Sidney Vollmer opent zijn lezing 3D lezen = 3D schrijven met een aantal persoonlijke weetjes. Geboren in 1983, opgeleid als filmmaker, woonachtig in Utrecht en een liefhebber van groene thee. Maar vooral: een verhalenverteller. Verhalen vertellen is zijn passie en hij ontdekte dat schrijven voor hem een betere uitlaatklep is dan film maken. Dus startte hij met het schrijven van columns, blog posts, korte verhalen en scenario’s en allemaal binnen verschillende media.
Vollmers presentatie is gefocust op zijn debuutroman Alles ruikt naar chocola en met name op de digitale versie die daarvan is verschenen. De literaire app gaf hij samen met een tiental anderen vorm. In eerste instantie ontving het verhaal van zijn roman, geschreven in een stijl die volgens Vollmer doet denken aan Jonathan Coe en Nick Hornby, veel aandacht van de pers. Zowel positief als negatief. Het is een stuk dat een degelijk literaire niveau kent, maar tegelijkertijd geschikt is voor degene die weinig frequent een boek in de hand neemt. Alles ruikt naar chocola is een verhaal met een functie en die duikt vooral op de voorgrond via de intertekstualiteit die erin verweven is. Vollmers manische, neurotische hoofdpersoon gaat gebukt onder hypertekstualiteit en begeeft zich in een schetsmatig arena dat gekenmerkt wordt door een exponentiële informatiedichtheid, tal van referenties en het creatieve gebruik van multimedia. Vollmer toont aan dat wij hier dan ook echt te maken hebben met een helder voorbeeld van 3D lezen en 3D schrijven.
De prettig vormgegeven digitale versie is ontstaan uit Vollmers behoefte om zoveel mogelijk personen te bereiken met zijn verhalen, met name degenen die weinig lezen. Vollmer is ervan overtuigd dat het 3D element een stimulerende factor kan zijn op de leesfrequentie en het leesplezier. Op dit vlak is zijn literaire app een wereldwijde voorloper. De bezigheid van het kijken verandert de perceptie van het verhaal. Vandaar dat hij kiest voor transparantie in de constructie, zonder de regie uit handen te geven. Hij is de verhalenverteller en de lezer geeft betekenis aan zijn verhalen. Vollmer maakt zijn publiek vandaag duidelijk dat hij weinig heil ziet in het toereiken van vrijheden aan de lezer om zijn verhaal aan te passen naar zijn of haar wens.
Over tablets is Vollmer weinig te spreken qua leeservaring. Het zijn “lelijke apparaten”. Maar hij is niet in de veronderstelling dat wij stellig moeten kiezen tussen digitaal of papier. Alsof beide tegenover elkaar zouden staan zoals progressief en conservatief. Simpelweg, wij hebben momenteel te maken met een grootschalige media evolutie. Verschillende mediavormen kunnen uitstekend naast elkaar bestaan. Binnen die evolutie wil Vollmer een steentje bijdragen, hoewel dit hem in den beginne lastig werd gemaakt door het uitblijven van geschikt gereedschap.
Binnen 3D lezen en schrijven constateert Vollmer dat drie cirkels elkaar overlappen: interactie tussen lezer en verhaal ( de basale communicatie tussen schrijver en lezer) interactie van lezer mét verhaal (al dan niet speelse toevoegingen die een verdieping van de inhoud van het verhaal zijn) en interactie met de lezer en zijn omringende wereld. In het laatste geval moet gedacht worden aan het leggen van contact met de auteur of het delen van fragmenten uit het verhaal met social media vrienden.
Wat zijn nu daadwerkelijk Vollmers doelstellingen geweest? Boven alles wil hij een goed verhaal vertellen. De verhalenverteller tracht verder zijn lezers onder te dompelen in zijn verhalen en hij heeft de nadrukkelijke wens om iedere mogelijkheid die de moderne tijd hem hierbij biedt aan te grijpen. Denk hierbij vooral aan technologische innovaties. Wil je lezen? Omarm in zijn roman in de papieren versie. Wil je lezen en verrast kunnen worden? Download dan zijn app. De digitale versie reikt lezers de hand en neemt hen mee naar steeds diepere lagen van het verhaal, die hun leeservaring enkel kunnen verrijken (de app kent 250+ hyperlinks)
Een streven is om de leeservaring via de tablet meer tactiel en emotioneler te maken. Een goed voorbeeld binnen zijn literaire app is de wijze waarop de randen van zijn digitale boek geel kleuren naarmate de pagina’s vaker worden gelezen of doorgebladerd. Bovendien kent de app een digitale boekenlegger. In Vollmers visie is het een element dat deel uit maakt van de algemene leeservaring en daarom niet mocht ontbreken in deze versie van zijn roman.
Onvermijdelijk volgt een spitse uiteenzetting van het verdienmodel, de uitdagingen en de vernieuwde relatie tussen auteurs en uitgevers. Het is vooral complex gebleken om aandacht vanuit de media te vragen voor het concept van Vollmer, omdat het (nog) niet mainstream is. In de boekenbranche schijnt men lovend te zijn over dergelijke ontwikkelingen. Echter het grote publiek loopt in belangstelling voor literaire apps ver achter. Tot nu toe zijn 3500 exemplaren afgenomen, waarvan 2500 gratis “verkocht” zijn.
Wat is het meest geschikte verdienmodel voor dit concept? Vollmer heeft er lang over nagedacht, maar kan niet met een sluitend antwoord komen. De ontwikkeling van de app voor Alles ruikt naar chocola heeft circa 40,000 euro gekost. Een deel daarvan is bekostigd door Vollmers uitgever Podium. In de app store ligt de prijs op 7,99 euro, maar vandaag en morgen is de app nog gratis te downloaden. Moeten advertenties opgenomen worden in de app? Moeten 3D schrijvers terugvallen op sponsoring? Zullen via deze wegen de investeringen terugverdiend worden? Op termijn stelt hij zich voor dat de software ontwikkeld voor zijn literaire app een open source karakter krijgt en hij wellicht uit moet wijken naar het buitenland om daar te zoeken naar een passend klimaat voor innovatie.
Hoe zit het met de relatie tussen auteurs en hun uitgevers? Vollmer schetst een aantal obstakels uit eigen ervaring. Weerstand tegen Vollmers initiatief was gegrond in onbekendheid met het product en onbekendheid van de auteur. Marketing budget bleek niet of nauwelijks beschikbaar. Vervolgens was de app ontwikkeld voor één tablet, maar achteraf was de vraag of Vollmers doelgroep daadwerkelijk in het bezit is van een iPad. Tot slot blijft onduidelijk of de prijsstelling correct was en hoe de verhoudingen lagen tussen eigenaar en opdrachtgever van een dergelijk concept. Het zijn lessen die Vollmer geleerd heeft en in het achterhoofd houdt bij de ontwikkeling van zijn tweede roman.
Vollmer vertelt kort een anekdote over Herman Koch en diens vraag aan “de auteur van die app”. Het betrof de angst om door de lancering van een literaire app minder exemplaren van de roman te verkopen. Vollmer antwoordde Koch dat hij daar niet voor vreesde. Hij is immers debutant en verkocht nog maar weinig boeken. Hij had weinig te verliezen. Vermoedelijk zullen pas in de toekomst vergelijkbare projecten rendabel blijken als het volume toereikend is en de betrokken partijen de notie van content eigendom los laten. Aldus een verhalenverteller.