliotheek weer onderdeel wordt van de opleidingen, in plaats van een top-down HvA-centraal orgaan, dienen we dit niet alleen letterlijk te nemen door de zichtbaarheid van papieren boeken, maar  ook door het bemensen van een ‘kennisloket’. Je kan dit ‘eerste hulp bij onderzoek’ noemen, ‘huiswerkhulp’, ‘scriptie support’, ‘eerste hulp bij AI ongelukken’ – geef het maar een naam. Een plek die studenten concreet ondersteunt: de bibliotheek als onderzoeksassistent.

Het gaat hier gedeeltelijk ook om beeldvorming. Verandering van beleid kan ervoor zorgen dat lezen en onderzoek doen iets wordt dat studeren makkelijker – en leuk maakt. Hierbij zullen we de rollen moeten omdraaien en de bibliotheek gaan zien als een vriend, hulp, een vraagbaken die aan de kant van de studenten staat. Hier is het gebruik van zoekmachines en AI, het bijbrengen van online zoekvaardigheden en verbeteren van schrijfstijl essentieel. De output van toegepast onderzoek is tegenwoordig bijzonder divers, van video’s tot tentoonstellingen, workshops en handleidingen. Het gaat niet alleen om tekst, maar om nadenken, reflecteren. Ook gaat het heel concreet om het vechten tegen laaggeletterdheid en het stimuleren van mediawijsheid. Dit is belangrijk om handen en voeten te geven aan het HvA imago van innovatieve kennisinstelling.

Het fysiek maken van de bibliotheek is met eenvoudige en goedkope middelen te bereiken. Een kleine pilot hier of proefprojectje daar gaat echter niet helpen. Waar we het hier over hebben is dus allereerst een mentaliteitsommezwaai.

De bibliotheek als brug tussen onderwijs en onderzoek

Voorts zouden we af moeten van het dubieuze imago van de HvA bibliotheek als slaaf van Elsevier – daar gaat nu veel geld naartoe in de vorm van abonnementen oen m de rechten van peer review artikelen af te kopen die onderzoekers daar publiceren. Open science kan een mooi ideaal zijn, maar wat betekent dit concreet als de HvA grote sommen aan Elsevier betaalt? Het afbouwen van deze dure abonnementen is iets dat het meest voor de hand ligt als eerste maatregel om financiële ruimte te maken voor een hybride architectuur. Ons lectoraat (https://networkcultures.org/) publiceert alles onder de creative commons licentie en we weigeren al ruim twintig jaar geld te geven aan uitgeefgianten.

Het rigide onderzoeksadminstratie programma Pure, waarin wetenschappelijke publicaties van HvA medewerkers in worden geregistreerd, is toevallig (?) ook van Elsevier. De afhankelijkheid van de HvA van deze firma is buitenproportioneel, te vergelijken met die van Microsoft (Windows, Teams, Office, etc.). Dit beleid zorgt ervoor dat de bibliotheek een onzichtbare dienst is geworden, die gerund door informatie- en IT-mensen die eigenlijk overal en nergens kunnen zitten (zelfs op andere continenten). Terwijl locaties steeds belangrijker worden in het bewerkstelligen van een dynamische omgeving voor een kennisinstelling, gaat het beleid van de bibliotheek precies de andere kant op. Zijn we in een permanente Covid-lockdown terecht gekomen? Waarom blijven medewerkers liever thuis werken en rennen studenten zo snel mogelijk naar huis? Dat is een slecht teken. De bibliotheek zou geen onzichtbare service moeten zijn – en hun medewerkers en staf al helemaal niet.

Het integreren van de bibliotheek in het onderzoek zou eigenlijk andersom benaderd moeten worden. Het kan een nobel doel zijn om meer onderzoeksvaardigheden bij te brengen aan studenten en staf, maar het wordt interessanter als onze eigen bibliotheek gaan zien als essentieel medium voor ‘doorwerking’. De bibliotheek kan juist aan de slag gaan met de onderzoeksresultaten en zou kunnen helpen bij het maken van publicaties – een taak die eigenlijk in handen zou moeten liggen van de nog op te richten eigen hybride HvA uitgeverij. Bibliotheken spelen overal een cruciale rol in de verspreiden van het eigen briljante onderzoek, dus waarom zou dat niet ook op de HvA mogelijk zijn?

De bibliotheek als sociale ruimte

Wanneer onderzoeksresultaten beter verspreid worden kunnen deze ook beter worden opgenomen in het onderwijscurriculum en komen studenten sneller in aanmerking met relevante stof om hun studie te verbreden. Zo blijven onze opleidingen inhoudelijk actueel en kwalitatief. En zo bereiden we studenten beter voor op de praktijk van het dynamische werkveld. Ook FLOOR, HvanA en studentenverenigingen kunnen een grotere rol gaan spelen in deze kennisverspreiding. Feit is echter dat onderwijs, onderzoek en bibliotheek organisatorisch totaal van elkaar losgezongen zijn. De bibliotheek zou juist een cruciale rol moeten spelen in de integratie tussen onderzoek en onderwijs en in het bewerkstelligen van een dynamische HvA community. En daar ligt een gemiste kans.

Share