Interview met Geert Lovink

Voor: Onze Wereld

FvZ: Als je kijkt naar de andersglobalistenmedia op het net kun je historisch een lijn trekken vanuit de alternatieve media uit de jaren tachtig (vrije radio, allerlei zines etc). Dit wordt vaak vergeten, heb ik het idee. Als je die historische ontwikkeling in Nederland zou moeten beschrijven, waaruit komen de uitingen op internet dan? (concreet: kraakbeweging etc?) Kun je hiervan goede voorbeelden noemen? Met dat vergeten ben ik het niet eens. Als er ergens kontinuiteit is dan wel in Nederland. Er zijn geen heftige breuken geweest.

GL: Op Internet gebied kunnen we in Nederland twee verschillende scholen waarnemen: de NGO benadering waar Antenna in Nijmegen baanbrekend werk voor heeft gedaan en de hackers groep HackTic (die overging in de provider xs4all). Beiden stonden voor een verschillend model. Terwijl Antenna zich concentreerde op NGO organisaties was HackTic vooral geinteresseerde in (dissidente) individuen en informele groeperingen en kunstenaars. Het debat tussen die twee richtingen in die tijd, begin jaren negentig, vond ik erg interessant. Antenna verdedigde de ‘access for some’ lijn en verdedigde dat NGOs prioriteit hadden (ook in ontwikkelingslanden). HackTic daarentegen had een bredere politiek-culturele aanpak. De andersglobalisten zoals jij ze politiek korrekt noemt, zijn niet byzonder innovatief geweest en kwamen pas in de late jaren negentig ten tonele.

Traditioneel hebben aktiebewegingen in Nederland een ietwat suffe, skeptische houding ten opzichte van informatie technologie gehad en kwamen daardoor pas laat in aanraking met het Internet, ondanks de Digitale Stad en andere initiatieven. Innovatief zijn altijd maar een handje vol mensen en groeperingen geweest en die hebben hard aan de weg getimmerd. De kracht van de Nederlandse ‘tactische’ media zit hem vooral in de combinatie van culturele diversiteit en media vrijheid. Wat Nederland uniek maakt is de media mix van piraten radio, zelfs TV, video, krantjes en het Internet. Hieruit zijn interessante modellen naar voren gekomen die wereldwijd veel aandacht krijgen, niet om de aangeboden inhoud, want die is vaak lokaal en op zich niet zo uniek. Denk maar aan Radio Patapoe en Radio 100 in Amsterdam, de multikulturele veelvoud, de Internetkunst, het innovatief grafisch ontwerp van Mediamatic tot NL-Design en Submarine, De Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media, de software werkplaats ASCII, etc. Dat alles hoort erbij en wordt gekenmerkt door een klimaat van relatieve autonomie in een kreatief klimaat waar mensen elkaar indirekt kennen en zo nu en dan doorstromen, zonder elkaar in de weg te zitten.

FvZ: Zijn zodoende de nieuwe media alleen maar een andere manier om hetzelfde te bereiken, of heeft de – nu nog – nieuwe technologie, wel degelijk iets toegevoegd aan de manier waarop activisme functioneert?

GL: Ik bekijk die vraag van de andere kant: zien aktivisten, naast het Internet als distributie kanaal, het Internet zelf ook als strijd terrein? Dat is volgens mij essentieel. Media vrijheid is geen statisch gegeven. Dat is iets wat moet worden bedacht, uitgeprobeerd, geimplementeerd en verdedigd alvorens grote groepen mensen daar hun voordeel uit kunnen halen. De rol van net aktivitisten kan en mag niet worden gereduceerd tot een stapeltje goede argumenten en achtergrond informatie op een website. Dat kan de slager om de hoek ook doet—en doet dat ook, wellicht beter zelfs. Aktivisten hebben naar mijn inzicht de unieke mogelijkheid om de ideeen omtrend netwerken, gedecentraliseerde communicatie en persvrijheid te koppelen aan de inhoud waar ze voor staan. Nieuwe media zijn in die zin echt nieuw. Dat is geen verkoop praatje. Maar we hebben het hier wel over een potentieel. Je kan de nieuwe aspecten net zo goed negeren en gewoon doorgaan met je top-down propagandische werk binnen een hierarchische organisatie. Het Internet kan daar op zich weinig aan veranderen. Het is de technologische kultuur die het ‘m doet en moet zich diep in de samenwerking wortelen.

FvZ: Zou de andersglobalistenbeweging ooit zo zijn gegroeid zonder deze technologie? Wat is de belangrijkste bijdrage van de technologie aan de ontwikkeling van de beweging?

GL: Het is een kombinatie van een gedecentraliseerde aanpak van samenwerkende netwerken en de keuze voor grote demonstraties op politiek belangrijke plekken, hetgeen voor veel aandacht in de oude media zorgt. Het is dus niet zo dat die beweging uit het Internet voorkomt. Dat klopt niet. Ik ben in dat opzicht geen technologische determinist. Bewegingen zijn geen special effect van de media technologieen die ze gebruiken. Het gaat eerder om een algemeen politiek klimaat. Deze beweging is voortgekomen uit een groeiende globale onvrede, of beter gezegd: verzet tegen de neo-liberale agenda van overheden en grote bedrijven.

FvZ: Voor vele activisten in Nederland was de Eurotop in Amsterdam in 1997 een eyeopener als het gaat om de mogelijkheden van de nieuwe technologie. Zie jij dat ook zo en hoe zat dat internationaal? Zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen dat dat op internationaal vlak de effectieve manier was waarop de strijd in Chiapas o.a. over het internet in het nieuws werd gebracht in 1994?

GL:Vele wegen leiden naar Seattle. Voor mij en vele andere was dat inderdaad de Eurotop in 1997. Toen al was er een ‘independent media centre’. Dat is geen uitvinding van de Amerikanen in December 1999 geweest. Die concepten zijn langzaam gegroeid en kwamen in Seattle tesamen. Je zou ook kunnen zeggen dat de Next Five Minutes conferenties in Amsterdam, in 1993, 1996 en vooral 1999 een belangrijke catalysator is geweest om het globale netwerk van media aktivisten op te bouwen en te voorzien van een techno-culturele agenda. Chiapas is jammergenoeg een mythe. Vergeet dat voorbeeld van de online laptops in het oerwoud maar. Dat was voor een groot gedeelte nog oude politiek. Dat waren namelijk aktivisten in Los Angeles and New York die dat Internet werk voor de Zappatistas deden. We zijn nu heel wat jaren verder en de technologie verspreid zich razend snel. Steeds minder hoeft dit soort technologisch ondersteunend werk voor anderen gedaan te worden. Het heeft sowieso iets van een paternalistische aanpak. Het is veel spannender om mensen de technologie zelf in handen te geven.

FvZ: Wat is in jouw ogen de toegevoegde waarde van Indymedia en hoe heb je de verschillende IMC’s zich zien ontwikkelen?

GL: De invloed van Indymedia is enorm en nog totaal niet te overzien. Het geheim van Indymedia zit ‘m raar genoeg in de centralisatie van de naam. Eigenlijk is het een doodgewone webportal en in die zin in een kind van z’n tijd (1999), namelijk dotcommania. Voor 2000 gebruikten aktivisten hun eigen domein namen en brachten het nieuws niet samen op een site. Dat klinkt op zich ideaal, maar werkt natuurlijk niet echt goed aangezien mensen die sites niet zo snel kunnen vinden. We zijn hier dus gekonfronteerd met een paradox in het netwerken: alhoewel er een grote diversiteit aan groepen uit velerlei landen aktief zijn, kunnen ze alleen grote bekendheid bereiken als ze onder dezelfde vlag opereren. In zekere zin kan je dat branding noemen. Hetzelfde geldt voor het IMC concept dat van stad naar stad en land naar land wordt meegenomen en verder ontwikkeld. Een IMC is een perscentrum en tijdelijke media werkplek voor aktivisten. De populariteit van de IMCs duidt erop hoezeer aktivisten media bewust zijn geworden en begrijpen dat het media beeld en het verhaal omtrend het protest zelf dient te worden gefabriceerd. Vroeger was er een te grote afhankelijkheid van de gevestigde pers. Het zelfbewustzijn en de media autonomie is nu gewoon veel groter dan voorheen en dat kan alleen maar verder groeien en zich differentieren.

FvZ: Een groot deel van de alternatieve media op het net komen voort uit het noorden. In het armere zuiden daarentegen stranden veel initiatieven, als er al iets op poten wordt gezet. Is internet voor activisten in deze landen wel een oplossing? Wordt er niet te vaak alleen maar gekeken naar internet en worden bijvoorbeeld de mogelijkheden van radio voor derde wereldlanden niet te veel vergeten?

GL: Je vraag is een beetje raar. Het veronderstelt namelijk dat aktivisten uit het Noorden als een fellow travellers van de computer industrie het Internet aan het pushen zijn. Ik weet niet waar die mythe vandaan komt. Media aktivisten die ik ken overleggen heel zorgvuldig met aktivisten elders welke mix van oude en nieuwe media er ter plaatse het meest effectief is. Ik maak echter vaak mee dat groepen uit het Zuiden, terecht, nieuwe computers eisen en niet met het technologisch afval uit het Noorden opgescheept willen worden. Goede bedoelingen werken vaak averechts. Ik verscheep het liefst alleen het allernieuwste naar India. Dat kan je daar trouwens gewoon op straat kopen… Laten wij onze eigen hergebruikte computers gewoon alhier gebruiken. Radio is trouwens overal ter wereld een verwaarloosd medium met grote potenties. Het kan alleen vanwege juridische redenen niet overal ingezet worden. Het pleiten voor radio heeft dus niet overal zin.

FvZ: Hoe zie jij de alternatieve media op het net zich ontwikkelen de komende jaren: richting professionalisering, inkapseling wellicht, verdwijning, marginalisering of denk je dat ze tegen de stroom in hun eigen identiteit weten te behouden? Wat zijn de voorwaarden hiervoor?

GL: Over het algemeen zien we een enorme expansie van de media ruimte, wereldwijd, of dat nou Internet is of niet. Je kunt bijvoorbeeld denken aan de mobiele telefoons, waar al twee keer zoveel mensen gebruik van maken, vergeleken met het Internet (1 miljard, wereldwijd). Het goede van deze economische recessie is dat prijzen voor hardware, software en verbindingen nog verder zakken. Of kijk naar de snelle manier waarop video kan worden verspreid via VHS-banden, DVD of vergelijkbare standaarden. Meer en meer mensen kunnen hun eigen teksten, muziek en beeld gaan monteren op hun eigen computer. Dat zal een enorme versterking betekenen van de media autonomie van individuen en informele groeperingen. Die tendens wijst op een komende versplintering van het media landschap hetgeen portals als Indymedia potentieel ondergraven. Je kan deze tendens echter ook positief benaderen en verwachten dat er veel meer centrale plekken komen. Ik weet dat zoiets tegenstrijdig klinkt. Toch is dat de tendens: een groeiende veelheid aan centrale outlets. Het is vaak niet te doen als individu of kleine groep om zowel je werk te produceren als ook je tijd in distributie te steken.

FvZ: Ik moet op verzoek van de redactie ook een lijst maken van de belangrijkste sites van de andersglobalisten… Ik weet het, een schier onmogelijke opgave. Ik ga toch een poging wagen en behalve mijn eigen kennis heb ik daarvoor die nodig van anderen. Vandaar dat ik iedereen die ik heb geinterviewd heb gevraagd om een lijstje van drie of vier URLs die wat hun betreft essentieel zijn.

www.freespeech.org
www.slashdot.org
www.rtmark.com
www.sarai.net